in te bouwen. Bij een sterk wisselend peil moet
een droogloopbeveiliging worden ingebouwd!
Controleer of de doorsnede van de gebruikte
kabel voldoende is voor de benodigde kabel-
lengte. (Informatie hierover vindt u in de catalo-
gus, de handboeken of bij de klantendienst van
Wilo).
• Neem eveneens alle voorschriften, regels en wetten
voor het werken met zware lasten en onder hangende
lasten in acht.
• Draag de nodige beschermende kleding.
• Bij werkzaamheden in besloten ruimtes moet altijd een
tweede persoon aanwezig zijn. Als er gevaar bestaat
voor het vrijkomen van giftige of verstikkende gassen,
moeten de nodige maatregelen worden genomen!
• Neem verder ook de landelijk geldende voorschriften
voor ongevallenpreventie en veiligheid van de bedrijfs-
verenigingen in acht.
• De coating moet voor het inbouwen gecontroleerd
worden. Als er gebreken vastgesteld worden, dan moe-
ten deze voor de inbouw worden verholpen.
5.4.1 Stationaire natte opstelling
Afb. 2:
Natte opstelling
1
Inhanginrichting
2
Terugstroomklep
3
Schuifafsluiter
4
Bochtstuk
Leibuis
5
(apart aan te brengen!)
Bij de natte opstelling moet een inhanginriching geïn-
stalleerd worden. Deze moet separaat bij de fabrikant
worden besteld. Hieraan wordt het drukzijdige buislei-
dingsysteem aangesloten. Het aangesloten buislei-
dingsysteem moet zelfdragend zijn, d.w.z. het mag niet
door de inhanginrichting worden gesteund. De bedrijfs-
ruimte moet zodanig ingericht zijn, dat de inhanginrich-
ting zonder problemen geïnstalleerd en gebruikt kan
worden.
1 Installeer de inhanginrichting in de bedrijfsruimte en
bereid het product voor het bedrijf aan een inhangin-
richting voor.
2 Inhanginrichting op vastheid en goede werking contro-
leren.
3 Laat het product door een elektrotechnicus aan het
stroomnet aansluiten en de draairichting controleren
zoals beschreven in het hoofdstuk Inbedrijfstelling.
4 Het product aan de hijsmiddelen bevestigen, optillen
en langzaam aan de leibuizen in de bedrijfsruimte laten
zakken. Bij het neerlaten de stroomleidingen licht strak
houden. Als het product aan de inhanginrichting is
gekoppeld, de stroomleidingen op een deskundige
manier tegen het vallen en/of beschadigingen beveili-
gen.
5 De juiste bedrijfspositie wordt automatisch bereikt en
de drukaansluiting wordt door het eigen gewicht afge-
dicht.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Rexa PRO...
6
Aanslagmiddel
Minimaal waterpeil voor
7a
S1-bedrijf
Minimaal waterpeil voor
7b
S2- en S3-bedrijf
8
Stootplaat
9
Toevoer
6 Bij nieuwe installatie: bedrijfsruimte laten onderlopen
en drukleiding ontluchten.
7 Neem het product volgens het hoofdstuk Ingebruikne-
ming in gebruik.
5.4.2 Transporteerbare natte opstelling
Afb. 3:
Transporteerbare opstelling
1
Hijsmiddelen
2
Pompvoet
Bochtstuk voor slan-
3
gaansluiting of Storz-
koppeling
4
Storz-koppeling
Bij dit opstellingstype moet het het product met een
standvoet worden uitgerust (optioneel verkrijgbaar).
Deze wordt aan het zuigstuk aangebracht en garan-
deert bij een vaste ondergrond een stabiele stand en
een minimale afstand van de bodem. In deze uitvoering
is een willekeurige positionering in de bedrijfsruimte
mogelijk. Bij het gebruik in bedrijfsruimtes met een
zachte ondergrond moet een harde steun gebruikt
worden om het inzakken te verhinderen. Aan de druk-
zijde wordt een drukslang aangesloten.
Bij langere gebruiksduur met dit opstellingstype, moet
het aggregaat aan de bodem worden bevestigd. Hier-
door worden trillingen verhinderd en wordt een rustige
en slijtarme loop gegarandeerd.
1 Monteer de standvoet aan de drukaansluiting.
2 Monteer het bochtstuk aan de drukaansluiting.
3 Bevestig de drukslang met een slangklem aan het
bochtstuk.
Alternatief kan een Storz-koppeling op het bochtstuk
en een Storz-slangkoppeling op de drukslang worden
gemonteerd.
4 Leg de stroomtoevoerkabel zodanig dat deze niet
beschadigd raken kan.
5 Positioneer het product in de bedrijfsruimte. Bevestig
indien nodig hijsmiddelen aan de draaggreep om het
product op te tillen en op de gewenste plaats (schacht,
put) neer te zetten.
6 Controleer of het product verticaal en op een vaste
ondergrond staat. Het wegzakken moet vermeden
worden!
7 Laat het product door een elektrotechnicus aan het
stroomnet aansluiten en de draairichting controleren
zoals beschreven in het hoofdstuk Ingebruikneming.
8 Slang zodanig leggen dat deze niet beschadigd kan
raken. Bevestig indien nodig op desbetreffende plaats
(bijv. afvoer).
Gevaar door losspringen van de drukslang!
Door een ongecontroleerd losspringen van de
drukslang bestaat gevaar voor letsel. De druk-
slang moet daarom worden beveiligd. Het knik-
ken van de drukslang moet worden verhindert.
Nederlands
5
Storz-slangkoppeling
6
Drukslang
Minimaal waterpeil bij
7a
S1-bedrijf
Minimaal waterpeil bij
7b
S2- en S3-bedrijf
125