Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Verbindingen Van Het Lascircuit; Lassen: Beschrijving Van De Procedure - Telwin TIG DC Series Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für TIG DC Series:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 19
5.5 VERBINDINGEN VAN HET LASCIRCUIT
LET OP! VOORDAT MEN DE VOLGENDE VERBINDINGEN UITVOERT,
MOET MEN CONTROLEREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD EN
LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET IS.
De Tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden voor de laskabels (in mm
van de maximum stroom verspreid door de lasmachine.
5.5.1 TIG-lassen
Verbinding toorts
- De kabel van de stroom in de desbetreffende snelklem (-) steken. De gasbuis van
de toorts verbinden met de gasfles.
Verbinding retourkabel van de lasstroom
- Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de metalen bank waarop dit
rust, zo dicht mogelijk bij de naad in uitvoering.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (+).
Verbinding met de gasfles
- De drukreductor vastdraaien op de klep van de gasfles en hierbij, indien nodig, de
desbetreffende reductie geleverd als toebehoren ertussen plaatsen.
- De ingangsbuis van het gas verbinden met de reductor en het meegeleverde bandje
vastdraaien.
- De beslagring van afstelling van de drukreductor loszetten voordat men de klep van
de gasfles opent.
- De gasfles openen en de hoeveelheid gas regelen (l/min) volgens de indicatieve
gegevens van gebruik, zie tabel (TAB. 3); eventuele aanpassingen van de
gasuitstroom kunnen uitgevoerd worden tijdens het lassen waarbij men altijd moet
ingrijpen op de beslagring van de drukreductor. De houding van de leidingen en
aansluitingen verifiëren.
LET OP! De klep van de gasfles altijd sluiten op het einde van het werk.
5.5.2 MMA-lassen
De quasi-totaliteit van de beklede elektroden moet verbonden worden met de positieve
pool (+) van de generator; uitzonderlijk met de negatieve pool (-) voor elektroden met
zure bekleding.
Verbinding laskabel tang-elektrodenhouder
Brengt op het uiteinde een speciale klem die dient om het onbedekte gedeelte van de
elektrode vast te draaien.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (+).
Verbinding retourkabel van de lasstroom
Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de metalen bank waarop dit
rust, zo dicht mogelijk bij de naad in uitvoering.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (-).
6. LASSEN: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE
6.1 TIG-LASSEN
6.1.1 Hoofdprincipes
Het TIG-lassen is een lasprocedure die de warmte gebruikt die geproduceerd wordt
door de elektrische boog die ontstoken wordt en behouden blijft tussen een niet-
smeltbare elektrode (Tungsteen) en het te lassen stuk. De elektrode van Tungsteen
wordt ondersteund door een toorts die geschikt is voor het overbrengen van de
lasstroom en voor de bescherming van de elektrode zelf en van het lasbad tegen
de atmosferische oxydatie middels een stroom van inert gas (gewoonlijk Argon: Ar
99.5%) dat uit de keramische sproeier komt (FIG. G).
Het TIG DC-lassen is geschikt voor alle zwakgelegeerde en hooggelegeerde
koolstofstalen en voor zware metalen zoals koper, nikkel, titaan en hun legeringen.
Voor het lassen in TIG DC met elektrode naar de pool (-) wordt gewoonlijk de elektrode
met 2% Cerium gebruikt (grijs gekleurde strook).
Het is noodzakelijk de elektrode van Tungsteen axiaal aan te punten aan de slijpschijf,
zie FIG. H, hierbij moet men erop letten dat de punt perfect concentrisch is teneinde
afwijkingen van de boog te voorkomen. Het is belangrijk het slijpen uit te voeren in
de richting van de lengte van de elektrode. Deze operatie moet regelmatig herhaald
worden in functie van het gebruik en de slijtage van de elektrode ofwel wanneer deze
toevallig bevuild, geoxydeerd of niet correct gebruikt werd.
Voor een goede lasoperatie is het strikt noodzakelijk de juiste diameter van elektrode
met de juiste stroom te gebruiken, zie tabel (TAB. 3).
Het normaal uitsteken van de elektrode uit de keramische sproeier bedraagt 2-3mm
en kan 8mm bereiken voor het hoeklassen.
Het lassen geschiedt door het smelten van de boorden van de naad. Voor dunne
diktes die op een geschikte manier werden voorbereid (tot circa 1mm) is er geen
lasmateriaal nodig (FIG. I).
Voor grotere diktes zijn staafjes nodig van dezelfde samenstelling als het basismateriaal
en met een gepaste diameter, met een adequate voorbereiding van de boorden (FIG.
L). Voor een goed resultaat van het lassen moeten de stukken zorgvuldig worden
schoongemaakt en mogen ze geen sporen van oxide, oliën, vetten, oplosmiddelen,
enz. vertonen.
6.1.2 Procedure (ontsteking LIFT)
- De lasstroom afstellen op de gewenste waarde met de knop; eventueel tijdens het
lassen aanpassen aan de noodzakelijke reële thermische toevoer.
- De correcte gasverspreiding verifiëren.
Het aansteken van de elektrische boog geschiedt met het contact en de verwijdering
van de elektrode van Tungsteen van het te lassen stuk. Deze manier van ontsteking
veroorzaakt minder elektrisch bestraalde storingen en beperkt tot een minimum de
insluitingen van Tungsteen en de slijtage van de elektrode; de punt van de elektrode
op het stuk laten rusten, een lichte druk uitoefenen en de elektrode 2-3mm optillen
met enkele ogenblikken van vertraging, zodanig dat men de ontsteking van de
boog bekomt. In het begin verspreidt de lasmachine een stroom I
ogenblikken zal de ingestelde lasstroom worden ingesteld.
- Om het lassen te onderbreken, de elektrode snel optillen van het stuk.
6.2 MMA-LASSEN
6.2.1 Hoofdprincipes
- Het is strikt noodzakelijk de aanwijzingen van de fabrikant te volgen die op de
verpakking van de gebruikte elektroden staan en die de correcte polariteit van de
elektrode en de desbetreffende optimale stroom aanduiden.
- De lasstroom moet geregeld worden in functie van de diameter van de gebruikte
elektrode en van het type van naad dat men wenst uit te voeren; bij wijze van
informatie zijn de bruikbare stromen voor de verschillende diameters van elektrode:
Ø Elektrode(mm)
) op basis
2
- Gelieve hierbij op te merken dat met eenzelfde diameter van de elektrode, hoge
stroomwaarden gebruikt zullen worden voor het horizontaal lassen terwijl voor
het verticaal lassen of het lassen boven het hoofd lagere stromen zullen gebruikt
worden.
- De mechanische kenmerken van de gelaste naad worden, naast de intensiteit van
de gekozen stroom, bepaald door de andere parameters van het lassen zoals de
lengte van de boog, de snelheid en de stand van uitvoering, de diameter en de
kwaliteit van de elektroden (voor een correcte bewaring moet men de elektroden
uit de buurt van vochtigheid houden, ze zijn beschermd door de speciaal daartoe
bestemde verpakkingen of bakken).
- De kenmerken van het lassen zijn ook afhankelijk van de waarde van Arc Force
(dynamisch gedrag) van de lasmachine. Deze parameter kan ingesteld worden
(indien voorzien) vanop het paneel, ofwel met een afstandbediening met 2
potentiometers.
- Gelieve hierbij op te merken dat hoge waarden van Arc Force een grotere penetratie
geven en het lassen toestaan in gelijk welke stand typisch met basische elektroden,
lage waarden van Arc Force maken een soepelere boog zonder spatten mogelijk
typisch met rutiele elektroden.
De lasmachine is bovendien uitgerust met inrichtingen Hot Start en Anti Stick die
respectievelijk gemakkelijke vertrekken en afwezigheid van vastlijmen van de
elektrode aan het stuk garanderen.
6.2.2 Procedure
- Terwijl men het masker VOOR HET GEZICHT houdt, de punt van de elektrode
op het te lassen stuk wrijven en hierbij een beweging uitvoeren alsof men een
lucifer aansteekt; dit is de meest correcte methode om de boog te ontsteken: indien
voorzien, met de inrichting VRD actief, wordt de ontsteking van de boog uitgevoerd
door de elektrode snel in contact te brengen met en te verwijderen van het te lassen
stuk.
LET OP: NIET met de elektrode op het stuk TIKKEN; men zou het risico lopen
de bekleding ervan te beschadigen en bijgevolg de ontsteking van de boog te
bemoeilijken.
- Zodra de boog ontstoken is, trachten een afstand van het stuk te behouden die
overeenstemt met de diameter van de gebruikte elektrode en deze afstand zo
constant mogelijk houden tijdens de uitvoering van het lassen; men moet zich
herinneren dat de inclinatie van de elektrode in de richting van de voorwaartse
beweging ongeveer 20-30 graden moet zijn.
- Op het einde van de lasnaad moet men het uiteinde van de elektrode lichtjes
achteruit zetten in vergelijking met de richting van de voorwaartse beweging, boven
de krater om het vullen uit te voeren, vervolgens de elektrode snel optillen uit het
smeltbad om het uitgaan van de boog te bekomen (Aspecten van de lasnaad - FIG.
M).
7. ONDERHOUD
OPGELET! VOORDAT MEN DE ONDERHOUDSOPERATIES UITVOERT,
MOET MEN VERIFIËREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN
LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
7.1 GEWOON ONDERHOUD
DE OPERATIES VAN GEWOON ONDERHOUD KUNNEN UITGEVOERD WORDEN
DOOR DE OPERATOR.
7.1.1 Toorts
- Vermijden de toorts en haar kabel te doen steunen op warme stukken; dit zou het
smelten van de isolerende materialen kunnen veroorzaken en bijgevolg de toorts
snel buiten werking stellen.
- Regelmatig de dichting van de leiding en de gasaansluitingen controleren.
- De tang voor het vastklemmen van de elektrode en de gekalibreerde gasverspreider
zorgvuldig aanpassen aan de diameter van de gekozen elektrode, teneinde
verhittingen, slechte gasverspreiding en bijhorende slechte werking te voorkomen.
- Vóór ieder gebruik de staat van slijtage en de juistheid van de montage van de
eindgedeelten van de toorts controleren: sproeier, elektrode, tang voor het
vastklemmen van de elektrode, gasverspreider.
7.2 BUITENGEWOON ONDERHOUD
DE OPERATIES VAN BUITENGEWOON ONDERHOUD MOETEN UITSLUITEND
UITGEVOERD WORDEN DOOR ERVAREN OF GESCHOOLD PERSONEEL OP
HET GEBIED VAN ELEKTRONICA-MECHANICA EN OVEREENKOMSTIG DE
TECHNISCHE NORM IEC/EN 60974-4.
OPGELET! VOORDAT MEN DE PANELEN VAN DE LASMACHINE
WEGNEEMT EN NAAR DE BINNENKANT ERVAN GAAT, MOET MEN
, na enkele
CONTROLEREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN LOSGEKOPPELD
BASE
IS VAN HET VOEDINGSNET.
Eventuele controles uitgevoerd onder spanning aan de binnenkant van de
lasmachine kunnen zware elektroshocks veroorzaken gegenereerd door een
rechtstreeks contact met gedeelten onder spanning en/of kwetsingen te wijten
aan een rechtstreeks contact met organen in beweging.
- Regelmatig en alleszins met een frequentie in functie van het gebruik en de
aanwezigheid van stof in het milieu, de binnenkant van de lasmachine controleren
en met een heel zachte borstel of met geschikte oplosmiddelen het stof wegnemen
dat zich heeft afgezet op de elektronische kaarten.
- Bij gelegenheid verifiëren of de elektrische verbindingen goed vastgedraaid zijn en
of de bekabelingen geen beschadigingen aan de isolering vertonen.
- Op het einde van deze operaties moet men de panelen van de lasmachine terug
monteren en hierbij de stelschroeven tot op het einde toe vastdraaien.
- Strikt vermijden de lasoperaties uit te voeren met een open lasmachine.
- Nadat men het onderhoud of de reparatie heeft uitgevoerd, de verbindingen en
bekabelingen herstellen zoals ze oorspronkelijk waren en erop letten dat ze niet
in contact komen met componenten in beweging of met componenten die hoge
temperaturen kunnen bereiken. Alle geleiders omwikkelen zoals ze oorspronkelijk
- 36 -
Min.
1.6
25
2
40
2.5
60
3.2
80
4
120
5
150
Lasstroom (A)
Max.
50
80
110
160
200
250

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis