WAARSCHUWING: Alle externe kabelverbindingen moeten voorzien zijn van kabelschoenen op de
kabeluiteinden. De externe kabels moeten conform zijn met de elektrische veiligheids- en
isoleringsnormen. De installatie moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd technisch personeel.
Voorkom dat kabelknipsels op het circuit vallen. Dit kan leiden tot het onherstelbaar defect raken
van deze laatste.
GEVAAR
Gevaar voor elektrocutie
Wanneer, voor om het even welke reden ook, de behuizing moet worden verwijderd van de unit, moet
eerst de voeding worden afgekoppeld en moet men 5 minuten wachten alvorens deze manipuleren.
Het circuit bevat condensatoren die energie opslaan. Zelfs na het uitschakelen van de voeding blijft
intern energie opgeslagen die voldoende is voor een sterke elektrische schok.
Sluit, indien nodig, de kabel van het scherm aan op het moederbord.
Let vooral op de positioneereenheid.
4) BEDRIJFSMODUS
Automatische modus
Dit is de normale bedrijfsmodus.
De toerenregelaar stuurt de draaisnelheid van de motor om de druk in de installatie constant te houden
(referentiedruk).
Handmatige modus.
Laat het handmatig opstarten of het stoppen toe van de pomp toe bij een aanpasbare frequentie.
5) CONFIGURATIE.
De ESD pompen en de Espa drukgroepen worden in de fabriek vooraf geconfigureerd, met een optimale
referentiedruk voor de uitgeruste pomp. Er is geen andere afstelling vereist.
Voer voor afzonderlijk gekochte Speedrive modules de configuratie uit volgens onderstaande paragrafen.
5.1) Definities.
Referentiedruk: dit is de druk die wordt gehandhaafd in de installatie.
Drukverschil: dit is het drukverschil waarbij de installatie zich opnieuw in werking stelt.
Stopfrequentie: dit is de frequentie waarbij de toerenregelaar de pomp stopt.
Stopvertraging: vertraging die de installatie toepast alvorens te stoppen.
Geregelde hulppomp: hulppomp uitgerust met Speedrive.
- 154 -