Reserveonderdelen; Einbau Des Lenkservos - Reely ROAD LEOPARD RTR Montageanleitung

4 V
OORBEREIDINGEN
4.1
L ,
EVERINGSOMVANG BENODIGDE ONDERDELEN
L
EVERINGSOMVANG
- Een chassis
- 4,6 cc tweetakt gloeiplugmotor
met 2,15 kW (2,92 PK),
met spruitstuk, resonantiepijp en luchtfilter
- Stuurservo, gas/remservo en ontvanger,
reeds gemonteerd
- Brandstofslangen, reeds geïnstalleerd
- Een rotorstarter
- Vier wielen met kunststof disc velgen en
reeds gemonteerde multi-spikebanden met inlays
- Stadium Buggy carrosserie, bedrukt
- Stickervel
- Splitpennen voor de bevestiging van de carrosserie
- Een kunststof buisje als geleiding voor de
antennedraad, Veervoorspannerset
- Een tweekanaals radiogestuurde
afstandsbediening (pistoolzender)
- Deze montage- en gebruiksaanwijzing
R
ESERVEONDERDELEN
De lijst met reserveonderdelen vindt u op onze website www.conrad.com bij de downloads voor het
betreffende product. U kunt de lijst met reserveonderdelen ook telefonisch bestellen. De contactgegevens
vindt u in het hoofdstuk "Inleiding" in het begin van deze gebruiksaanwijzing.
A
ANBEVELINGEN VOOR DE ACCESSOIRES
Welke brandstof is de juiste?
Met de keuze van de brandstof heeft u een grote invloed op de ontwikkeling van het vermogen van de motor.
Principieel geldt:
- In de inloopfase moet u speciale brandstof voor RC-Cars met ca 16% nitromethaan gebruiken.
- Nadat de motor volgens de voorschriften ingelopen is (na een zuivere looptijd van ca. 45 minuten), kunt u overgaan
naar een brandstof met ca. 20% nitromethaan.
- Voor hoogste prestaties raden wij maximaal 25% nitromethaan aan.
Gebruik enkel brandstof voor RC-Cars! Brandstof voor RC-vliegtuigmotoren heeft te weinig olie (te weinig
smering). Dit kan oververhitting van de motor en als gevolg daarvan zware schade tot gevolg hebben.
Hetzelfde geldt voor benzine voor gewone auto´s.
Waarom een tankfles?
Modelbrandstof voor RC-Cars is enkel in grote reservoirs verkrijgbaar. Het vullen van de tank is veel gemakkelijker als
u een speciale kleinere tankfles met een dun gebogen gietbuisje gebruikt. Zo wordt vermeden dat de (dure en giftige)
brandstof gemorst wordt.
Zijn er verdere gloeipluggen nodig?
Gloeipluggen verslijten (vooral in de inloopfase). Wij raden daarom aan om steeds enkele gloeipluggen ter vervanging
paraat te houden. Er bestaan gloeipluggen met verschillende warmtewaarden. De keuze van een gloeiplug heeft een grote
invloed op de rijprestaties. Voor de inloopfase moet u een „warme" gloeiplug voor hoogrendementmotoren gebruiken. Na
het inrijden kunt u naar een gloeiplug met een gemiddelde of „koude" warmtewaarde overschakelen.
Gebruik enkel gloeipluggen voor RC-Cars! Een verkeerde gloeiplug (zoals bv. voor viertakt
vliegtuigmotoren) zal de motor verkeerd doen draaien en zal de afstelling bemoeilijken.
Gloeiplug voorgloeien
Hiervoor heeft u een zeer lange plugsleutel (kruissleutel SW 8, 9, 10 en 12) nodig die ook gebruikt kan worden voor het
losdraaien van inbusbouten.
Gloeiplug ontsteken
Een plugstekker (lang) met startaccu of een plugstekker met gloeiaccu als eenheid wordt op de gloeiplug gestoken en
verhit deze zodat het lucht/brandstofmengsel ontsteekt en de motor start. Als de motor goed draait, kan de plugstekker
weggenomen worden.
108
B ENODIGDE ONDERDELEN
Niet meegeleverd:
- Accu´s voor de stroomvoorziening van de
ontvanger, de servo´s en
- de rotorstarter (een NiCd / NiMHaccu,
6 cellen)
- Acculader (220V) voor de accu´s of
snellader voor de aansluiting op een 12V
autobatterij
- Gloeiplug (warmtewaarde 1 of 3) en
- Plugsleutel
- Plugstekker (lang) voor de startaccu en
- 2 Volt startaccu of
- Plugstekker met gloeiaccu als eenheid
- Modelbrandstof op basis van methanol/ricinusolie,
met ten minste 5% - 10% nitromethaan
- Tankfles
- Luchtfilterolie
- Brandstoffilter
Gebruiksaanwijzing 4WD Stadium Buggy Chassis LEOPARD No. 23 40 40
6 S -U
ET P
E L
INBAU DES ENKSERVOS
A L
UFBAU DER ENKUNG
Die Lenkung des "LEOPARD" ist als Achsschenkellenkung aus-
gelegt.
Die Spurstangenhebel sind dabei mit einer dreiteiligen Spurstange
verbunden.
Die Schwenkbewegung des Servosteuerhebels wirkt über das
Lenkgestänge auf einen Arm des Servosavers.
Der Servosaver besteht aus zwei rechtwinklig zueinander angeord-
neten Hebeln, die sich gegen eine Feder in einer Ebene mit dem
Servosteuerhebel gegeneinander bewegen lassen. Der zweite
Hebelarm des Servosavers lenkt den mittleren Teil der Spurstange
aus und bewirkt so den Lenkeinschlag der Räder. (Wirkt umge-
kehrt ein Schlag auf die Räder über den Spurstangenhebel auf die
Spurstange und den zweiten Arm des Servosavers, verhindert die
elastische Verbindung zum ersten Hebelarm des Servosavers, daß
dieser Schlag unmittelbar in das Servo eingeleitet wird und dieses
beschädigt.)
Die Wirkung des Servo-Savers kann mit einer Rändelmutter über eine Änderung des Anpressdrucks auf die
beiden Hebelarme eingestellt werden.
Der Lenkeinschlag rechts und links wird durch den mechanischen Anschlag der Spurstangenhebel gegen den
Achsschenkelträger begrenzt.
E L
INBAU DES ENKSERVOS
- Stellen Sie die Räder in Fahrtrichtung "geradeaus".
- Bringen Sie die Servowelle mit Hilfe des
Fernsteuersenders in Neutralstellung.
- Schieben Sie das Lenkservo (Servowelle nach vorne!)
in die Befestigungen auf dem Chassis der RC-
Einbauplatte und
- verschrauben Sie das Lenkservo mit den Kunststoff-
Gegenstücken aus dem Servo-Befestigungsset (unterhalb
der RC-Einbauplatte).
- Setzen Sie den Servosteuerhebel senkrecht auf die
Servowelle, so daß über das Lenkgestänge eine möglichst
geradlinige Verbindung mit dem Arm des Servosavers her-
gestellt werden kann, ohne die Stellung der Räder
zu verändern.
- Verschrauben Sie das Lenkgestänge am Servo-
Steuerhebel und auf dem Arm des Servo-Savers
Funktionskontrolle:
- Stützen Sie das Modell vorne so ab, daß die Räder frei in der Luft hängen.
Auf Grund der guten Haftung der Reifen und des Fahrzeuggewichtes würden die Räder im Stand und auf
dem Boden Ihrem Lenkausschlag nicht spontan und direkt folgen. Dies ändert sich jedoch während der Fahrt.
- Schalten Sie erst den Sender ein, dann den Empfänger.
- Bewegen Sie das Steuerrad (Kanal 1) nach rechts und links.
Die Räder müssen jetzt nach rechts und links einschlagen!
Sollten sich die Räder in umgekehrte Richtung lenken, schalten Sie das Servo-Reverse an der Fernsteuerung in die
Position "REV" (Reverse, Umkehrung).
- Lassen Sie das Steuerrad los; die Räder müssen jetzt in die Geradeausstellung zurückdrehen.
- Sollten die Räder in der Neutralstellung des Steuerrades nicht exakt geradeaus stehen bleiben, korrigieren Sie
die Trimmung an Kanal 1.
Die Steuerrad-Endanschläge sollen die Endanschläge rechts / links der Lenkung bewirken!
© REELY 03/07
25