Inhaltsverzeichnis
Werbung
G Steering Linkage Assembly
22
(Smooth Side Up)
F Assemblage de la timonerie de direction
(côté lisse vers le haut)
D Lenkverbindungs-Zusammenbau
(glatte Seite oben)
N Stuurmechanismehouder
(gladde kant aan bovenzijde)
G Bottom View
F Vue de dessous
D Ansicht von unten
N Onderaanzicht
G Notch
F Entaille
D Kerbe
N Inkeping
2
G Notch
F Entaille
D Kerbe
N Inkeping
G • Turn the steering assembly over, with the
smooth side up.
• Fit the steering linkage assembly to the
front end of the vehicle body.
IMPORTANT! Make sure the notch on the
steering linkage assembly aligns with the
notch in the front end of the vehicle body.
F • Retournez l'assemblage de direction,
côté lisse vers le haut.
• Fixez l'assemblage de direction sur
l'extrémité avant de la carrosserie.
IMPORTANT ! Veillez à ce que l'entaille sur
l'assemblage de la timonerie de direction soit
alignée sur l'entaille de l'extrémité avant de
a carrosserie.
D • Den Lenkverbindungs-Zusammenbau
umdrehen, so dass die glatte Seite nach
oben zeigt.
• Den Lenkverbindungs-Zusammenbau auf
die Vorderseite der Karosserie stecken.
WICHTIG! Darauf achten, dass die Kerbe am
Lenkverbindungs-Zusammenbau nach der
Kerbe an der Vorderseite der Karosserie
ausgerichtet ist.
N • Draai de stuurmechanismehouder om,
zodat de gladde kant zich aan de
bovenzijde bevindt.
• Bevestig de stuurmechanismehouder aan
de voorkant van de carrosserie.
BELANGRIJK! Zorg ervoor dat de inkeping
in de stuurmechanismehouder aansluit op de
inkeping in de voorkant van de carrosserie.
23
G Deep Holes
F Trous profonds
D Tiefe Löcher
N Diepe gaten
G See Inset
F Voir agrandissement
D Siehe Detailabbildung
N Zie inzet
G • Insert two 0,6 cm x 3.2 cm (
through the deep holes in the steering
linkage assembly and into the vehicle body.
• Tighten the screws.
• Pull up on the steering linkage assembly to
be sure it is secure. If it is not secure, tighten
the screw with a few more turns.
F • Insérez deux vis de 0,6 cm x 3,2 cm
dans les trous profonds de l'assemblage
de la timonerie de direction puis dans
la carrosserie.
• Serrez les vis à l'aide d'un tournevis
cruciforme. Ne vissez pas trop fort.
• Tirez l'assemblage de la timonerie de direc-
tion vers le haut afin de vous assurer qu'il est
solidement encastré. Dans le cas contraire,
serrez la vis de quelques tours.
D • Zwei 0,6 cm x 3,2 cm Schrauben durch
die im Lenkverbindungs-Zusammenbau
befindlichen tiefen Löcher und in die
Karosserie stecken.
• Die Schrauben mit einem Kreuzschlitz-
schraubenzieher festziehen. Die Schrauben
nicht zu fest anziehen, damit sie nicht
überdrehen.
• Am Lenkverbindungs-Zusammenbau
ziehen, um sicherzugehen, dass er fest sitzt.
Sitzt er nicht fest, die Schrauben noch etwas
fester ziehen.
N • Steek door de diepe gaten in de stuurmech-
anismehouder twee 0,6 cm x 3,2 cm
schroeven in de carrosserie.
• Draai de schroeven vast met een kruiskop-
schroevendraaier. Draai niet al te strak vast.
• Controleer of de stuurmechanismehouder
stevig is bevestigd door aan de houder te
trekken. Draai de schroeven nog iets vaster
als de stuurmechanismehouder niet stevig
genoeg is bevestigd.
G Steering Linkage Assembly
F Assemblage de la timonerie
de direction
D Lenkverbindungs-
Zusammenbau
N Stuurmechanismehouder
G Bottom View
F Vue de dessous
D Ansicht von unten
N Onderaanzicht
1
/
" x 1
1
/
") screws
4
2
26
24
G Front Axle
F Essieu avant
D Vorderachse
N Vooras
G Large Washer
F Grand joint
D Große Unterlegscheibe
N Grote ring
G Bottom View
F Vue de dessous
D Ansicht von unten
N Onderaanzicht
G • Fit a large washer onto a front axle.
F • Placez un grand joint sur un essieu avant.
D • Eine große Unterlegscheibe auf die
Vorderachse stecken.
N • Schuif een grote ring over een van
de voorassen.
25
G Inside of Wheel
F Intérieur de la roue
D Innenseite des Rades
N Binnenkant wiel
G Smooth Surface
F Surface lisse
D Glatte Oberfläche
N Glad oppervlak
G Outside of Wheel
F Extérieur de la roue
D Außenseite des Rades
N Buitenkant wiel
G • Identify the inside and the outside of a wheel.
• The inside of the wheel has ribs on its
surface. The outside of the wheel has a
smooth surface.
F • Identifiez l'intérieur et l'extérieur de l'une
des roues.
• À l'intérieur de la roue, la surface présente
des nervures. À l'extérieur de la roue, la
surface est lisse.
D • Feststellen, welches die Innenseite und welches
die Außenseite eines Rades ist.
• Die Innenseite des Rades hat Rippen auf ihrer
Oberfläche. Die Außenseite des Rades hat
eine glatte Oberfläche.
N • De binnenkant en buitenkant van een wiel
hebben verschillende oppervlakken.
• De binnenkant van een wiel heeft een
geribbeld oppervlak. De buitenkant van een
wiel heeft een glad oppervlak.
G Ribs
F Nervures
D Rippen
N Ribbels
Werbung
Inhaltsverzeichnis
