Herunterladen Diese Seite drucken

Reely Major Bedienungsanleitung Seite 92

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

12 Bediening van de zender
12.1 Batterijen/accu's in de zender plaatsen
Open het batterijen-/accucompartiment aan de onderzijde van de

zender door het klepje aan de onderzijde van de zender naar
achteren te schuiven in de richting van de pijl.
Plaats 3 batterijen (of 3 accu's) van het formaat AA/Mignon en let

daarbij op de juiste polariteit (plus/+ en min/-), zie de aanduidin-
gen in het batterij-/accuvak.
Om redenen van gebruiksduur en bedrijfsveiligheid raden
wij aan de zender met batterijen te gebruiken, aangezien
oplaadbare batterijen een lagere uitgangsspanning heb-
ben.
Hierdoor geeft de zender bij gebruik met accu's na relatief korte tijd een onvoldoende bedrijfsspanning
aan (de rode LED "RX" aan de zender knippert).
Sluit het batterij-/accuvak weer.

12.2 Aan-/uitschakelen van de zender
Inschakelen
Plaats het voertuig op een geschikte ondergrond zodat de wielen vrij kunnen draaien.

Druk op de aan-/uitschakelaar (zie afbeelding 1, pos. 6), de LED "RX" brandt continu rood, de LED "TX" knippert

groen. Vervolgens kan het voertuig worden ingeschakeld. Wanneer de zender verbinding maakt met de ontvanger
in het voertuig, brandt de LED "TX" continu groen. Het voertuig reageert nu op de stuursignalen op de zender. Als
de LED "RX" rood knippert, zijn de batterijen/accu's in de zender leeg en moeten ze worden vervangen.
Uitschakelen
Stop eerst met het bedienen van het voertuig, schakel dan pas de snelheidsregelaar uit. Tijdens langere bedrijfs-

pauzes (of als u het voertuig wilt vervoeren/opslaan) koppelt u de aandrijfaccu los van het voertuig.
Schakel pas nu de zender uit, druk op de aan/uitschakelaar (zie afbeelding 1, pos. 6). De LED's op de zender

gaan uit.
Verwijder de batterijen/accu's als de zender gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt (bijv. opslag in de

winter). Lege batterijen/accu's kunnen gaan lekken, waardoor de metalen contacten in het batterijen-/accucom-
partiment beschadigd kunnen worden en hierdoor vervalt de garantie!
12.3 Stuurwiel voor de stuurfunctie
Met het stuur(afbeelding 1, pos. 1) wordt de stuurservo bestuurd. Wanneer het stuur naar links wordt gedraaid (tegen
de wijzers van de klok in), moet het voertuig naar links bewegen, afhankelijk van de draaihoek; wanneer het stuurwiel
naar rechts wordt gedraaid (met de wijzers van de klok mee), moet het voertuig naar rechts bewegen.
De volgende bedieningsorganen op de zender hebben invloed op de stuurfunctie en worden in de volgende hoofd-
stukken beschreven:
Draaiknop "ST.TRIM" (afbeelding 1, pos. 11): Stel de midden-/neutraalstand van de stuurservo in (of rechtuitrij-

denstand van het voertuig), zie hoofdstuk 12.5
Draaiknop "ST.RATE" (afbeelding 1, pos. 10): Begrenzing van de maximale uitslag van de stuurservo, zie hoofd-

stuk 12.6
Achteruit-schakelaar "ST.REV" (afbeelding 1, pos. 12): Omkering van richting voor de stuurfunctie, zie hoofdstuk

12.7
92
Afbeelding 2

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

2615509