Gasbeveiligingswaarschuwing (R32) - Bosch CS 3000 AWP Installations- Und Bedienungsanleitung

10

Gasbeveiligingswaarschuwing (R32)

Ruimtecontrole
Voer de veiligheidscontroles uit voor aanvang van de werkzaamheden
aan systemen die koudemiddel bevatten, om het risico van verbranding
te voorkomen. Houd de volgende waarschuwingen aan voordat repara-
tiewerkzaamheden aan het koelsysteem worden uitgevoerd.
Werkprocedures
Om het risico te verminderen dat brandbare gassen en dampen zich kun-
nen ontwikkelen, moeten de werkzaamheden worden uitgevoerd con-
form een bepaalde procedure.
Controleer de aanwezigheid van koudemiddel
Het gebied moet worden bewaakt, voor en tijdens de werkzaamheden,
met een speciale koudemiddeldetector om te waarborgen dat de techni-
cus zich bewust is van de eventuele aanwezigheid van potentieel brand-
gevaarlijke atmosfeer.
Waarborg dat de lekdetectie-apparatuur geschikt is voor gebruik met
ontbrandbare koudemiddelen en daarom niet vonkt, passend is afge-
dicht of intrinsiekveilig is.
Werkprocedures
Voor wat betreft de aard van de werkzaamheden, moet al het personeel
voor onderhoudswerkzaamheden en andere operators werkzaam in de
omgeving, zijn geïnstrueerd en worden bewaakt.
Vermijd werken in beperkte ruimen en zorg ervoor dat de ruimte rondom
de werkplek is afgezet. Beveilig het gebied ook door op het brandbare
materiaal te bewaken.
Aanwezigheid brandblusser
Indien warme werkzaamheden niet worden uitgevoerd aan koeluitrus-
ting of aangesloten componenten moet een brandblusser onder handbe-
reik worden gehouden. Zorg voor een poeder- of CO2-brandblusser bij
het werkgebied.
Geen ontstekingsbron
Het is absoluut verboden ontstekingsbronnen te gebruiken die een
brand of explosie kunnen veroorzaken tijdens de werkzaamheden aan
het koudemiddelsysteem of aan leidingen die brandbaar koudemiddel
bevatten of bevat hebben.
Alle mogelijke ontstekingsbronnen (inclusief sigaretten) moeten op afstand
worden gehouden van het installatie-, reparatie-, demontage- en afvoerge-
bied omdat brandbaar koudemiddel kan vrijkomen in de omgeving.
Voor aanvang van de werkzaamheden, moet de omgeving van de instal-
latie worden geïnspecteerd om te waarborgen dat geen brand- of ontste-
kingsrisico's bestaan. Een bord "VERBODEN TE ROKEN" moet worden
aangebracht.
Geventileerde omgeving
Voor werkzaamheden aan het systeem of reparaties met vlammen of ont-
stekingsbronnen moet een buitenomgeving of passend geventileerde
omgeving aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de ventilatie behouden blijft tijdens de werkzaamheden.
De ventilatie moet de vrijkomende koudemiddelen veilig afvoeren, bij
voorkeur naar de atmosfeer.
Controles koudemiddeluitrusting
Wanneer vervanging nodig is, moeten de nieuwe componenten geschikt
zijn voor het betreffende doel en voldoen aan de specificaties.
Houd altijd de richtlijnen van de fabrikant aan voor wat betreft onder-
houd en assistentie. Neem in geval van twijfel contact op met de fabri-
kant voor technische ondersteuning.
De volgende controles moeten worden uitgevoerd voor systemen die
brandbare koudemiddelen bevatten:
• De machine- en ventilatie-inlaat werken correct en zijn vrij van ob-
structies;
CS3000 AWP – 6721852570 (2022/11)
• Wanneer een indirect koudemiddelcircuit wordt gebruikt, moet het se-
cundaire circuit worden gecontroleerd op de aanwezigheid van koude-
middelen; de markering op de installatie is zichtbaar en leesbaar;
• Waarborg dat markeringen en symbolen altijd leesbaar zijn; leidingen
en componenten moeten worden geïnstalleerd zodanig, dat het on-
waarschijnlijk is dat deze worden blootgesteld aan substanties die de
componenten die koudemiddel bevatten kunnen corroderen, behal-
ve wanneer deze zijn gemaakt van materialen die bestand zijn tegen
corrosie of zijn beschermd tegen corrosie.
Controles elektrische apparatuur
Reparatie en onderhoud van elektrische componenten moet initiële vei-
ligheidscontroles en componentinspectieprocedures omvatten.
In geval van een storing die de veiligheid in gevaar brengt, mogen geen
elektrische aansluitingen op het circuit worden uitgevoerd tot de betref-
fende storing is opgelost.
Wanneer het niet mogelijk is de storing direct te herstellen en elektrische
componenten moeten in bedrijf blijven, moet een tijdelijke oplossing
worden gerealiseerd. Deze moet worden gemeld aan de eigenaar van de
uitrusting zodat alle betroffenen geïnformeerd blijven.
Initiële veiligheidscontroles moeten bevestigen:
• Dat elektrische condensatoren leeg zijn. Wacht tenminste
10 minuten na ontkoppeling van de voedingsspanning. Dit moet vei-
lig worden uitgevoerd om eventuele vonken te vermijden;
• Dat elektrische componenten en bedrading niet blootliggen tijdens
laden, terugwinning of ventileren;
• Dat de aardkabel doorgaand is.
Reparaties afgedichte componenten
• Gedurende de werkzaamheden aan afgedichte componenten moet
alle uitrusting worden ontkoppeld voordat afgedichte behuizingen
worden gedemonteerd. Wanneer, tijdens de werkzaamheden, het
absoluut noodzakelijk is dan de uitrusting aangesloten blijft, moet
een lekdetectieapparaat op het meest kritische punt worden ge-
plaatst om mogelijk gevaarlijke situaties te signaleren;
• Let er met name op dat bij het werken aan elektrische componenten,
de behuizing niet zodanig wordt veranderd, dat het beveiligingsni-
veau wordt beïnvloed. Dit omvat schade aan kabels, overmatig veel
aansluitingen, klemmen niet in overeenstemming met de originele
specificaties, schade aan pakkingen en verkeerde installatie van pak-
kingen, enz.;
• Waarborg dat het toestel veilig is geïnstalleerd;
• Controleer of de afdichtingen of afdichtingsmaterialen niet zodanig
zijn veranderd dat deze niet langer het voorkomen van een brandbare
omgeving verhinderen. Reserveonderdelen moeten voldoen aan de
specificaties van de leverancier.
Gebruik van siliconen afdichtingsmiddelen kan de effectiviteit van be-
paalde type lekdetectieapparatuur belemmeren. Het is niet nodig intrin-
siekveilige componenten de isoleren voordat werkzaamheden daaraan
worden uitgevoerd.
Reparatie van intrinsiekveilige componenten
Geen permanente inductieve of capacitieve belasting toepassing op het
circuit zonder te waarborgen dat deze niet de maximale spanning en
stroom overschrijden van de gebruikte uitrusting.
Intrinsiekveilige componenten zijn de enige componenttypes waar werk-
zaamheden aan mogen worden uitgevoerd in een brandbare atmosfeer.
Het testinstrument moet een correcte waarde weergeven. Vervangen
componenten alleen met de onderdelen zoals gespecificeerd door de fa-
brikant.
Na een lekkage, kunnen andere componenten ontbranden van het kou-
demiddel in de atmosfeer veroorzaken.
Gasbeveiligingswaarschuwing (R32)
241