GCE MEDIMETER Gebrauchsanleitung Seite 33

• Zorg ervoor dat de klep voor debietaanpassing volledig gesloten is (met
de klok mee draaien). Gebruik bij het sluiten geen overmatig koppel (het
maximale aanbevolen sluitkoppel is 0,4 Nm).
• Zorg ervoor dat de aangesloten slangnippel of luchtbevochtiger op de
uitlaat de juiste afmetingen heeft.
Het medische apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik met het gas dat
op het etiket staat vermeld. Probeer nooit een ander gas te gebruiken.
AANSLUITING OP DE AANSLUITEENHEDEN VAN HET MEDISCHE
GASLEIDINGSSYSTEEM OF OP DE MEDISCHE REGELAAR
• De Tube fl owmeter mag alleen in een gedefi nieerde positie worden
aangesloten – buis omhoog.
FUNCTIONELE TEST
• Controleer of er gasstroom is wanneer u aan het handwiel draait
(bijvoorbeeld door naar het geluid van de gasstroom te luisteren of door
de aanwezigheid van luchtbellen in een luchtbevochtiger te controleren).
• Sluit de klep voor gasafstelling (draai het handwiel met de klok mee).
Gebruik bij het sluiten geen overmatig koppel.
7.2. AANSLUITING & GEBRUIK VAN UITLAAT
Aan te sluiten op de stroomuitlaat:
luchtbevochtiger, ademmasker of canule.
Voordat u een bijbehorende apparatuur of medisch apparaat op het
medische apparaat aansluit, moet u altijd controleren of deze volledig
compatibel is met de verbindingsfuncties van het medische apparaat en de
prestaties van het medische apparaat en of er geen negatieve invloed is op
de uitgangsparameters van het medische apparaat.
STROOMUITLAATVERBINDING
Wanneer u apparatuur of een medisch apparaat aansluit op de stroomuitlaat,
zorg er dan voor dat deze niet is aangesloten op de patiënt voordat u het
medische apparaat gebruikt.
• Zorg ervoor dat de slang/luchtbevochtiger compatibel is met de stroom
uitlaatfunctie.
• Duw de slang op de stroomuitlaat/schroef van de fl owmeter op de
luchtbevochtiger.
• Zorg ervoor dat de slang/bevochtiger goed vastzit
STROOMINSTELLING
• Sluit de fl owmeter aan op de bron van het medisch gas.
• Stel de gewenste medische gasstroom in met het handwiel (door tegen
de klok in te draaien wordt de stroom verhoogd, door met de klok mee te
draaien wordt de stroom verlaagd).
Oefen geen overmatig koppel uit op de stroomregelknop wanneer deze de
eindpositie (stop) heeft bereikt.
33/256
NL