Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Algemene Veiligheid Voor Het Booglassen - Telwin INVERPULSE 320 MIG-MAG Bedienungsanleitung

Professionelle draht-schweißmaschinen
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 22
NEDERLANDS

1. ALGEMENE VEILIGHEID VOOR HET BOOGLASSEN ......................................40

2. INLEIDING EN ALGEMENE BESCHRIJVING .....................................................41
2.2 LASBAARHEID VAN METALEN .....................................................................41
2.3 SERIE ACCESSOIRES ...................................................................................41
2.4 ACCESSOIRES OP AANVRAAG ...................................................................41
3.TECHNISCHE GEGEVENS ...................................................................................41
3.1 KENTEKENPLAAT ..........................................................................................41
3.2 ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS ............................................................41
4. BESCHRIJVING VAN DE LASMACHINE ............................................................41
4.1 INRICHTINGEN VAN CONTROLE, REGELING EN VERBINDING ...............41
4.1.1 Lasmachine met geïntegreerd slepen op de voorkant...........................41
4.2 CONTROLEPANEEL VAN DE LASMACHINE ................................................41
4.3 OPROEP EN OPSLAAN VAN DE PROGRAMMA'S .......................................43
4.3.1 OPROEP DOOR DE FABRIKANT
VOOROPGESLAGEN PROGRAMMA'S ...............................................43
4.3.1.1 Programma's SYNERGETISCHE MIG-MAG ...........................43
4.3.1.2 WERKING IN MODALITEIT MANUEEL ("PRG 0") ...................43
4.3.2 OPSLAAN EN OPROEPEN VAN GEPERSONALISEERDE
PROGRAMMA'S IN MIG-MAG .............................................................43
4.3.2.1 Inleiding .....................................................................................43
4.3.2.2 Capaciteiten van opslaan van gepersonaliseerde
programma's in MIG-MAG .........................................................43
4.3.2.3 Procedure van opslaan (SAVE) .................................................43
4.3.2.4 Procedure van oproep van een gepersonaliseerd
programma (RECALL) ...............................................................43
5. INSTALLATIE ........................................................................................................43
5.1 INRICHTING ...................................................................................................43
5.2 MODALITEIT VAN OPTILLEN VAN DE LASMACHINE ..................................43
5.3 PLAATSING VAN DE LASMACHINE ..............................................................43
5.4 AANSLUITING OP HET NET ..........................................................................43
5.4.1 Waarschuwingen ...................................................................................43
5.4.2 Stekker en contact ................................................................................43
5.5 VERBINDINGEN VAN HET LASCIRCUIT .....................................................43
5.5.1 DRAADLASSEN MIG-MAG ...................................................................43
5.5.1.1 Verbinding met de gasfles ..................................................................43
5.5.1.2 Verbinding van de Toorts ....................................................................43
LASMACHINE MET CONTINUE DRAADVOEDING MET BOOG MIG-MAG EN
VOORZIENE
FLUX
TIG, MMA VOOR PROFESSIONEEL EN INDUSTRIEEL
GEBRUIK.
Opmerking: In de volgende tekst zal de term "lasmachine" gebruikt worden .
1. ALGEMENE VEILIGHEID VOOR HET BOOGLASSEN
De operator moet voldoende ingelicht zijn voor wat betreft een veilig gebruik
van de lasmachine en over de risico's in verband met de procedures van het
booglassen, de desbetreffende beschermingsmaatregelen en procedures bij
noodgevallen.
(Ook beroep doen op de "TECHNISCHE SPECIFICATIE IEC of CLC/TS 62081":
INSTALLATIE EN GEBRUIK VAN APPARATUUR VOOR HET BOOGLASSEN).
- Rechtstreeks contact met de lascircuits vermijden; de nullastspanning
geleverd door de lasmachine kan in bepaalde gevallen gevaarlijk zijn.
- De verbinding van de laskabels, de operaties van nazicht en reparatie moeten
uitgevoerd worden met een uitgeschakelde lasmachine die losgekoppeld is
van het voedingsnet.
- De lasmachine uitschakelen en loskoppelen van het voedingsnet voordat men
de versleten elementen van de toorts vervangt.
- De
elektrische
installatie
ongevallenpreventienormen en -wetten.
- De lasmachine mag uitsluitend verbonden worden met een voedingsnet met
een neutraalgeleider verbonden met de aarde.
- Verifiëren of het voedingscontact correct verbonden is met de beschermende
aarde.
- De lasmachine niet gebruiken in vochtige of natte ruimten of in de regen.
- Geen kabels met een versleten isolering of met loszittende verbindingen
gebruiken.
- In aanwezigheid van een koelunit met vloeistof moeten de operaties van
het vullen uitgevoerd worden met een uitgeschakelde lasmachine die
losgekoppeld is van het voedingsnet.
- Niet lassen op containers, bakken of leidingen die vloeibare of gasachtige
ontvlambare producten bevatten of bevat hebben.
- Vermijden te werken op materialen die schoongemaakt zijn met chloorhoudende
oplosmiddelen of in de nabijheid van dergelijke producten.
- Niet lassen op bakken onder druk.
- Alle ontvlambare producten uit de werkzone verwijderen (vb. hout, papier,
vodden, enz.).
- Zorgen voor een adequate ventilatie of voor geschikte middelen voor de
afvoer van de lasrook in de nabijheid van de boog; er is een systematische
benadering nodig voor de evaluatie van de limieten van blootstelling aan de
lasrook in functie van hun samenstelling, concentratie en tijdsduur van de
blootstelling zelf.
- De gasfles (indien gebruikt) beschermen tegen warmtebronnen, inbegrepen
zonnestralen).
- Een adequate elektrische isolering gebruiken tegen de elektrode, het stuk in
bewerking en eventuele op de grond geplaatste metalen elementen die in de
nabijheid staan (die toegankelijk zijn).
Dit kan normaal bekomen worden door het dragen van handschoenen,
veiligheidsschoeisel,
hoofddeksels en voor dit doel voorziene kledij en
middels het gebruik van voetplanken of isolerende tapijten.
- De ogen altijd beschermen met de speciaal daartoe bestemde niet-actinistiche
glazen gemonteerd op maskers of helmen.
uitvoeren
volgens
de
INHOUD
pag.
5.5.1.3 Verbinding retourkabel van de lasstroom ..........................................43
5.5.2 TIG-LASSEN ........................................................................................43
5.5.2.1 Verbinding met de gasfles ........................................................43
5.5.2.2 Verbinding retourkabel van de lasstroom .................................44
5.5.2.3 Verbinding van de toorts ............................................................44
5.5.3 LASSEN MET BEKLEDE ELEKTRODE MMA ......................................44
5.5.3.1 Verbinding van de tang elektrodenhouder .................................44
5.5.3.2 Verbinding retourkabel van de lasstroom .................................44
5.5.4 AANBEVELINGEN................................................................................44
5.6 LADING DRAAD SPOEL ................................................................................44
5.7 VERVANGING VAN HET OMHULSEL DRAADGELEIDER
IN DE TOORTS ...............................................................................................44
5.7.1 Spiraalvormig omhulsel voor stalen draden...........................................44
5.7.2 Omhulsel in synthetisch materiaal voor aluminium draden ...................44
6. LASOPERATIE: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE .................................44
6.1 MIG-MAG-LASSEN .........................................................................................44
6.1.1 MODALITEIT VAN TRANSFER SHORT ARC (KORTE BOOG) ..........44
6.1.2 MODALITEIT VAN TRANSFER SPRAY ARC (SPRAY BOOG) ...........44
6.1.3 MODALITEIT VAN TRANSFER PULSE ARC
(GEPULSEERDE BOOG) .....................................................................44
6.1.4 REGELING VAN DE PARAMETERS IN MIG-MAG-LASSEN ..............45
6.1.4.1 Beschermend gas ...............................................................................45
6.1.4.2 Lasstroom ..........................................................................................45
6.1.4.3 Boogspanning en Vernauwing van de boog (pinch-off) ......................45
6.1.5 WERKING BI-LEVEL EN PULSE ON PULSE .......................................45
6.2 TIG-LASSEN (DC) ....................................................................................45
6.2.1 Ontsteking LIFT .....................................................................................45
6.3 LASSEN MET BEKLEDE ELEKTRODE MMA .........................................45
6.4 KWALITEIT VAN HET LASSEN ...............................................................45
7. ONDERHOUD ............................................................................................45
7.1 GEWOON ONDERHOUD ........................................................................45
7.1.1 Toorts .....................................................................................................45
7.1.2 Draadvoeder .........................................................................................45
7.2 BUITENGEWOON ONDERHOUD ..................................................................45
8. DEFECTEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN ...................................................45
De speciale beschermende vuurwerende kledingstukken dragen en hierbij
vermijden de huid bloot te stellen aan de ultraviolet en infrarood stralen
geproduceerd door de boog; de bescherming moet ook uitgebreid worden naar
de andere personen in de nabijheid van de boog middels niet reflecterende
schermen of gordijnen.
- Lawaai: Indien omwille van bijzonder intensieve lasoperaties een persoonlijk
dagelijks niveau van blootstelling (LEPd) wordt vastgesteld dat gelijk is aan
of groter is dan 85db (A), is het gebruik verplicht van adequate individuele
beschermingsmiddelen.
- De elektromagnetische velden gegenereerd door het lasproces kunnen
interfereren met de werking van de elektrische en elektronische apparatuur.
De dragers van vitale elektrische of elektronische apparatuur (vb. Pace-maker,
ademhalingstoestellen enz...), moeten de geneesheer raadplegen voordat ze
blijven staan in de nabijheid van de gebruikszones van deze lasmachine.
Men raadt het gebruik van deze lasmachine af aan de dragers van vitale
elektrische of elektronische apparatuur.
voorziene
- Deze lasmachine voldoet aan de vereisten van de technische standaards
voor producten voor een uitsluitend gebruik in industriële ruimten en voor
professionele doeleinden. De overeenstemming met de elektromagnetische
compatibiliteit in een huiselijke ruimte is niet gegarandeerd.
SUPPLEMENTAIRE VOORZORGSMAATREGELEN
- DE OPERATIES VAN HET LASSEN:
- In een ruimte met een verhoogd risico van elektroshock
- In aangrenzende ruimten
- In aanwezigheid van ontvlambare of ontploffende materialen
MOETEN vooraf geëvalueerd worden door een "Verantwoordelijke expert" en
altijd uitgevoerd worden in aanwezigheid van andere personen die opgeleid
zijn voor ingrepen in noodgeval.
De technische beschermingsmiddelen beschreven in 5.10; A.7; A.9. van de
"TECHNISCHE SPECIFICATIE IEC of CLC/TS 62081" MOETEN toegepast
worden.
- Het lassen MOET verboden zijn terwijl de lasmachine of de draadvoeder
ondersteund wordt door de operator (vb. middels riemen).
- Het lassen MOET verboden zijn met een operator die van de grond opgeheven
staat, behoudens het eventueel gebruik van een veiligheidsplatform.
- SPANNING TUSSEN ELEKTRODENHOUDER OF TOORTSEN: wanneer men
werkt met meerdere lasmachines op een enkel stuk of op meerdere elektrisch
verbonden stukken, kan er een gevaarlijke som van nullastspanningen tussen
twee verschillende elektrodenhouders of toortsen gegenereerd worden, aan
een waarde die het dubbel van de toegelaten limiet kan bereiken.
Het is noodzakelijk dat een ervaren coördinator het meten van de instrumenten
uitvoert teneinde te bepalen of er een risico bestaat en om de adequate
beschermende maatregelen te treffen zoals aangeduid wordt in 5.9 van de
"TECHNISCHE SPECIFICATIE IEC of CLC/TS 62081".
RESIDU RISICO'S
- OMKANTELING: de lasmachine op een horizontaal oppervlak plaatsen met
een adequaat draagvermogen voor de massa; zoniet (vb. hellende, oneffen
bevloeringen enz...) bestaat het gevaar van omkanteling.
- 40 -
pag.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Inverpulse 320 tigInverpulse 320 mma

Inhaltsverzeichnis