Espa SPEEDRIVE V2 Installationsanleitung Seite 159

WEERGAVE PARAMETERS
Druk OK om vanuit het scherm terug te keren naar het hoofdscherm 2.1
EVENREDIGE CONSTANTE SMAL
Hiermee kan de evenredige constante van het apparaat in het lage
frequentiebereik (startconstante) worden veranderd.
VERHOGINGSAMPLITUDE VAN DE KE CONSTANTE
Hiermee kan de amplitude van de doorvoer waarmee constante KE wordt
verhoogd worden veranderd.
EVENREDIGE CONSTANTE BREED
Hiermee kan de evenredige constante van het apparaat in het hoge
frequentiebereik (werkconstante) worden veranderd.
VERHOGINGSAMPLITUDE VAN DE KA CONSTANTE
Hiermee kan de amplitude van de doorvoer waarmee constante KA wordt
verhoogd worden veranderd.
PWM-FREQUENTIE (Pulse Width Modulation)
Modulatie van de pulsbreedte. Laat de schakeling van de interne modulus variëren.
Bij het wijzigen van de schakelfrequentie hoort men een scherp geluid in de
motor, afhankelijk van het motortype.
BEREKENINGSFACTOR VOOR DROOGDRAAIEN
Tijdens de installatie van de groep wordt aanbevolen om de stop voor droogdraaien te
testen door de inlaatklep van iedere pomp te sluiten. Als er zich geen fout voordoet,
verhoog deze waarde dan met tussenwaarden van 5% en herhaal de test.
WEERGAVE PARAMETERS
Druk OK om te bevestigen.
Wijzigingen van de parameters zijn niet toegestaan, enkel de weergave is mogelijk.
Druk voor de weergave van de parameters op ◄ (Alarm)
Druk om terug te keren naar het hoofdscherm op ► (Auto)
REFERENTIEDRUK
Aan installatie toegekende werkdruk / Actuele druk.
DRUKVERSCHIL
Drukverschil tussen de referentiedruk en de inschakeldruk.
(Bijv. 3 bar referentiedruk
MAXIMALE MOTORINTENSITEIT
Maximale geconfigureerde intensiteit / Actuele intensiteit.
FREQUENTIE
Geconfigureerde stopfrequentie / Actuele frequentie.
STOPVERTRAGING
Vertraging vooraleer te stoppen.
- 159 -
0,5 bar drukverschil = 2,5 bar inschakeldruk