Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Plaats Van Het Lasapparaat - Telwin ELECTROMIG 230 WAVE 400V Bedienungsanleitung

Professionelle schweißmaschinen mig-mag, tig (dc), mma mit invertertechnik
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 29
4.1.2 BEDIENINGSPANEEL VAN HET LASAPPARAAT (Fig. C)
1- TFT-display.
2- Knop voor handmatig vooruitbrengen van de draad. Hiermee kan de draad vooruit
worden gebracht in de huls van de toorts zonder dat u op de toortstoets hoeft te
drukken; de knop heeft een tijdelijke werking en de bewegingssnelheid is vast.
3- Knop voor handmatige inschakeling van de elektromagnetische gasklep. Maakt
een gasuitstroom mogelijk (leidingen schoonspoelen, debiet instellen) zonder
dat u op de toortstoets hoeft te drukken; wanneer deze knop is ingedrukt, blijft
de elektromagnetische klep 20 seconden actief of totdat de knop opnieuw wordt
ingedrukt.
4- Multifunctionele toets:
-
: toegang tot het hoofdmenu;
-
: inschakeling/uitschakeling van de parameter die op het lasscherm moet
worden weergegeven;
5- Multifunctionele knop:
- door aan de knop te draaien, kunt u door de verschillende menuonderdelen
bladeren;
- door de knop in te drukken, kan het geselecteerde onderdeel worden geopend,
door eraan te draaien kan de waarde worden veranderd, door de knop opnieuw
in te drukken, kan de waarde worden bevestigd;
- als de knop minstens 3 seconden ingedrukt wordt gehouden, kunnen de
variabelen in de synergetische modus worden ingesteld (type materiaal,
diameter draad, type gas, 2T, 4T, 4T bi-level, SPOT).
6- Multifunctionele toets:
-
: toegang tot de parameter die op het lasscherm moet worden
weergegeven;
-
: terug naar het bovenliggende menu.
7 - USB-poort.
5. INSTALLATIE
LET
OP!
VOER
DE
ELEKTRISCHE
AANSLUITINGEN
UITGESCHAKELD EN LOSGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOGEN UITSLUITEND WORDEN
UITGEVOERD DOOR ERVAREN OF DESKUNDIG PERSONEEL.
VOORBEREIDING (Afb. D)
Pak het lasapparaat uit, monteer de losse onderdelen die in de verpakking zitten.
Montage retourkabel-klem Afb. E
Montage laskabel-elektrodehouder AFB. F
5.1 PLAATS VAN HET LASAPPARAAT
Zoek de installatieplaats van het lasapparaat zo uit dat er geen obstakels zijn bij de
ingangs- en uitgangsopening van de koellucht; controleer ook of er geen geleidend
stof, corrosief vocht etc. wordt opgezogen.
Houd ten minste 250 mm ruimte vrij rondom het lasapparaat.
LET OP! Zet het lasapparaat op een vlakke ondergrond die geschikt is
om het gewicht ervan te dragen om omvallen of gevaarlijke verschuivingen te
voorkomen.
5.2 AANSLUITEN OP HET ELEKTRICITEITSNET
- Controleer voor het uitvoeren van elektrische aansluitingen of de gegevens op het
serieplaatje van het lasapparaat overeenkomen met de netspanning en –frequentie
op de installatieplaats.
- Het lasapparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een voedingssysteem met
geaarde nulleider.
- Gebruik aardlekschakelaars van het volgende type als bescherming tegen indirect
contact:
- Type A (
) voor eenfase-machines.
- Type B (
) voor driefasen machines.
- Om aan de vereisten van de norm EN 61000-3-11 (Flicker) te voldoen, wordt
aangeraden het lasapparaat aan te sluiten op de interfacepunten van het stroomnet
met een impedantie van minder dan Zmax = 0.24 ohm.
- Het lasapparaat voldoet niet aan de vereisten van de norm IEC/EN-61000-3-12.
Als het wordt aangesloten op een openbaar stroomnet, is het de verantwoordelijkheid
van de installateur of van de gebruiker om te controleren of het lasapparaat kan worden
aangesloten (raadpleeg indien nodig de beheerder van het distributienetwerk).
5.2.1 Stekker en contactdoos
Een genormaliseerde stekker (3P + P.E) met een adequaat vermogen met de
voedingskabel verbinden en een contact van het net voorinstellen uitgerust met
zekeringen of een automatische schakelaar; een speciale terminal van de aarde moet
verbonden worden met de aardegeleider (geel-groen) van de voedingslijn.
De tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden in ampères van de vertraagde
zekeringen van de lijn gekozen op basis van de max. nominale stroom verdeeld door
de lasmachine en van de nominale voedingsspanning.
LET OP! Als de bovenstaande regels niet in acht worden genomen,
werkt het veiligheidssysteem van de constructeur (klasse I) niet meer, met de
daaruit volgende ernstige risico's voor personen (bijv. elektrische schok) en
zaken (bijv. brand).
5.3 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT
5.3.1 Aanbevelingen
OPGELET!
CONTROLEER
AANSLUITINGEN UITVOERT OF HET LASAPPARAAT IS UITGESCHAKELD EN
LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
ALLE
INSTALLATIEWERKZAAMHEDEN
UIT
MET
HET
VOORDAT
U
DE
In Tabel 1 (TAB. 1) staan de aanbevolen waarden voor de laskabels (in mm
van de maximale stroom die wordt afgegeven door het lasapparaat.
Verder:
- Draai de connectoren van de laskabels helemaal in de snelkoppelingen (als die er
zijn), voor een perfect elektrisch contact; als u dat niet doet, zullen de connectoren
oververhit raken en daardoor snel verslijten en minder efficiënt gaan werken.
- Gebruik zo kort mogelijke laskabels.
- Gebruik geen metalen constructies die geen deel uitmaken van het werkstuk als
vervanging van de retourkabel van de lasstroom; dat kan gevaarlijk zijn voor de
veiligheid en slechte lasresultaten opleveren.
5.3.2 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN MIG-MAG-MODUS
5.3.2.1 Aansluiting op de gasfles (als die wordt gebruikt)
- Gasfles die op de wagen mag staan: max. 30 kg.
- Schroef de drukverlager (*) op het ventiel van de gasfles met het speciale als
accessoire geleverde verloopstuk ertussen (als er Argon-gas of een mengsel van
Ar/CO
wordt gebruikt).
2
- Sluit de gastoevoerslang aan op de drukverlager en maak het bandje vast.
- Draai de regelring van de drukverlager los voordat u het ventiel van de gasfles
opent.
(*) Accessoire dat apart moet worden gekocht als het niet bij het product is geleverd.
5.3.2.2 Aansluiting retourkabel lasstroom
Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen werkbank
waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd.
5.3.2.3 Toorts (Afb. B)
Breng de toorts (B-3) aan in de speciale connector (B-2) en draai de borgring met de
hand goed vast. Bereid de toorts voor om de eerste draad te kunnen laden: verwijder
het mondstuk en het contactbuisje zodat de draad beter naar buiten kan komen.
5.3.2.4 Spool gun (Afb. B)
Breng de spool gun (B-6) aan in de speciale connector (B-2) en draai de borgring met
de hand goed vast. Breng ook de aansluiting van de stuurkabel aan in het speciale
contact (B-5). Het lasapparaat herkent automatisch de spool gun.
5.3.3 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN TIG-MODUS
EN
5.3.3.1 Aansluiting op de gasfles
LASAPPARAAT
- Schroef de drukverlager op het ventiel van de gasfles met, indien nodig, het speciale
verloopstuk ertussen dat als accessoire wordt geleverd.
- Sluit de gastoevoerslang aan op de drukverlager en maak het bijgeleverde bandje
vast.
- Draai de regelring van de drukverlager los voordat u het ventiel van de gasfles
opent.
- Open de gasfles en regel de hoeveelheid gas (l/min.) volgens de indicatieve
gebruiksgegevens, zie tabel (TAB. 5); eventuele aanpassingen van de gasuitstroom
kunnen tijdens het lassen worden uitgevoerd met de ring van de drukverlager.
Controleer of de leidingen en aansluitingen niet lekken.
OPGELET! Sluit altijd het ventiel van de gasfles als u klaar bent.
5.3.3.2 Aansluiting retourkabel lasstroom
- Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen
werkbank waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd. Deze
kabel moet worden aangesloten op de klem met het symbool (+) (Fig. B-7).
5.3.3.3 Toorts
- Breng de kabel van de klemelektrode aan in de speciale snelklem (-) (Fig. B-8). Sluit
de gasslang van de toorts aan op de gasfles.
5.3.4 AANSLUITINGEN VAN HET LASCIRCUIT IN MMA-MODUS
Vrijwel alle beklede elektroden moeten op de positieve pool (+) van de generator
worden aangesloten; bij uitzondering op de negatieve pool (-) voor elektroden met
zure bekleding.
5.3.4.1 Aansluiting laskabel elektrodehouder
Brengt een speciale klem op de polen aan die het onbedekte gedeelte van de
elektrode moet vastklemmen. Deze kabel moet worden aangesloten op de klem met
het symbool (+) (Fig. B-7).
5.3.4.2 Aansluiting retourkabel lasstroom
- Deze moet worden aangesloten op het te lassen werkstuk of op de metalen
werkbank waarop dit ligt, zo dicht mogelijk bij de las die wordt uitgevoerd. Deze
kabel moet worden aangesloten op de klem met het symbool (-) (Fig. B-8).
5.4 DRAADSPOEL LADEN (Fig. G)
OPGELET! CONTROLEER VOORDAT U DE DRAAD GAAT LADEN
OF HET LASAPPARAAT IS UITGESCHAKELD EN OF DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT IS GEHAALD.
CONTROLEER OF DE DRAADTREKKERROLLEN, DE DRAADGELEIDERHULS EN
HET CONTACTBUISJE VAN DE TOORTS OVEREENKOMEN MET DE DIAMETER
EN DE AARD VAN DE DRAAD DIE U WILT GEBRUIKEN EN OF DEZE GOED
ZIJN AANGEBRACHT. DRAAG TIJDENS HET INVOEREN VAN DE DRAAD GEEN
BESCHERMENDE HANDSCHOENEN.
- Open het luik van de haspelruimte.
- Draai de blokkeerring van de spoel los.
- Plaats de draadspoel op de haspel; controleer of de pin voor het afwikkelen van de
haspel goed in het daarvoor bestemde gat zit (1a).
- Draai de blokkeerring van de spoel vast, met als dat nodig is een geschikte
afstandhouder ertussen (1a).
- Maak de contradrukrol(-len) vrij en verwijder deze van de onderste rol(-len) (2a).
- Controleer of de trekkerrol(-len) geschikt is/zijn voor de gebruikte draad (2b).
- Maak het begin van de draad vrij, snijd het vervormde uiteinde recht af, zonder
uitsteeksels; draai de spoel linksom en steek het uiteinde van de draad in de ingangs-
draadgeleider. Duw de draad 50-100 mm in de draadgeleider van de toortskoppeling
(2c).
- Plaats de contrarol(-len) terug en stel de druk in op een gemiddelde waarde.
Controleer of de draad goed in de holte van de onderste rol(-len) zit (3).
VOLGENDE
- Verwijder het mondstuk en het contactbuisje (4a).
- Steek de stekker van het lasapparaat in het stopcontact, schakel het lasapparaat in
en druk de knop van de toorts of de knop voor het vooruitbrengen van de toorts in
- 55 -
) op basis
2

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis