Algemene Informatie; Algemene Beschrijving; Pompen Zonder Fabrieksmatig Aangebrachte Sensor; Pompen Met Druksensor - Grundfos CRE Montage- Und Betriebsanleitung

2. Algemene informatie

Deze installatie- en bedieningsinstructies zijn een aanvulling op
de installatie- en bedieningsinstructies voor de overeenkomstige
standaard CR, CRI, CRN, CRT, SPK, MTR, CM en BMS hp pom-
pen.
Raadpleeg de installatie- en bedieningsinstructies van de stan-
daardpomp voor instructies die hier niet specifiek genoemd wor-
den.

3. Algemene beschrijving

Grundfos E-pompen zijn voorzien van standaardmotoren met
geïntegreerde frequentieomvormer. De pompen zijn geschikt voor
aansluiting op een 3-fase voedingsnet.
3.1 Pompen zonder fabrieksmatig aangebrachte
sensor
De pompen hebben een ingebouwde PI-regelaar waarop een
externe sensor kan worden aangesloten die regeling van de vol-
gende parameters mogelijk maakt:
• druk
• drukverschil
• temperatuur
• temperatuurverschil
• debiet.
De pompen zijn in de fabriek standaard op ongeregeld bedrijf
ingesteld. De PI-regelaar kan door middel van een R100 of
Grundfos GO Remote geactiveerd worden.

3.2 Pompen met druksensor

De pompen hebben een ingebouwde PI-regelaar en een druksen-
sor die regeling van de persdruk van de pomp mogelijk maakt.
De regelmodus van de pomp is ingesteld op geregeld. De pom-
pen worden doorgaans gebruikt om een constante druk te behou-
den in systemen met een variabele vraag.

3.3 Instellingen

De beschrijving van de instellingen is zowel van toepassing op
pompen zonder fabrieksmatig aangebrachte sensor als op pom-
pen met fabrieksmatig aangebrachte sensor.
Setpoint
De gewenste waarde kan op drie verschillende manieren inge-
steld worden:
• rechtstreeks op het bedieningspaneel van de pomp
• via een ingang voor extern setpointsignaal
• door middel van de draadloze Grundfos R100 afstandsbedie-
ning of de Grundfos GO Remote.
Overige instellingen
Alle overige instellingen kunnen alleen worden ingesteld met de
R100 of de Grundfos GO Remote.
Belangrijke parameters zoals de actuele waarde van de regelpa-
rameter en het energieverbruik kunnen met de R100 of de Grund-
fos GO Remote worden afgelezen.
Als speciale of persoonlijke instellingen nodig zijn, gebruik dan de
Grundfos PC Tool E-products. Neem contact op met Grundfos
voor meer informatie.
414

4. Mechanische installatie

De pomp moet op een solide ondergrond gemonteerd worden
met behulp van bouten door de gaten in de flens of de voetplaat.
Volg de aanvullende installatieprocedures op pagina
N.B.
768 om aan de UL/cUL-eisen te blijven voldoen.

4.1 Motorkoeling

Om een goede koeling van de motor en de elektronica te waar-
borgen, dienen de volgende maatregelen genomen te worden:
• Zorg dat er voldoende koelende lucht aanwezig is.
• Houd de temperatuur van de koelende lucht beneden de
40 °C.
• Houd de koelribben en de ventilatorbladen schoon.

4.2 Opstelling buitenshuis

Als de pomp buiten wordt opgesteld, dient de pomp te worden uit-
gerust met een geschikte beschermkap ter voorkoming van con-
densatie op de elektronische componenten. Zie afb. 1.
Afb. 1 Voorbeelden van beschermkappen
Verwijder de naar beneden wijzende afvoertule om opbouw van
vocht en water binnenin de motor tegen te gaan.
Verticaal gemonteerde pompen hebben behuizingsklasse IP55
na verwijdering van de aftapplug. Bij horizontaal gemonteerde
pompen verandert de behuizingsklasse in IP54.

5. Elektrische aansluiting

Voor een beschrijving van de elektrische aansluiting van E-pom-
pen, raadpleegt u de volgende pagina's:
5.1 Drie-fase pompen, 1,1 - 7,5
5.2 Drie-fase pompen, 11-22 kW, pagina 417.

5.1 Drie-fase pompen, 1,1 - 7,5 kW

Waarschuwing
De gebruiker of de installateur is verantwoordelijk
voor het installeren van een correcte aarding en
bescherming in overeenstemming met de nationale
en lokale richtlijnen. Alle handelingen moeten wor-
den uitgevoerd door bevoegd personeel.
Waarschuwing
Maak pas een aansluiting in de klemmenkast van de
pomp als alle elektrische circuits langer dan
5 minuten zijn uitgeschakeld.
Houd er bijvoorbeeld rekening mee dat het signaalre-
lais op een externe voeding aangesloten kan zijn en
dat deze nog steeds onder spanning kan staan
ondanks dat de netspanning is uitgeschakeld.
Bovenstaande waarschuwing wordt op de klemmen-
kast van de motor aangegeven door dit gele label:
kW, pagina 414