Motorolie
Bougie
Tankinhoud / olie
Diepte-instelling
Werkbreedte
Aantal messen
Mes Ø
Inhoud opvangkorf
Gewicht
Technische wijzigingen voorbehouden!
Informatie over de geluidsproductie gemeten volgens
de relevante normen:
Geluidsdruk L
PA
Geluidsvermogen L
wA
Meetonnauwkeurigheid K
Draag gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn.
Trilling:
Trilling A
(links/rechts)
hv
Meetonzekerheid K
pA
Beperk de geluidsproductie en trilling tot een mi-
nimum!
• Gebruik alleen optimale producten.
• Onderhoud en reinig het product regelmatig.
• Pas uw werkwijze aan het product aan.
• Zorg dat het product niet overbelast raakt.
• Laat het product eventueel controleren.
• Schakel het product uit als deze niet in bedrijf is.
• Draag handschoenen.
7.
Uitpakken
m LET OP!
Het product en verpakkingsmateriaal zijn geen kin-
derspeelgoed! Kinderen mogen niet met plastic
zakken, folies en kleine onderdelen spelen! Er be-
staat gevaar voor inslikken en verstikkingsgevaar!
• Open de verpakking en haal het product er voorzich-
tig uit.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal evenals de ver-
pakkings- en transportbeveiligingen (indien voor-
handen).
74 | NL
10W 30 / SAE 30
F7RTC
0,6 l
+10 / -12
400 mm
15
165
40 l
31,2 kg
= 78,6 dB
= 100,5 dB
= 1,9 dB
pA
= 8,38 m/s²
= 1,5 m/s²
www.scheppach.com
• Controleer of de inhoud van de levering volledig is.
• Controleer het product en de hulpstukken op trans-
portschade.
• Bewaar de verpakking indien mogelijk tot na het ver-
strijken van de garantietijd.
8. Montage
m Let op!
Het product voor de ingebruikstelling in ieder ge-
val volledig monteren!
Plaats het product op een vlak, recht oppervlak!
Benodigd gereedschap:
• 2x steeksleutel SW13*
*=niet meegeleverd!
8.1
Monteren van de wielen (8) en wieldoppen
(8a) (afb. 19)
1.
Draai de voorgemonteerde kraagmoer (8b) los met
een steeksleutel SW13*.
2.
Duw het wiel (8) op de wielnaaf.
3.
Plaats de kraagmoer (8b) terug op de wielnaaf met
behulp van steeksleutel SW13
4.
Plaats de wieldop (8a) op het wiel (8) en druk deze
gelijkmatig aan totdat alle clips vastgeklikt zijn.
5.
Herhaal deze procedure voor alle wielen (8).
8.2
montage van de onderste (3) en bovenste ge-
leiderail (afb. 3 - 9)
1.
Monteer de onderste duwbeugel (3) zoals in afb.
3 + 4. Zet de onderste duwbeugel (3) vast met
de bout (C) en de borgmoer (D) en met de bout
met vierkante hals (E), de onderlegring (G) en
de kunststof stermoer (4), met behulp van twee
steeksleutels SW13.
2.
Herhaal deze werkwijze aan de andere zijde.
3.
Verbind de bovenste duwbeugel met de onderste
duwbeugels (3). Gebruik de twee kunststof stermoe-
ren (4) met de platkopbouten (F) en onderlegringen
(G). Plaats de kabelhouder (B) op de platkopschroef
(F) aan de rechterkant voordat u de onderlegring (G)
en de kunststof stermoer (4) aanbrengt.
4.
Maak de kabel vast met de kabelklem (A) op de
onderste duwbeugel (3). (afb. 8 + 9)
.
*