Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Druk-/Stromingregelings-Functie Rws-Functie (Regenwaterwinning); Rws-Functie (Regenwaterwinning); Drukopbouwfunctie - DAB ACTIVE SYSTEM Installationsanweisung Und Wartung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für ACTIVE SYSTEM:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 30

7. DRUK-/STROMINGREGELINGS-FUNCTIE RWS-FUNCTIE (regenwaterwinning)

Regeling start- en stopdruk
7.1 Regeling dip-switches
Druk-/stromingregelingsfunctie: dip switch 1 op OFF / RWS-functie: dip-switch 2 op ON
7.2 Regeling dip-switches
voor instelling van de drukwaarden in de druk-/stromingregelingsfuntie
Startdruk van 1,5 tot 3 bar: dip-switch 3 op OFF / Startdruk van 3 tot 4,5 bar: dip-switch 3 op ON
Regeling enkele pomp
De startdruk kan worden ingesteld met de regeltrimmer (zie paragraaf 5.2 – ref.1) op het frontale controlepaneel dat op het deksel van het
Active System zit.
Regeling groepen met 2 pompen
De startdruk kan voor elke pomp afzonderlijk worden ingesteld met de regeltrimmer (zie paragraaf 5.2 – ref.1) op het frontale controlepaneel
dat op het deksel van het Active System zit.
Let op! De startdruk van de SLAVE-pomp zal altijd 0,5 bar hoger zijn dan de startdruk die is ingesteld op de MASTER-pomp!
Dit gebeurt ook als de regeltrimmer op de Slave-pomp is ingesteld op een lagere waarde dan die op de Master-pomp!
De pomp of pompen (in het geval van groepen) zal/zullen stoppen wanneer de druk in de installatie de ingestelde startdruk overschrijdt,
en wanneer de stroming van de pomp minder is dan 2-3 liter/min. (de groene led brandt dan vast).

8. RWS-FUNCTIE (regenwaterwinning)

8.1 Regeling dip-switches
RWS-functie: dip-switch 2 op ON
8.2 Werking RWS
De RWS-functie wordt gebruikt voor het beheer en de distributie van regenwater.
De eenheid stelt vast of er gebrek aan water is in het winningssysteem van regenwater of leidingwater, en voert correcties uit om te waarborgen
dat de installatie op de juiste manier werkt.
Het belangrijkste doel is om de voorkeur te geven aan regenwater boven leidingwater.
De verbinding tussen de regenwatertank en de leidingwatertank wordt geselecteerd door middel van een 3-weg klep die op de aanzuiging van
de pomp geïnstalleerd is, en bediend wordt door een optioneel relais (zie paragraaf 5.2 – ref.9-10).
8.3 Ingreep tegen drooglopen met niet-actieve ingang en uitgang
Dip-switch 6 op OFF
Bij de eerste ingreep tegen drooglopen, die plaatsvindt wanneer er onvoldoende regenwater in de tank zit, gaat de eenheid via het optionele
relais (dat de 3-weg klep op de aanzuiging omschakelt) over op voeding met leidingwater.
8.4 Ingreep tegen drooglopen met actieve ingang en uitgang
Dip-switch 6 op ON
Bij de eerste ingreep tegen drooglopen, die plaatsvindt wanneer de vlotter sluit omdat er onvoldoende water in de regenwatertank zit, gaat de
eenheid via het optionele relais (dat de 3-weg klep op de aanzuiging omschakelt) over op voeding met leidingwater.
De voeding schakelt weer terug naar de regenwatertank wanneer de waterstroming terugkeert en het contact van de vlotter weer opengaat.
8.5 Controles installatie
Cyclisch, om de 12 uur schakelt het optionele relais de 3-weg klep op de aanzuiging op de regenwatertank om, om na te gaan of er water
aanwezig is. Als er na 2 minuten werking geen water meer in de tank is, gaat de eenheid rechtstreeks over op voeding met leidingwater.
Eenmaal per week, tijdens de eerste start van de installatie, ververst het systeem al het water in de tank met leidingwater, voor een betere
hygiëne.

9. DRUKOPBOUWFUNCTIE

Regeling start- en stopdruk
9.1 Regeling dip-switches
Drukopbouwfunctie: dip-switch 1 op ON
9.2 Regeling dip-switches: voor instelling van de drukwaarden
Startdruk van 1,5 tot 6 bar: dip-switch 3 op OFF
Startdruk van 3,5 tot 8 bar: dip-switch 3 op ON
Regeling enkele pomp
De startdruk kan worden ingesteld met de regeltrimmer (zie paragraaf 5.2 – ref.1) op het frontale controlepaneel dat op het deksel van het
Active System zit.
De stopdruk wordt altijd 1 bar hoger ingesteld dan de startdruk.
De pomp stopt wanneer de stopdruk wordt bereikt of wanneer de pompstroming minder is dan 2-3 liter/min. (de groene led brandt dan vast).
Let op! Stel de stopdruk nooit hoger in dan de max. drukwaarde die van toepassing is voor de pomp (zie het plaatje met
technische gegevens)! Anders kan het gebeuren dat het systeem het alarm tegen drooglopen activeert!
Regeling groepen met 2 pompen
Let op!
De startdruk wordt altijd geregeld door de MASTER-pomp.
NEDERLANDS
37

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis