COOK Medical Spectrum Gebrauchsanweisung Seite 49

•
Nadat de katheter is geplaatst en vóór gebruik dienen de tippositie en de open doorgang van de
lumina te worden bevestigd door vrije aspiratie van veneus bloed. Als er niet vrijelijk bloed wordt
geaspireerd, dient de arts onmiddellijk de positie van de kathetertip opnieuw te beoordelen.
•
Alle ongebruikte lumina dienen te worden onderhouden met een doorlopend infuus van zout-
oplossing of gehepariniseerde zoutoplossing of te worden afgesloten met een gehepariniseerde
zoutoplossing. De open doorgang van met heparine afgesloten lumina dient ten minste om de
8 uur opnieuw te worden vastgesteld.
•
Alvorens een al met heparine afgesloten lumen te gebruiken dient het lumen met tweemaal het
aangegeven lumenvolume te worden gespoeld met fysiologische zoutoplossing. De lumina dienen
te worden gespoeld met fysiologische zoutoplossing tussen toedieningen van verschillende
infusaten. Na gebruik dienen de lumina weer te worden gespoeld met tweemaal het aangegeven
lumenvolume fysiologische zoutoplossing voordat het heparineslot weer tot stand wordt gebracht.
•
Er moet volgens een strikt aseptische techniek worden gewerkt bij het gebruiken en
onderhouden van een katheter.
N.B.: Voor het inbrengen mag de schacht van de Spectrum of Spectrum Glide katheter niet worden
afgeveegd met of worden ondergedompeld in ethylalcohol, isopropylalcohol of andere alcoholen,
aceton of andere niet-polaire oplosmiddelen. Deze oplosmiddelen kunnen het anti-microbiële middel
van de katheter verwijderen en de anti-microbiële werkzaamheid van de katheter verminderen.
Toegangsplaatsen die de voorkeur genieten
1. Hoge v. jugularis interna
2. V. jugularis externa
3. Lage v. jugularis interna
4. Supraclaviculair
5. Infraclaviculair
6. Femur (niet getoond)
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Verwijder, indien van toepassing, de Luerlock-einddop van elke verlenging.
2. Maak de katheter klaar voor inbrenging door elke van de lumina te spoelen en de injectiedoppen op
de toepasselijke verlengingen te klemmen of te bevestigen. Laat de distale verlenging zonder dop
voor voerdraaddoorgang.
3. Introduceer de dunwandige percutane toegangsnaald in het bloedvat. Er dient gemakkelijk veneus
bloed te kunnen worden geaspireerd om de positie van de naaldpunt in het bloedvat te bevestigen.
4. Schuif de Safe-T-J
®
"J"-gedeelte van de voerdraad. Steek de ontkrulde voerdraad door de naald; voer de voerdraad
5-10 cm in het bloedvat op. Als een rechte draad wordt gebruikt, moet altijd het zachte, buigzame
uiteinde door de naaldaansluiting en in het bloedvat worden opgevoerd. Indien weerstand wordt
gevoeld tijdens het inbrengen van de voerdraad deze niet forceren. Terugtrekking van de voerdraad
door de naald dient te worden vermeden; hierdoor kan de draad breken.
5. Trek, terwijl u de positie van de voerdraad handhaaft, de naald en de Safe-T-J voerdraadontkruller
terug.
6. Vergroot zo nodig de punctieplaats met een nr. 11 scalpelmesje. Indien dilatatie vereist is, kan de
dilatator over de voerdraad worden opgevoerd en vóór inbrenging van de centraal-veneuze katheter
worden verwijderd.
RECHTS
MIDDELSTE
V. CUBITUS
V.
CEPHALICA
voerdraadontkruller (op de distale tip van de voerdraad geplaatst) over het
1
2
3
4
5
BRACHIOCEPHALICA
SUPRASTERNALE
INKEPING
STERNALE HOEK
RECHTER
ATRIUM
V. CAVA
XIFISTERNUM
INFERIOR
V. BASILICA
49 49
NEDERLANDS
V. JUGULARIS EXTERNA
V. JUGULARIS INTERNA
V.
SUBCLAVIA
V.
VOORGESTELDE
PLAATSINGSZONE
VOOR DE KATHETERTIP
V. CAVA
SUPERIOR
LINKS