Nederlands
Vooral bij stationaire opstellingstypes wordt in het
geval van transport met langere drukbuisleidingen
(vooral bij stijgingen of heuvelachtig terrein) op optre-
dende drukgolven gewezen.
Drukgolven kunnen tot de vernietiging van het aggre-
gaat/de installatie leiden en door waterslag geluids-
overlast veroorzaken. Door het gebruik van geschikte
maatregelen (bijv. terugslagkleppen met instelbare
sluittijd, speciale legging van de drukbuisleiding) kun-
nen deze worden vermeden.
Na het transport van kalk-, leem- of cementhoudend
water moet het product met zuiver water doorge-
spoeld worden om aanzettingen te verhinderen en
daardoor veroorzaakte schade of uitvallen te vermij-
den.
Bij het gebruik van niveauregelingen moet op de min.
wateronderdompeling gelet worden. Luchtbellen in de
hydrauliekbehuizing resp. in het buisleidingsysteem
moeten beslist worden voorkomen en moeten door
geschikte ontluchtingsinrichtingen en/of het licht
schuin plaatsen van het product (bij transporteerbare
opstelling) verholpen worden. Bescherm het product
tegen vorst.
5.2 Opstellingstypes
• Verticale stationaire natte opstelling met inhanginrich-
ting
• Verticale transporteerbare natte opstelling met pomp-
voet
5.3 De bedrijfsruimte
De bedrijfsruimte moet schoon zijn, geen grove vaste
stoffen bevatten, droog, vorstvrij en indien nodig
gedecontamineerd zijn, alsook geschikt voor het des-
betreffende product. Bij werkzaamheden in besloten
ruimtes moet vanwege de veiligheid altijd een tweede
persoon aanwezig zijn. Als er gevaar bestaat voor het
vrijkomen van giftige of verstikkende gassen, moeten
de nodige maatregelen worden getroffen!
Bij de inbouw in schachten moeten de schachtgrootte
en de afkoeltijd van de motor worden bepaald door de
planner van de installatie, waarbij rekening moet wor-
den gehouden met de omgevingstemperatuur tijdens
het bedrijf.
Wanneer droge motoren uit het medium gehaald
zijn, moeten ze voor de herinschakeling volledig
gevuld worden, opdat de benodigde koeling
wordt bereikt.
Er moet gegarandeerd zijn dat een hijsinrichting pro-
bleemloos gemonteerd kan worden, omdat deze nodig
is voor de montage/demontage van het product. De
gebruiks- of opstellingsplaats voor het product moet
met de hijsinrichting zonder gevaar bereikbaar zijn. De
opstellingsplaats moet een vaste ondergrond hebben.
Voor het transport van het product moeten de hijsmid-
delen aan de voorgeschreven hijsogen of de draag-
greep worden bevestigd.
De stroomleidingen moeten zo gelegd zijn, dat de
machine op elk moment zonder problemen gemon-
teerd en gedemonteerd kan worden. Het product mag
nooit aan de stroomtoevoerleidingen worden gedra-
124
gen of getrokken. Bij het gebruik van schakelappara-
ten moet de beschermingsklasse in acht worden
genomen. Over het algemeen moeten schakelappara-
ten veilig tegen overstromingen worden aangebracht.
Bij gebruik in een explosieve atmosfeer moet gegaran-
deerd zijn dat het product en ook het volledige toebe-
horen voor dit gebruik is goedgekeurd.
De componenten en fundamenten moeten stevig
genoeg zijn voor een veilige en praktische bevestiging.
Voor het klaarzetten van de fundamenten en de
geschiktheid ervan qua afmetingen, stevigheid en
belastbaarheid is de exploitant resp. de betreffende
toeleverancier verantwoordelijk!
Drooglopen is ten strengste verboden. Het minimale
waterpeil mag nooit worden onderschreden. We raden
u daarom bij grotere peilschommelingen aan om een
niveaubesturing of een droogloopbeveiliging in te bou-
wen.
Gebruik voor de toevoer van het transportmedium lei-
en stootplaten. Als de waterstraal het wateroppervlak
of het product raakt komt er lucht in het transportme-
dium. Dit leidt tot ongunstige toevoer- en trans-
portomstandigheden voor het aggregaat. Als gevolg
van cavitatie draait het product zeer onrustig en is
onderhevig aan meer slijtage.
5.4 Inbouw
Gevaar door vallen!
Bij het inbouwen van het product en het toebe-
horen wordt in sommige gevallen direct aan de
reservoir- of schachtrand gewerkt. Onoplet-
tendheid en/of verkeerde kledingkeuze kunnen
leiden tot vallen. Er bestaat levensgevaar! Tref de
nodige veiligheidsmaatregelen om dat te vermij-
den.
Bij de inbouw van het product moet op het volgende
worden gelet:
• Deze werkzaamheden moeten door vakkundig perso-
neel en elektrische werkzaamheden door een elektro-
technicus worden uitgevoerd.
• Het aggregaat moet aan de draaggreep resp. aan het
hijsoog opgetild worden, nooit aan de stroomtoevoer-
leiding. Bij gebruik van kettingen moeten deze met een
sluiting aan het hijsoog resp. de draaggreep verbonden
worden. Er mogen alleen bouwtechnisch goedge-
keurde bevestigingsmiddelen gebruikt worden.
• Controleer de beschikbare documenten (montage-
plannen, uitvoering van de bedrijfsruimte, toevoerver-
houdingen) op volledigheid en juistheid.
Als tijdens de werking de motorbehuizing uit het
medium komt en dus niet meer is ondergedom-
peld moet de bedrijfsmodus voor droog gebruik
in acht worden genomen! Als deze niet is aange-
geven, is bedrijf met niet ondergedompelde
motorbehuizing strikt verbonden!
Het drooglopen is ten strengste verboden! We
raden daarom aan altijd een droogloopbeveiliging
WILO SE 10/2011 V4.1WE