Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Modus Inschakelen En Uitschakelen Waterkoelingsgroep G.r.a. (Indien Aanwezig); Installatie; Inrichting; Assemblage Retourkabel- Tang (Fig. E) - Telwin TIG DC Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für TIG DC:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 27
5b HOT START
In de MMA-modus staat dit voor de dynamische overspanning "HOT
START" (instelling 0 ÷ 100%). Op het display wordt de percentuele toename
aangegeven ten opzichte van de vooraf geselecteerde waarde van de
lasstroom. Met deze instelling wordt het lassen meer vloeiend.
5c HOOFDSTROOM (I
)
2
In de TIG-modus geeft MMA de uitgangsstroom I
gemeten in Ampère.
5d ARC FORCE
In de MMA-modus geeft dit de dynamische overstroom "ARC FORCE" aan
(instelling 0÷100), waarbij op het display de percentuele toename wordt
aangegeven ten opzichte van de vooraf geselecteerde waarde van de
lasstroom. Deze instelling maakt het lassen meer vloeiend en voorkomt dat
de elektrode aan het werkstuk vastplakt.
6- Encoder-knop voor het instellen van parameters (5) en toets voor het selecteren
van parameters (5).
7- Alfanumeriek display.
8- Led AFSTANDSBEDIENING. Hiermee kan de bediening van de lasparameters
worden overgedragen naar de afstandsbediening.
9- WaarschuwingsLED ALARM (de machine is geblokkeerd).
De reset is automatisch wanneer de oorzaak van het alarm is opgeheven.
Alarmmeldingen die op het display (7) worden weergegeven FIG. D1:
- "AL. 1" : inschakeling van de thermische beveiliging van het primaire circuit
(indien aanwezig).
- "AL. 2" : inschakeling thermische beveiliging van het secundaire circuit
- "AL. 3" : inschakeling overspanningsbeveiliging van de voedingslijn
- "AL. 4" : inschakeling onderspanningsbeveiliging van de voedingslijn
- "AL. 8" : hulpspanning buiten bereik
10- Groene led, vermogen ingeschakeld.
4.3 Modus INSCHAKELEN en UITSCHAKELEN waterkoelingsgroep G.R.A.
(indien aanwezig)
Inschakelprocedure:
1- De machine inschakelen met de hoofdschakelaar (1) en tegelijkertijd de
rechtertoets op het voorpaneel (6a) ingedrukt houden.
2- Op het display verschijnt, na de inschakelprocedure, de tekst "G.r.a - OFF"
(fabrieksconfiguratie: koelingsgroep uitgeschakeld).
3- Aan de knop van de encoder (9) draaien zodat op het display de tekst "G.r.a - on"
verschijnt.
4- De selectie bevestigen door eenmaal op de toets van de encoder (9) te drukken.
De koelingsgroep is dan ingeschakeld.
Uitschakelprocedure:
Dezelfde procedure herhalen en de tekst "G.r.a. - OFF" instellen als u de groep wilt
uitschakelen.
N.B.: Als het lasapparaat is ingesteld op de modus "G.r.a. - on" maar er geen
koelingsgroep is aangesloten, wordt na enkele seconden werking de beveiliging door
defect aan het koelcircuit ingeschakeld (tekst "AL.9").

5. INSTALLATIE

OPGELET! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE EN ELEKTRISCHE
AANSLUITINGEN
UITVOEREN
UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOETEN UITSLUITEND UITGEVOERD
WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD PERSONEEL.

5.1 INRICHTING

De lasmachine uitpakken, de montage van de losgemaakte gedeelten bevat in de
verpakking uitvoeren.
5.1.1 Assemblage retourkabel- tang (FIG. E)
5.1.2 Assemblage laskabel -tang elektrodenhouder (FIG. F)
5.2 PLAATSING VAN DE LASMACHINE
De plaats van installatie van de lasmachine identificeren zodanig dat er zich geen
hindernissen bevinden ter hoogte van de opening van de ingang en de uitgang van
de koellucht (geforceerde circulatie middels ventilators, indien aanwezig); tegelijkertijd
controleren of er geen geleidend stof, corrosieve dampen, vocht, enz. aangezogen
worden.
Minstens 250mm ruimte vrijhouden rond de lasmachine.
aan. De parameter wordt
2
MET
DE
LASMACHINE
OPGELET! De lasmachine plaatsen op een horizontaal oppervlak
met een adequaat draagvermogen voor het gewicht teneinde de kanteling of
gevaarlijke verplaatsingen te voorkomen.
5.3 AANSLUITING OP HET NET
- Voordat men gelijk welke elektrische aansluiting uitvoert, moet men verifiëren
of de gegevens van de kentekenplaat overeenstemmen met de spanning en de
frequentie van het net die beschikbaar zijn op de plaats van installatie.
- De lasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op een voedingssysteem met
een neutraalgeleider verbonden met de aarde.
- Om
de
bescherming
differentiaalschakelaars gebruiken van het type:
- Type A (
- Type B (
- Om aan de vereisten van de norm EN 61000-3-11 (Flicker) te voldoen, wordt
aangeraden het lasapparaat aan te sluiten op de interfacepunten van het stroomnet
met een impedantie van minder dan:
Zmax = 0.234 Ohm (3P+T 230V)
Zmax = 0.286 Ohm (3P+T 400V)
Zmax = 0.234 Ohm (1/N/PE 230V) 200A AC/DC
Zmax = 0.218 Ohm (1/N/PE 230V) 220A DC
- Het lasapparaat voldoet niet aan de vereisten van de norm IEC/EN-61000-3-12.
Als het wordt aangesloten op een openbaar stroomnet, is het de verantwoordelijkheid
van de installateur of van de gebruiker om te controleren of het lasapparaat
kan worden aangesloten (raadpleeg indien nodig de beheerder van het
distributienetwerk).
5.3.1 Stekker en contact
Een genormaliseerde stekker, (2P + P.E) (1~); (3P + P.E) (3~) met een adequaat
vermogen met de voedingskabel verbinden en een contact van het net voorinstellen
uitgerust met zekeringen of een automatische schakelaar; een speciale terminal
van de aarde moet verbonden worden met de aardegeleider (geel-groen) van de
voedingslijn. De tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden in ampères van de
vertraagde zekeringen van de lijn gekozen op basis van de max. nominale stroom
verdeeld door de lasmachine en van de nominale voedingsspanning.
OPGELET! Het niet in acht nemen van de voornoemde regels maakt het
door de fabrikant voorzien veiligheidssysteem inefficiënt (klasse I) met daaruit
volgende zware risico's voor de personen (vb. elektroshock) en voor de dingen
(vb. brand).
5.4 VERBINDINGEN VAN HET LASCIRCUIT
OPGELET! VOORDAT MEN DE VOLGENDE VERBINDINGEN UITVOERT,
MOET MEN CONTROLEREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN
LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
De Tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden voor de laskabels (in mm
van de maximum stroom verdeeld door de lasmachine.

5.4.1 TIG-lassen

Verbinding toorts
- De stroomdragende kabel invoeren in de desbetreffende klem snapmofverbinding
(-)/~. De connector met drie polen (drukknop toorts) verbinden met de desbetreffende
verbinding. De gasbuis van de toorts verbinden met de desbetreffende aansluiting.
Verbinding kabel retour van de lasstroom
- Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de metalen bank waarop het
steunt, zo dicht mogelijk bij de koppeling in uitvoering.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (+) (~ voor
machines TIG die het lassen in AC voorzien).
Verbinding met de gasfles
- De drukreductor vastdraaien op de klep van de gasfles en hierbij de desbetreffende
reductie ertussen plaatsen die als accessoire geleverd wordt, wanneer het Argongas
gebruikt wordt .
- De ingangsbuis van het gas verbinden met de reductor en het strookje in dotatie
vastdraaien.
- De beslagring van afstelling van de drukreductor loszetten voordat men de klep van
de gasfles opent.
- De gasfles openen en de hoeveelheid gas regelen (l/min) volgens de indicatieve
gegevens van gebruik, zie tabel (TAB. 4); eventuele bijregelingen van de gastoevoer
kunnen uitgevoerd worden tijdens het lassen waarbij men steeds moet ingrijpen op
de beslagring van de drukreductor. De dichting van de leidingen en aansluitingen
verifiëren.
OPGELET! De klep van de gasfles altijd sluiten op het einde van de
werkzaamheden.

5.4.2 MMA-LASSEN

Bijna alle beklede elektroden moeten verbonden worden met de positieve pool (+)
van de generator; uitzonderlijk met de negatieve pool (-) voor elektroden met zure
bekleding.
Verbinding laskabel tang-elektrodenhouder
Brengt op de terminal een speciale klem die dient om het onbedekt gedeelte van de
VOLLEDIG
elektrode vast te zetten.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (+).
Verbinding retourkabel van de lasstroom
Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de metalen bank waarop het
steunt, zo dicht mogelijk bij de koppeling in uitvoering.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (-).
Aanbevelingen:
- De connectors van de laskabels tot op het einde toe draaien in de
snapmofverbindingen (indien aanwezig), om een perfect elektrisch contact te
garanderen; zoniet zullen er zich verhittingen van de connectors zelf voordoen met
een bijhorende snelle slijtage en verlies van efficiëntie.
- De kortst mogelijke laskabels gebruiken.
- Vermijden metalen structuren te gebruiken die geen deel uitmaken van het stuk in
bewerking, ter vervanging van de retourkabel van de lasstroom; dit kan gevaarlijk
zijn voor de veiligheid en onbevredigende resultaten geven voor het lassen.
6. LASSEN: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE
6.1 TIG-lassen
Het TIG-lassen is een lasprocedure die de warmte gebruikt geproduceerd door
de elektrische boog die ontstoken en onderhouden wordt tussen een onsmeltbare
elektrode (Tungsteen) en het te lassen stuk. De Tungsteen elektrode wordt
ondersteund door een toorts die geschikt is om de lasstroom erop over te brengen
- 54 -
tegen
onrechtstreeks
) voor eenfase machines;
) voor driefasen machines.
contact
te
garanderen,
) op basis
2

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Tig mmaTig ac/dcTig hf/lift

Inhaltsverzeichnis