Regelmatige Controle; Onderhoud En Opsla; Levensduur - Skylotec MILAN series Gebrauchsanleitung

Oefening in het gebruik is voor een ieder noodzakelijk. Bij apparaten met een liftinrichting moet in
het bijzonder gelet worden op het draaiende handwiel bij het afdalen.
Bedenk dat door invloed van buiten als extreme temperaturen, chemicalien, scherpekanten etc.
het touw beschadigen kan. Bescherm uw uitrusting tijdens het transport door gebruik te maken
van een apparatentas of koffer.

6. REGELMATIGE CONTROLE

Om de veiligheid van de gebruiker te waarborgen moet het reddingsapparaat bij twijfel over de
juiste werking of zekerheid minstens of in ieder geval elk jaar door de fabrikant of een speciaal door
de fabrikant opgeleide vakdeskundige getest worden (kleine revisie).
NL
Als na deze test een reparatie noodzakelijk is, of dat er twijfels zijn over de werking is een
uitgebreide test door de fabrikant aan te bevelen (grote revisie).
Een grote revisie is in ieder geval elke 3 jaar gewenst.
Bij apparaten die onderdeel zijn van een nooduitrusting en speciaal verpakt en verzegeld
zijn,kunnen de controle tijdstippen anders vastgelegt zijn.
Deze tijdsintervallen moeten dan door de fabrikant afhankelijk van opslag en verpakking gedocu-
menteerd worden.
Alle testen worden gedocumenteerd.
Veranderingen, reparaties, om- en aan-bouw van het apparaat mogen alleen door de fabrikant
onder voorschrift van de EG-baumusterprüfbescheinigung uitgevoerd worden.

7. ONDERHOUD EN OPSLA

Het apparaat mag niet geopend worden om het schoon te maken. Wanneer vuil in het apparaat
gekomen is, dan moet het teruggestuurd worden naar een geautoriseerde serviceplaats.
Harnasgordels en touwen kunnen met handwarm water (40° C) en milde zeep gereinigd worden.
Vervolgend met schoon water uitspoelen. Natte uitrustingsdelen nooit bij een warmtebron of in de
zon laten drogen, maar op een luchtige en schauwrijke plaats ophangen.
Contact met chemicalieen, olie en oplosmiddellen of andere agressieve stoffen voorkomen.
Opslag dient te geschieden op kamertemperatuur, van zonlicht gevrijwaarde plek en in een ge-
reedsschaptas of koffer.

8. LEVENSDUUR

De levensduur is afhankelijk van de individuele gebruiksomstandigheden, waarbij de kunststofde-
len, ook bij zorgvuldige behandeling, aan een verouderingsproces onderhevig zijn.
Bij een correcte opslag en een opslagtijd van max. 2 jaar, moeten vanaf het eerste gebruik
de gordels daarom na 6 tot 8 jaar, touwen na 4 tot 6 jaar vervangen worden (BGR 198).
98