Espa SPEEDRIVE V2 Installationsanleitung Seite 152

Verbind de aardingskabel (2)
Sluit de motorkabels aan op de voorziene sokkel (3)
2
3.4) Verbinding met het elektriciteitsnet
GEVAAR Gevaar voor elektrocutie
De verbinding en aansluiting van de aardverbinding zijn verplicht.
De elektrische aansluitingen gebeuren volgens de norm IEC-60364 (elektrische installatie in gebouwen)
of volgens de geldende regelgeving in het land van bestemming en plaatselijke normen.
De voedingskabel van de installaties moet afdoende tegen aanrakingen directe of indirecte beveiligd zijn moet
persoonlijke verwonding voorkomen ingeval van lekstromen. We bevelen een afzonderlijke lijn aan.
Indien de bescherming uitgevoerd wordt met een lekstroomschakelaar, in huishoudelijke installaties moet deze
[IΔn=30mA] zijn, geïnstalleerd worden in de voeding van het toestel en van een van onderstaande types zijn:
- Voor toestellen met eenfasige voeding:
Lekstroomschakelaar
- Voor toestellen met driefasige voeding:
Lekstroomschakelaar
De waarde van de lekstroom naar de aarde hangt af van het aantal aangesloten installaties en hun vermogen.
De elektrische installatie moet beschikken over een meervoudige scheiding met een afstand tussen de contacten ≥ 3 mm.
Eenfase-toerenregelaars
Deze installaties worden geleverd met een voedingskabel H07 RN-F van 2 m met stekker. De ingang van de
voeding moet eenfasig 230 V, 50 of 60 Hz zijn.
Zie figuur 6 voor referentie.
Toegestane spanningvariaties: ±10%.
Driefase-toerenregelaars
De ingang van de voeding bij deze installaties moet driefase 400 V, 50 of 60 Hz zijn. De bekabeling moet worden
uitgevoerd door een professionele installateur.
Contactdoos volgens figuur 5. Aansluitingen volgens figuur 7
Toegestane spanningvariaties: ±10%.
M22
3
Figuur 4
, bestand tegen hoge frequenties
Motorafmetingen
van 0.75 tot 3 kW
van 4 tot 5.5 kW
- 152 -
T22, T55
4
2
Figuur 5
Lekstroomschakelaar
Lekstroom
< 3.5 mA
< 5 mA
3