Afdalen; Evacueren - Skylotec MILAN series Gebrauchsanleitung

4.1 AFDALEN

Na de bevestiging van het apparaat wordt de te redden persoon aan het afdaaltouw bevestigd.
De bevestiging van het afdaaltouw kan aan het ophangoog volgens EN 361, zitgordeloog volgens
EN 813 of de ogen van een reddingsgordel volgens EN 1497 of reddingsbanden volgens EN 1498
geschieden. Let op dat de juiste karabiners en andere verbindings-middellen gebruikt worden.
Als het slaphangende touw (A) z zich tussen de afdalende persoon en het apparaat bevindt
is het noodzakelijk het touw (B) zover door het apparaat te trekken dat het afdaaltouw (C)
strak staat, terwijl de redder het andere eind strak houd.
NL
Pas nadat het afdaaltouw strak staat kan de gewonde of afdalende persoon zich uit zijn
ophanging los maken en nadat de redder de rem heeft gedebloceerd kan de ingehangen
persoon met een constante snelheid afdalen.
Het afdalen kan te allen tijde door vasthouden van het ingaande touw geremd of gestopt
worden.
C
B
Gebruik MILAN zonder lift inrichting
A

4.2 EVACUEREN

Het apparaat laat het toe dat verschillende personen zich na elkaar laten afdalen door wisselgeb-
ruik.
Hierna wordt deze werkwijze beschreven.
Na aankomst van de eerste persoon op de grond ontkoppeld deze zich van het touw, of wordt door
een helper ontkoppeld. De carabiner aan het einde van het omhoog gelopen touw wordt aan de
gordel van de volgende persoon verbonden. Het omhoog gelopen touw wordt nu als afdaaltouw
gebruikt en de werking is gelijk als eerder omschreven. Het apparaat hoeft niet omgeschakeld te
worden. Het apparaat is getest voor de evacuarie van 100 personen met een lichaams-gewicht van
91