Positioneren - Skylotec MILAN series Gebrauchsanleitung

Indien het apparaat werd gebruikt om te klimmen en zelfstandig vergrendelt, moet de vergrende-
ling eerst gedeactiveerd worden vooraleer het afdalingsproces van start kan gaan: Daartoe de
in kijkrichting RECHTER Hendel deactiveren (Hendel een beetje optillen, omschakelhendel eruit
trekken, de Hendel naar beneden leiden en laten hangen).
Nu wordt het vrije touwuiteinde met de rechterhand conform figuren N-Q in de touwgeleiding gelegd.
Nu met de LINKER Hendel de vrijloop ontlasten door de last lichtjes op te tillen.
De vrijloop ontgrendelt met een stil klikgeluid.
De pal wordt op spanning gehouden om de vrijloopknop op het apparaat op „DOWN" te zetten (de
vergrendeling is vanaf nu gedeactiveerd).
NL
Met de rechterhand het vrije touwuiteinde strak houden en de LINKER Hendel opnieuw ontlasten.
De kabelwrijving en de trekkracht houden nu de last vast.
Ten slotte de LINKER pal deactiveren doordat men hier nu ook de omschakelhefboom eruit trekt
en de Hendel naar beneden leidt. Als alternatief kan de Hendel naar boven en naar de andere kant
van de behuizing over de noodontgrendelingsspie geleid worden. De omschakelhendel van de
Hendel wordt naar buiten geduwd waardoor de Hendel gedeactiveerd wordt.
Via de kabelomleiding (fig. N-Q) kan de afdalingssnelheid veilig met één hand gestuurd worden.
Het aanbrengen van de kabel in de touwgeleiding is altijd noodzakelijk waneer het apparaat gebru-
ikt werd om te klimmen en vervolgens afgedaald moet worden.
OPGELET:
Bij een vrije afdaling moet erop gelet worden dat het touw altijd in een
onbeschadigde toestand verkeert en niet in de touwklem kan worden
getrokken. De plotse stop kan touwbeschadiging tot gevolg hebben.

4.5.3 Positioneren:

De afdaling kan op elk moment gestopt worden door de trekkracht aan het touw te verhogen. Bij
korte onderbrekingen kan het touw (pas na een volledige stop) in de touwklem geduwd worden
waardoor het apparaat in de positie blijft staan.
Het inklemmen van het touw is enkel toegestaan om KORT te positi-
oneren en mag niet gebruikt worden voor langdurige onderbrekingen
c.q. langer durende werkzaamheden.
Het touw zou door onoplettendheid uit de touwklem kunnen getrokken
worden zodat de afdaling onmiddellijk wordt verdergezet. Er bestaat
geen valgevaar maar door de onverwachte positieverandering kan de
bediener schrikken, wat tot ongunstige reacties (gereedschap laten
vallen, verkeerde bediening van het apparaat) en verwondingen kan
leiden.
96