G Battery Charging F Chargement de la batterie
D Aufladen der Batterie N Het opladen van de batterij
6
G • Plug the charger into a standard wall outlet.
Note: If power flow to the wall outlet is
controlled by a switch, make sure the
switch is ON.
• Before first time use, charge the battery
for at least 18 hours. Never charge the
battery longer than 30 hours.
Note: The battery must be upright
while charging.
• Recharge the battery after each use of your
vehicle for at least 14 hours. Do not charge
the battery longer than 30 hours.
• Once the battery is charged, disconnect the
charger connector from the battery connector.
Unplug the charger from the wall outlet. The
battery is now ready to be installed in your
vehicle. Please see "Battery Installation" on
page 37 for detailed instructions on installing
your battery. If your battery is already installed
in your vehicle, simply re-connect the battery
connector and motor harness connector and
re-assemble the seat.
F • Branchez le chargeur dans une prise de
courant standard.
Remarque : si le passage du courant
à la prise murale est actionné par un inter-
rupteur, assurez-vous qu'il est sur la
position « MARCHE ».
• Avant la première utilisation, chargez la
batterie pendant au moins 18 heures. Ne
chargez jamais la batterie durant plus de
30 heures.
Remarque : la batterie doit être posée à
l'endroit durant la charge.
• Après chaque utilisation, rechargez la
batterie durant au moins 14 heures. Ne
chargez jamais la batterie durant plus
de 30 heures.
• Une fois la batterie chargée, débranchez le
connecteur du chargeur du connecteur de
la batterie. Débranchez le chargeur de la
prise de courant. La batterie peut main-
tenant être installée dans le véhicule. Pour
des instructions détaillées, veuillez vous
référer à la section « Installation de la
batterie », à la page 37. Si la batterie est
déjà installée dans le véhicule, il vous suffit
d'y brancher à nouveau le connecteur du
moteur pour ensuite assembler à nouveau
le siège.
D • Den Stecker des Ladegeräts in eine
normale Steckdose stecken.
Hinweis: Besitzt die Steckdose einen
Schalter, darauf achten, dass sie einge-
schaltet ist ("EIN").
• Die Batterie muss mindestens 18 Stunden
lang aufgeladen werden, bevor das
Fahrzeug zum ersten Mal benutzt wird.
Die Batterie nie länger als 30 Stunden
aufladen.
Hinweis: Die Batterie muss während des
Aufladens aufrecht stehen.
• Die Batterie nach jedem Gebrauch des
Fahrzeugs mindestens 14 Stunden lang
aufladen. Die Batterie niemals länger als
30 Stunden aufladen.
• Sobald die Batterie aufgeladen ist, den
Ladegerätanschluss vom Batterieanschluss
lösen. Das Ladegerät aus der Steckdose
ziehen. Die Batterie kann jetzt in das
Fahrzeug eingelegt werden. Siehe den
Abschnitt "Einlegen der Batterie" auf
Seite 37 für detaillierte Anleitungen zum
Einlegen der Batterie. Ist die Batterie
bereits in das Fahrzeug eingelegt,
einfach den Batterieanschluss und den
Motorkabelbaumanschluss wieder
verbinden und den Sitz wieder einbauen.
16
N • Steek de oplader in een standaard
wandstopcontact.
N.B.: Als de stroomtoevoer naar het stop
contact afhankelijk is van een schakelaar,
zorg er dan voor dat de schakelaar op
"AAN" staat.
• Laad de batterij ten minste 18 uur op
voordat u het voertuig voor de eerste keer
gebruikt. De batterij nooit langer dan 30
uur opladen.
N.B.: De batterij moet tijdens het opladen
rechtop staan.
• Na elk gebruik van het voertuig de batterij
ten minste 14 uur lang opladen. De batterij
nooit langer dan 30 uur opladen.
• Wanneer de batterij eenmaal is opgeladen,
moet de verbindingsplug van de batterij
worden losgekoppeld van de het verbind-
ingstuk van de oplader. Haal de oplader
vervolgens uit het stopcontact. De batterij
is nu opgeladen en kan in het voertuig
worden geplaatst. Zie "Het plaatsen van
de batterij" op bladzijde 37 voor uitgebreide
instructies omtrent het plaatsen van de
batterij. Als de batterij al in het voertuig zit,
gewoon de verbindingsplug van de batterij
aansluiten op het verbindingsstuk van de
motorbehuizing en de zitting terugplaatsen.