COOK Medical Advance Gebrauchsanweisung Seite 35

2. Verwijder de ballonkatheter uit de verpakking. Inspecteer de ballonkatheter op vervoersschade.
3. Verwijder de transportstilet met gele punt van de distale tip van de ballonkatheter.
4. Verwijder de beschermende oranje ballonhuls van de ballonkatheter.
5. Creëer onderdruk in het met 'BALLOON' gemerkte lumen vóór inbrenging in het speekselkanaal.
Inbrenging en vulling van ballonkatheter met introducersheath en visualisatie aan de hand van
sialendoscoop
(voor gebruik in het submandibulaire speekselkanaal)
1. Gebruik een introducersheath van de juiste afmetingen om het gewenste speekselkanaal te bereiken.
(Zie Tabel 1.)
2. Bekijk de gewenste behandelplaats met behulp van de sialendoscoop en breng dan de voerdraad in
positie, met het slappe eind vooraan. Als u een sialendoscoop gebruikt met een instrumentkanaal, kan
de voerdraad worden ingebracht door het instrumentkanaal. Bij afwezigheid van een instrumentkanaal
brengt u de voerdraad door de introducersheath in het speekselkanaal in, naast de sialendoscoop.
3. Voer de voerdraad op totdat deze de gewenste behandelplaats is gepasseerd.
4. Houd de voerdraad op zijn plaats in het speekselkanaal en verwijder de sialendoscoop uit het
speekselkanaal en van de voerdraad.
5. Plaats de ballonkatheter over de voerdraad. Voer de ballonkatheter over de voerdraad op, totdat het
proximale einde van de ballonkatheter de introducersheath in gaat.
OPMERKING: Om trauma van het speekselkanaal te voorkomen dient u de voerdraad op zijn plaats te
houden terwijl u de ballonkatheter opvoert en gebruikt.
6. Plaats de sialendoscoop in de introducersheath achter de ballonkatheter, en voer de sialendoscoop op
door het lumen van de introducer.
7. Voer de ballonkatheter en de sialendoscoop samen op, totdat de behandelplaats in beeld is.
8. Voer de ballonkatheter separaat verder op totdat de ballon zich over de gewenste behandelplaats
bevindt. Voer de ballon niet op in de kleinere tak van het kanaal, omdat anders ongewenste
dilatatie van de kleinere tak kan optreden.
OPMERKING: Als u weerstand ondervindt bij het inbrengen van de ballonkatheter, moet u deze niet
forceren.
9. Om te zorgen dat de sialendoscoop niet naast de ballon is gepositioneerd tijdens het vullen, houdt u de
ballonkatheter in positie terwijl u de sialendoscoop terugtrekt totdat de schacht van de ballonkatheter
zichtbaar is.
10. Bereid een vulinstrument voor met fysiologisch zout of steriel water, en bevestig deze aan het
ballonlumen.
11. Vul de ballon tot de gewenste druk. Neem de aanbevolen ballonvuldruk in acht. (Zie bijgesloten
Compliance Card.)
12. Als de ballon druk verliest en/of scheurt, zet dan negatieve druk op de balloninflatiepoort en verwijder de
ballon en sialendoscoop gezamenlijk.
Ballon legen en terugtrekken
1. Leeg de ballon volledig met gebruik van een vulinstrument of -spuit. Geef de ballon voldoende tijd om
leeg te lopen.
2. Houd het vacuüm aan op de ballon en trek de ballonkatheter terug.
OPMERKING: Verwijder de ballon zonder overmatige kracht uit te oefenen.
OPMERKING: Als u een sialendoscoop gebruikt en u ondervindt weerstand, verwijder dan eerst de
sialendoscoop en daarna de ballonkatheter.
35