Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Medtronic MYOtherm XP Gebrauchsanweisung Seite 61

Kardioplegie-infusionssystem mit trillium biosurface
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MYOtherm XP:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 21
Elk product is voor eenmalig gebruik. Niet opnieuw gebruiken of hersteriliseren. Gesteriliseerd met
ethyleenoxide.
Het vloeistoftraject is steriel en niet-pyrogeen. Controleer elk apparaat en elke verpakking vóór gebruik
zorgvuldig. Gebruik het product niet als de verpakking geopend of beschadigd is of als de beschermkapjes
niet op hun plaats zitten.
Slangen moeten zodanig worden aangesloten dat er geen knikken of knellingen kunnen ontstaan die
gevolgen kunnen hebben voor de doorstroming van bloed of water.
Voorkom dat alcohol, vloeistoffen met alcohol, anesthetica (zoals isofluraan) of agressieve oplosmiddelen
(zoals aceton) met het product in contact komen aangezien deze de structuur ervan kunnen aantasten.
Als tijdens het vullen en/of het gebruik luchtbellen of lekken worden aangetroffen, moet worden ingegrepen,
aangezien die kunnen leiden tot luchtembolieën bij de patiënt en/of vloeistofverlies. Het extracorporele
circuit moet voortdurend worden bewaakt. Gebruik het product niet als deze omstandigheden zich voordoen.
Verwijder alle gasembolieën uit het extracorporele circuit voordat de perfusie wordt geïnitieerd.
Gasembolieën zijn gevaarlijk voor de patiënt.
Dit systeem is bestemd voor gebruik met de MYOtherm XP-cardioplegiehouder voor veilige bevestiging aan
een verticale standaard tijdens het gebruik van het systeem. Deze houder moet regelmatig worden
geïnspecteerd en onderhouden.
De waterstroom van de warmtewisselaar mag nooit worden belemmerd.
Voor een optimale thermische werking moet de waterstroomrichting door de warmtewisselaar tegengesteld
zijn aan de stroomrichting van het bloed.
Aanbevolen wordt vóór gebruik van dit systeem met een geschikte klinische laboratoriumprocedure het
bloed van de patiënt te onderzoeken op aanwezigheid van koude agglutininen. De temperatuur van het
bloed/de cardioplegieoplossing moet niet lager zijn dan de laagste temperatuur waarbij negatieve koude
agglutininen zijn gevonden.
De inlaatdruk van water mag nooit hoger zijn dan 275,8 kPa (40 psi).
Overschrijd de bloedcompartimentdruk van 750 mmHg na het vullen niet.
De warmtewisselaar moet te allen tijde onder een schuine hoek van 10° staan, zoals die door de
standaardpositie van de MYOtherm XP-houder wordt geboden, om te voorkomen dat er lucht in de
toedieningslijn komt.
Volg het CPB-protocol van de instelling voor het gebruik van ontsmettingsmiddelen in het
verwarmings-/koelsysteem tijdens bypass. Met waterstofperoxide (330 ppm) is gecontroleerd of het
watertraject intact is. Neem contact op met Medtronic voor informatie over het gebruik van aanvullende
ontsmettingsmiddelen.
De warmtewisselaar is buitengewoon efficiënt. Aanbevolen wordt de watertemperatuur niet hoger te laten
komen dan 42 °C (107 °F), aangezien dat kan leiden tot thermische bloedbeschadiging.
Het luerdopje op de bewakingspoort van dit apparaat wordt ontlucht.
De cardioplegiepomp moet volledig occlusief zijn.
Tijdens het gebruik van dit systeem moet een volledig occlusieve rollerkop worden gebruikt. Als beide
slangsegmenten binnen de rollerkop niet volledig geoccludeerd worden, kan dat leiden tot terugstromen van
cardioplegieoplossing naar de oxygenator en onnauwkeurige mengverhoudingen van bloed en bloedvrije
cardioplegieoplossing.
De cardioplegiepomp mag alleen worden gestart als de arteriële pomp draait.
De arteriële pomp mag pas worden uitgezet nadat de cardiopoplegiepomp uitgezet is.
De arteriële flow moet altijd groter zijn dan de cardioplegieflow.
Zorg ervoor dat de uitstroomlijn van het systeem (patiënttoedieningslijn) niet afgeklemd is terwijl de pomp
draait.
Bij gebruik met een membraanoxygenator moet de arteriële pomp ervoor zorgen dat de flow door de
oxygenator groter is dan de flow door het cardioplegiecircuit. Dit helpt voorkomen dat er lucht in het
perfusiecircuit komt.
Wanneer een fles voor cardioplegieoplossing wordt gebruikt, is een functioneel standaard luchtventiel in de
fles noodzakelijk dat ten minste 2,5 cm (1 inch) boven de bovenkant van het niveau van de
cardioplegieoplossing uitsteekt.
Het niveau van de bloedvrije cardioplegieoplossing in de fles of zak moet te allen tijde hoog genoeg zijn om
te voorkomen dat er lucht in het systeem komt. Als er lucht in het systeem komt, kan dat tot luchtembolieën
bij de patiënt leiden.
De concentratie van toevoegingen aan de bloedvrije cardioplegieoplossing moet zodanig zijn dat in het aan
de patiënt toegediende bloed of de cardioplegieoplossing, de gewenste concentraties worden
bewerkstelligd.
Als er een plugkraan aangebracht is tussen het patiëntuiteinde van de toedieningslijn en de
cardioplegiecanule, moet gecontroleerd worden of de kraan in de juiste stand staat. Als de plugkraan tijdens
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
59

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis