Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Webasto Next Bedienungs- Und Einbauhinweise Seite 66

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
AANWIJZING
In enkele landen is het 1-fasige laden op een gedefini-
eerde stroomsterkte begrensd. We verzoeken u de lo-
kale aansluitomstandigheden in acht te nemen.
De hierna genoemde beveiligingsinrichtingen moeten
dusdanig zijn ontworpen dat het laadstation in geval van
een fout met alle polen wordt losgekoppeld van het elek-
triciteitsnet. Bij de keuze van de beveiligingsinrichtingen
zijn de nationale installatievoorschriften en normen van
toepassing.
3.2.1
Dimensionering van de aardlekschakelaar
In beginsel gelden de nationale installatievoorschriften.
Indien daar niet anders is bepaald, moet elk laadstation
worden beschermd met een geschikte aardlekschakelaar
(RCD type A) met een uitschakelstroom van ≤ 30 mA.
Dimensionering van de installatieautomaat
3.2.2
De installatieautomaat (MCB) moet voldoen aan EN
60898. De doorlaatenergie (I²t) mag 80.000 A²s niet
overschrijden.
Als alternatief mag ook een combinatie van aardlekscha-
kelaar en installatieautomaat (aardlekautomaat, RCBO)
conform EN 61009-1 worden gebruikt. Voor deze aard-
lekautomaat gelden ook de hiervoor genoemde parame-
ters.
3.2.3
Apparaat voor loskoppeling van het
elektriciteitsnet
Het laadstation heeft geen eigen netschakelaar. De bevei-
ligingsinrichtingen die in het elektriciteitsnet zijn geïnstal-
leerd, dienen daarom ook voor de loskoppeling van het
elektriciteitsnet.
3.3
Installatie
Zie ook hoofdstuk 4, "Montage" op pagina 63.
5111233A_ISI_Next
Het meegeleverde montagemateriaal is bestemd voor de
installatie van het laadstation op een gemetselde muur of
een betonnen wand. Voor de installatie op de standaard
is het montagemateriaal aanwezig in de betreffende leve-
romvang van de standaard.
u
Neem de montagepositie op de installatielocatie in
acht. Zie Fig: Live Wall mounting.
Haal het boorsjabloon aan de perforatie uit de verpak-
u
king.
u
Markeer de vier posities van de boorgaten op de in-
stallatielocatie met behulp van het boorsjabloon. Zie
afb: Live_Wallmounting.
u
Boor 4  boorgaten met Ø 8 mm in de gemarkeerde
posities.
AANWIJZING
Het middelste gat moet worden gebruikt voor de
huisinstallatie. Het linkergat moet worden gebruikt bij
inzet van de LAN-kabel.
u
Positioneer en monteer de houder met 2 pluggen en 2
schroeven, 6 x 70 mm, T25 in de bovenste boorgaten.
u
Verwijder de onderste afdekking van het aansluitge-
deelte van het laadstation.
Afb. 1
u
Verwijder de spiraalknikbescherming in het aansluitge-
deelte van het laadstation en leg deze bij het resteren-
de meegeleverde materiaal.
u
Bij een opbouwmontage: maak een uitsparing voor
het aanleggen van de externe voeding aan de daar-
voor bestemde zijdelingse breekpunten aan de achter-
kant van het laadstation (ontbraam, indien nodig, de
breekkanten met behulp van de ronde vijl).
u
Steek de externe voeding door de daarvoor bestemde
doorvoering en plaats het laadstation op de reeds ge-
monteerde houder.
u
Monteer het laadstation met 2 schroeven, 6 x 90 mm,
T25 via de bevestigingsgaten in het onderste aansluit-
gedeelte. Het max. draaimoment van 6 Nm mag niet
worden overschreden.
3.3.1
Aansluiting laadkabel
Schuif de spiraalknikbescherming over de meegelever-
u
de laadkabel met de opening zonder schroefdraad
vooraan.
Voer de laadkabel door de voorgemonteerde afdicht-
u
klem.
AANWIJZING
Let erop dat de voorgemonteerde rubber afdichting
goed vastzit in de afdichtklem.
u
Schuif de laadkabel minimaal 10 mm verder dan de
bovenkant van het klemgedeelte van de kabelklem.
u
Draai de knikbeschermingsspiraal met een paar om-
draaiingen op de afdichtklem.
AANWIJZING
Draai deze nog niet vast.
Afb. 2
u
Schroef de meegeleverde kabelklem in de correcte po-
sitie op de laadkabel.
AANWIJZING
De kabelklem heeft twee positiemogelijkheden voor
laadkabelvarianten 11 kW en 22 kW.
Zorg ervoor dat het opschrift "11 kW installed" zicht-
baar is bij een 11 kW laadleiding.
u
Monteer de kabelklem in de correcte montagepositie
met de meegeleverde zelfsnijdende torxschroeven
(6,5 x 25 mm) en draai deze vast met 5,5 Nm. (Let op:
draai de schroeven niet dol).
De kabelklem moet vlak liggen in vastgeschroefde toe-
u
stand.
AANWIJZING
Voer een trekcontrole bij de laadkabel uit om te waar-
borgen dat de laadleiding niet meer beweegt.
u
Schroef nu de knikbeschermingsspiraal met 4 Nm op
de afdichtklem.
u
Sluit de afzonderlijke leidinguiteinden met behulp van
de sleufkopschroevendraaier (3,5 mm) aan op het
rechter klemblok met het opschrift "OUT", overeen-
komstig het voorbeeld op de afbeelding.
u
Steek hiervoor de schroevendraaier in de daarvoor be-
stemde opening van de veerontlasting van het klem-
blok en open daarmee de klemveer.
NL
61

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis