GCE MEDIMETER Gebrauchsanleitung Seite 35

Elk medisch hulpmiddel dat voor onderhoud wordt teruggestuurd naar een
door de GCE geautoriseerde persoon, moet op de juiste manier worden
verpakt. Het doel van het onderhoud moet duidelijk worden gespecifi ceerd
(reparatie, onderhoud). Als een medisch apparaat moet worden gerepareerd,
kan een korte beschrijving van het defect en een eventuele verwijzing
naar een claimnummer nuttig zijn. Sommige reparatiewerkzaamheden met
betrekking tot het vervangen van beschadigde of ontbrekende onderdelen
kunnen worden uitgevoerd door een leverancier/gebruiker van het medische
hulpmiddel.
Alleen de volgende onderdelen kunnen worden vervangen:
• doppen,
• handwiellabel,
• slangnippel (inclusief o-ring),
• handwiel
Alle labels op de apparatuur moeten gedurende de gehele levensduur van
het apparaat in goede, leesbare staat worden gehouden door de aanbieder
en de gebruiker.
Gebruik uitsluitend originele GCE-componenten!
10.2. SERVICE
GCE raadt aan om minimaal één keer per jaar een periodieke inspectie van
het medische apparaat uit te voeren om een lekkagetest uit te voeren en de
juiste functionaliteit van het medische apparaat te controleren, zie hoofdstuk
7.1.
LEKKAGE TEST
• Na aansluiting op de terminaleenheid voor het medische leidingsysteem of
op de medische regelaar dient u eventuele lekkages visueel te controleren:
• Lekkagetest van het ventiel voor stroomaanpassing:
1. Sluit het ventiel voor aanpassing van de stroom (door het handwiel met de
klok mee te draaien). Gebruik bij het sluiten geen overmatig koppel (het
maximale aanbevolen sluitkoppel is 0,4 Nm).
2. Verbind de stroomuitlaat en de slangnippel met een slang, dompel het
uiteinde van de slang onder in een pot gevuld met water.
3. Sluit de Tube-fl owmeter aan op de persluchtbron (max. 5 bar).
4. De test: laat de fl owmeter gedurende 1 minuut onder druk staan. Het
aantal bellen mag niet hoger zijn dan 3 bellen per minuut.
5. Wanneer de test gereed is, koppelt u de fl owmeter los van de
persluchtbron
• Externe lek test:
1. Sluit het ventiel voor aanpassing van de stroom (door het handwiel met de
klok mee te draaien). Gebruik bij het sluiten geen overmatig koppel (het
maximale aanbevolen sluitkoppel is 0,4 Nm).
2. Sluit de uitlaataansluiting van de Tube Flowmeter af met een plug, de plug
moet dezelfde schroefdraad hebben als de uitlaatconnector van de Tube
Flowmeter.
35/256
NL