Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bedieningspaneel Van Het Lasapparaat (Fig. C); Installatie; Plaats Van Het Lasapparaat; Aansluiten Op Het Elektriciteitsnet - Telwin Technomig 223 Treo Synergic Betriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 28
4.1.2 BEDIENINGSPANEEL VAN HET LASAPPARAAT (Fig. C)
1- selectie, bij indrukken, van de lasprocedure MIG-MAG (SYNERGETISCH of
HANDMATIG), TIG of MMA
MIG-MAG SYNERGETISCH
- Regeling van het lasvermogen.
MIG-MAG HANDMATIG
- Regeling voedingssnelheid van de draad.
TIG:
- Regeling van de lasstroom.
MMA:
- Regeling van de lasstroom.
2- toegang, bij indrukken, tot de menu's voor het instellen van de lasprocedures MIG-
MAG (SYNERGETISCH of HANDMATIG).
MIG-MAG SYNERGETISCH
- Regeling van de lasnaad (lengte van de boog)
MIG-MAG HANDMATIG
- Regeling van de lasnaad (lasspanning)
TIG:
- Niet ingeschakeld.
MMA:
- Niet ingeschakeld
3- LCD-display
4- selectie, door in te drukken, van toorts T1, T2, SPOOL GUN (MIG-MAG
SYNERGETISCH of HANDMATIG).
5- Signaleringsled van de ingestelde toorts T1, T2, SPOOL GUN (MIG-MAG
SYNERGETISCH of HANDMATIG).

5. INSTALLATIE

LET
OP!
VOER
DE
ELEKTRISCHE
AANSLUITINGEN
UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOGEN UITSLUITEND WORDEN
UITGEVOERD DOOR ERVAREN OF DESKUNDIG PERSONEEL.
VOORBEREIDING (Afb. D - D1)
Pak het lasapparaat uit, monteer de losse onderdelen die in de verpakking zitten.
Montage retourkabel-klem Afb. E
Montage laskabel-elektrodehouder AFB. F
5.1 PLAATS VAN HET LASAPPARAAT
Zoek de installatieplaats van het lasapparaat zo uit dat er geen obstakels zijn bij de
ingangs- en uitgangsopening van de koellucht; controleer ook of er geen geleidend
stof, corrosief vocht etc. wordt opgezogen.
Houd ten minste 250 mm ruimte vrij rondom het lasapparaat.
LET OP! Zet het lasapparaat op een vlakke ondergrond die geschikt is
om het gewicht ervan te dragen om omvallen of gevaarlijke verschuivingen te
voorkomen.
5.2 AANSLUITEN OP HET ELEKTRICITEITSNET
- Controleer voor het uitvoeren van elektrische aansluitingen of de gegevens op het
serieplaatje van het lasapparaat overeenkomen met de netspanning en –frequentie
op de installatieplaats.
- Het lasapparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een voedingssysteem met
geaarde nulleider.
- Gebruik aardlekschakelaars van het volgende type als bescherming tegen indirect
contact:
- Type A (
) voor eenfase-machines.
- Type B (
) voor driefasen machines.
- Om aan de vereisten van de norm EN 61000-3-11 (Flicker) te voldoen, wordt
aangeraden het lasapparaat aan te sluiten op de interfacepunten van het stroomnet
met een impedantie van minder dan Zmax = 0.24 ohm.
- Het lasapparaat voldoet niet aan de vereisten van de norm IEC/EN-61000-3-12.
Als het wordt aangesloten op een openbaar stroomnet, is het de verantwoordelijkheid
van de installateur of van de gebruiker om te controleren of het lasapparaat kan worden
aangesloten (raadpleeg indien nodig de beheerder van het distributienetwerk).
5.2.1 Stekker en contactdoos
(1~)
Sluit de stekker van de voedingskabel aan op een contactdoos met zekeringen of
automatische schakelaar; de aardklem moet op de aardgeleider (geel-groen) van de
voedingsleiding worden aangesloten.
(3~)
Een genormaliseerde stekker (3P + P.E) met een adequaat vermogen met de
voedingskabel verbinden en een contact van het net voorinstellen uitgerust met
zekeringen of een automatische schakelaar; een speciale terminal van de aarde moet
verbonden worden met de aardegeleider (geel-groen) van de voedingslijn.
De tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden in ampères van de vertraagde
zekeringen van de lijn gekozen op basis van de max. nominale stroom verdeeld door
de lasmachine en van de nominale voedingsspanning.
LET OP! Als de bovenstaande regels niet in acht worden genomen,
werkt het veiligheidssysteem van de constructeur (klasse I) niet meer, met de
daaruit volgende ernstige risico's voor personen (bijv. elektrische schok) en
zaken (bijv. brand).
5.3 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT

5.3.1 Aanbevelingen

OPGELET!
CONTROLEER
AANSLUITINGEN UITVOERT OF HET LASAPPARAAT IS UITGESCHAKELD EN
LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
ALLE
INSTALLATIEWERKZAAMHEDEN
UIT
MET
HET
VOORDAT
U
DE
In Tabel 1 (TAB. 1) staan de aanbevolen waarden voor de laskabels (in mm
van de maximale stroom die wordt afgegeven door het lasapparaat.
Verder:
- Draai de connectoren van de laskabels helemaal in de snelkoppelingen (als die er
zijn), voor een perfect elektrisch contact; als u dat niet doet, zullen de connectoren
oververhit raken en daardoor snel verslijten en minder efficiënt gaan werken.
- Gebruik zo kort mogelijke laskabels.
- Gebruik geen metalen constructies die geen deel uitmaken van het werkstuk als
vervanging van de retourkabel van de lasstroom; dat kan gevaarlijk zijn voor de
veiligheid en slechte lasresultaten opleveren.
5.3.2 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN MIG-MAG-MODUS
5.3.2.1 Aansluiting op de gasfles (als die wordt gebruikt)
- Gasfles die op de wagen mag staan: max. 30 kg.
- Schroef de drukverlager (*) op het ventiel van de gasfles met het speciale als
accessoire geleverde verloopstuk ertussen (als er Argon-gas of een mengsel van
Ar/CO
wordt gebruikt).
2
- Sluit de gastoevoerslang aan op de drukverlager en maak het bandje vast.
- Draai de regelring van de drukverlager los voordat u het ventiel van de gasfles
opent.
(*) Accessoire dat apart moet worden gekocht als het niet bij het product is geleverd.
5.3.2.2 Aansluiting retourkabel lasstroom
Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen werkbank
waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd.
5.3.2.3 Toorts (Afb. B)
Breng de toorts (B-4 of B-5) aan in de speciale connector (B-2 of B-3) en draai de
borgring met de hand goed vast. Bereid de toorts voor om de eerste draad te kunnen
laden: verwijder het mondstuk en het contactbuisje zodat de draad beter naar buiten
kan komen.
EN
5.3.2.4 Spool gun (Afb. B)
LASAPPARAAT
Breng de spool gun (B-9) aan in de speciale connector (B-7) en draai de borgring met
de hand goed vast. Breng ook de aansluiting van de stuurkabel aan in het speciale
contact (B-8). Het lasapparaat herkent automatisch de spool gun.
5.3.3 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN TIG-MODUS
5.3.3.1 Aansluiting op de gasfles
- Schroef de drukverlager op het ventiel van de gasfles met, indien nodig, het speciale
verloopstuk ertussen dat als accessoire wordt geleverd.
- Sluit de gastoevoerslang aan op de drukverlager en maak het bijgeleverde bandje
vast.
- Draai de regelring van de drukverlager los voordat u het ventiel van de gasfles
opent.
- Open de gasfles en regel de hoeveelheid gas (l/min.) volgens de indicatieve
gebruiksgegevens, zie tabel (TAB. 5); eventuele aanpassingen van de gasuitstroom
kunnen tijdens het lassen worden uitgevoerd met de ring van de drukverlager.
Controleer of de leidingen en aansluitingen niet lekken.
OPGELET! Sluit altijd het ventiel van de gasfles als u klaar bent.
5.3.3.2 Aansluiting retourkabel lasstroom
- Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen
werkbank waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd. Deze
kabel moet worden aangesloten op de klem met het symbool (+) (Fig. B-10).

5.3.3.3 Toorts

- Breng de kabel van de klemelektrode aan in de speciale snelklem (-) (Fig. B-11).
Sluit de gasslang van de toorts aan op de gasfles.
5.3.4 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN MMA-MODUS
Vrijwel alle beklede elektroden moeten op de positieve pool (+) van de generator
worden aangesloten; bij uitzondering op de negatieve pool (-) voor elektroden met
zure bekleding.
5.3.4.1 Aansluiting laskabel elektrodehouder
Brengt een speciale klem op de polen aan die het onbedekte gedeelte van de
elektrode moet vastklemmen. Deze kabel moet worden aangesloten op de klem met
het symbool (+) (Fig. B-10).
5.3.4.2 Aansluiting retourkabel lasstroom
- Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen
werkbank waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd. Deze
kabel moet worden aangesloten op de klem met het symbool (-) (Fig. B-11).
5.4 LADING DRAAD SPOEL (FIG. G, H)
OPGELET! VOORDAT MEN BEGINT MET DE LAADOPERATIES VAN DE
DRAAD, MOET MEN CONTROLEREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS
EN LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
VERIFIËREN OF DE ROLLEN DRAADTREKKER, HET OMHULSEL DRAADGELEIDER
EN HET CONTACTBUISJE VAN DE TOORTS OVEREENSTEMMEN MET DE
DIAMETER EN DE AARD VAN DE DRAAD DIE MEN WENST TE GEBRUIKEN EN
OF ZE CORRECT GEMONTEERD ZIJN. TIJDENS DE FASEN VAN INVOER VAN DE
DRAAD GEEN BESCHERMENDE HANDSCHOENEN DRAGEN.
- De ruimte haspel openen.
- De draadspoel op de haspel plaatsen, en hierbij het uiteinde van de draad naar
boven houden, controleren of de aandrijfpin van de haspel op correcte wijze in het
voorzien gat behuisd is (1a).
- De contrarol/rollen van druk vrijmaken en verwijderen van de onderste rol/rollen
(2a).
- Verifiëren of de rol/rollen van tractie geschikt is/zijn voor de gebruikte draad (2b).
- Het uiteinde van de draad vrijmaken, het vervormd uiteinde recht en zonder bramen
afknippen, de spoel draaien tegen de wijzers van de klok en het uiteinde van de
draad in de draadgeleider van de ingang steken en 50-100mm in de draadgeleider
van de aansluiting toorts (2c) duwen.
- De contrarol/rollen terugplaatsen en de druk ervan regelen op een gemiddelde
waarde; verifiëren of de draad correct geplaatst is in de uitholling van de onderste
rol (3).
VOLGENDE
- De sproeier en het contactbuisje wegnemen (4a).
- De stekker in het stopcontact steken, de lasmachine aanschakelen, de drukknop
- 54 -
) op basis
2

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis