Nederlands
8.3.7 Loopwiel draaien
1 Aggregaat horizontaal op een vaste ondergrond leg-
gen.
Let erop dat het aggregaat niet kan omvallen en/
of wegglijden!
2 Grijp onder in het huis van het hydraulische systeem en
draai het loopwiel.
Pas op voor scherpe randen!
Aan de loopwielen en de hydraulische opening
kunnen scherpe randen ontstaan. Er bestaat
gevaar voor verwondingen! Draag daarom hand-
schoenen om u te beschermen.
8.3.8 Oliepeilcontrole in de oliesperkamer
Afb. 7:
Sluitschroeven
1
Sluitschroef
1 Aggregaat horizontaal op een vaste ondergrond leg-
gen, zodat de sluitschroef naar boven wijst.
Let erop dat het aggregaat niet kan omvallen en/
of wegglijden!
2 Sluitschroef voorzichtig en langzaam uitdraaien.
Let op: de bedrijfsstof kan onder druk staan!
3 De bedrijfsstof moet tot ca. 1 cm (0,4 inch) onder de
opening van de sluitschroef komen.
4 Als er te weinig olie in de oliesperkamer is, dient u de
olie bij te vullen. Volg hiervoor de aanwijzingen onder
het punt „Olie verversen".
5 Sluitschroef reinigen en eventueel met een nieuwe
afdichtingsring opnieuw indraaien.
8.3.9 Olie verversen in de oliesperkamer
Afb. 8:
Sluitschroeven
1
Sluitschroef
1 Aggregaat horizontaal op een vaste ondergrond leg-
gen, zodat de sluitschroef naar boven wijst.
Let erop dat het aggregaat niet kan omvallen en/
of wegglijden!
2 Sluitschroef voorzichtig en langzaam uitdraaien.
Let op: de bedrijfsstof kan onder druk staan!
3 Bedrijfsstof aflaten door het aggregaat zo ver te
draaien tot de opening naar beneden wijst. De
bedrijfsstof dient in een geschikte bak te worden
opgevangen en conform de aanwijzingen in het hoofd-
stuk „Afvoer" te worden afgevoerd.
4 Draai het aggregaat weer terug tot de opening weer
naar boven wijst.
5 Vul het aggregaat met de nieuwe bedrijfsstof via de
opening van de sluitschroef. De olie moet tot ca. 1 cm
(0,4 inch) onder de opening komen. Neem de voorge-
schreven bedrijfsstoffen en vulhoeveelheden in acht!
6 Sluitschroef reinigen en met een nieuwe afdichtingsring
opnieuw indraaien.
134
8.3.10 Groot onderhoud
Bij groot onderhoud worden naast de normale onder-
houdswerkzaamheden ook de motorlagers, asafdich-
tingen, O-ringen en de stroomtoevoerleidingen
gecontroleerd en indien nodig vervangen. Deze werk-
zaamheden mogen alleen door de fabrikant of een
geautoriseerde servicedienst worden uitgevoerd.
9 Opsporen en verhelpen van storingen
Om materiële schade en persoonlijk letsel bij het ver-
helpen van storingen aan het product te vermijden,
moeten de volgende punten absoluut in acht geno-
men worden:
• Verhelp een storing enkel als u over gekwalificeerd per-
soneel beschikt, d.w.z. dat de verschillende werkzaam-
heden door geschoold en vakkundig personeel
uitgevoerd moeten worden, b.v. elektrische werkzaam-
heden moeten door een elektromonteur uitgevoerd
worden.
• Beveilig het product altijd tegen onbedoeld inschake-
len door deze van het elektriciteitsnet te scheiden. Tref
de nodige voorzorgsmaatregelen.
• Verzeker altijd de beveiligingsuitschakeling van het
product door een tweede persoon.
• Borg bewegende delen, zodat er niemand gewond kan
raken.
• Eigenmachtige veranderingen aan het product zijn voor
eigen risico, voor eventuele schade die hierdoor ont-
staat kan de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld!
9.0.1 Storing: aggregaat start niet
1 Onderbreking in de stroomtoevoer, kortsluiting resp.
aardsluiting aan de leiding en/of motorwikkeling
• Leiding en motor door een vakman laten controleren
en evt. laten vervangen
2 Uitvallen van zekeringen, motorbeveiligingsschakelaar
en/of bewakingsinrichtingen
• Aansluitingen door een vakman laten controleren en
evt. laten veranderen.
• Motorbeveiligingsschakelaar en zekeringen conform
de technische vereisten laten inbouwen of instellen,
bewakingsinrichtingen resetten.
• Loopwiel/propeller op soepele gang controleren en
evt. reinigen resp. opnieuw bruikbaar maken
3 Afdichtingsruimtecontrole (optioneel) heeft de
stroomkring onderbroken (afhankelijk van de exploi-
tant)
• Zie storing: lekkage van de glijringafdichting, afdich-
tingsruimtecontrole meldt storing of schakelt het
product uit
9.0.2 Storing: aggregaat start, de motorbeveiligingschake-
laar schakelt echter kort na de ingebruikneming uit
1 Thermische uitschakelinrichting aan de motorbeveili-
gingsschakelaar verkeerd ingesteld
• Door een vakman de instelling van de uitschakelin-
richting met de technische gegevens laten vergelij-
ken en evt. laten corrigeren
2 Verhoogd stroomverbruik door grote spanningsdaling
• Door een vakman de spanningswaarden van de ver-
schillende fasen laten controleren en de aansluiting
evt. laten veranderen
WILO SE 10/2011 V4.1WE