Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Configuratie Van De Geïntegreerde Inverter; Vooraanzuiging; Veiligheidssystemen - DAB e.sybox Bedienungs- Und Wartungsanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für e.sybox:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 114
Het apparaat moet worden verbonden met een hoofdschakelaar die alle voedingspolen verbreekt. Als de schakelaar in open stand is, moet de
scheidingsafstand van elk contact de waarde hebben die staat vermeld in tabel 2.
5.2 Configuratie van de geïntegreerde inverter
Het systeem is zo door de fabrikant geconfigureerd dat aan de meeste installatiesituaties wordt voldaan, d.w.z.:
– werking met constante druk;
– setpoint (gewenste constante drukwaarde): SP = 3.0 bar
– Verlaging van de druk voor de herstart:
– Anticyclingfunctie:
Al deze parameters kunnen hoe dan ook door de gebruiker worden ingesteld, samen met vele andere. Er zijn vele andere bedrijfswijzen en verdere
opties mogelijk. Door middel van de diverse mogelijke instellingen en de beschikbaarheid van configureerbare ingangs- en uitgangskanalen is het
mogelijk de werking van de inverter aan te passen aan de eisen van verschillende installaties. Zie par. 7-8-9.
Voor de bepaling van de parameters SP en RP heeft de druk waarbij het systeem start de volgende waarde:
Pstart = SP – RP
Voorbeeld: 3.0 – 0.3 = 2.7 bar in de standaardconfiguratie.
Het systeem functioneert niet als het gebruikspunt zich op een grotere hoogte bevindt dan het equivalent in meter-waterkolom van Pstart (neem in
aanmerking dat 1 bar = 10 mWk): voor de standaardconfiguratie geldt dat als het gebruikspunt zich op minstens 27 m hoogte bevindt, het systeem
niet start.

5.3 Vooraanzuiging

Met vooraanzuiging van een pomp wordt de fase bedoeld gedurende welke de machine probeert het huis en de aanzuigleiding te vullen met water.
Als dit goed verloopt, kan de machine naar behoren functioneren.
Nadat de pomp gevuld is (par. 4.1.2, 4.2.3) en het apparaat geconfigureerd (par. 5.2), kan de elektrische voeding worden aangesloten nadat er
minstens één gebruikspunt op het persgedeelte is geopend. Het systeem wordt ingeschakeld en controleert de aanwezigheid van water in het
persgedeelte gedurende de eerste 10 seconden. Als er een waterstroom wordt waargenomen in het persgedeelte, is de pomp volgezogen en begint
hij normaal te werken. Dit is typisch het geval van een installatie onder waterniveau (par. 4.1.2, 4.2.3). Het geopende gebruikspunt op het persgedeelte
waar nu het gepompte water naar buiten komt, kan gesloten worden.
Als na 10 seconden geen regelmatige waterstroom wordt waargenomen in het persgedeelte, vraagt het systeem bevestiging om de
vooraanzuigprocedure te beginnen (gebruikelijk geval voor installaties boven waterniveau - par 4.1.2, 4.2.3). Dit wil zeggen:
Door op "+" te drukken wordt de vooraanzuigprocedure gestart: de pomp begint te werken gedurende maximaal 5 minuten.
In deze tijd grijpt de veiligheidsblokkering voor droog lopen niet in. De vooraanzuigtijd hangt af van diverse parameters,
waarvan de diepte van het aan te zuigen water, de diameter van de aanzuigleiding, de waterdichtheid van de aanzuigleiding
de meeste invloed hebben.
Op voorwaarde dat er een aanzuigleiding wordt gebruikt met een maat van niet minder dan 1" en dat deze goed dicht is (geen gaten of verbindingen
waardoor lucht kan worden aangezogen), is het product ontworpen om te kunnen vooraanzuigen in omstandigheden met een waterdiepte van tot 8
m, in een tijd van minder dan 5 minuten. Zodra het product een reguliere stroom waarneemt in het persgedeelte, sluit hij de vooraanzuigprocedure
af en begint hij normaal te werken. Het geopende gebruikspunt op het persgedeelte waar nu het gepompte water naar buiten komt, kan gesloten
worden. Als het product na 5 minuten van de procedure nog niet vooraangezogen is, geeft het interfacedisplay een melding dat de procedure is
mislukt. Koppel de voeding af, vul het product door nieuw water toe te voegen, wacht 10 minuten en herhaal de procedure vanaf het aansluiten van
de voedingsstekker.
Door op "-" te drukken wordt bevestigd dat men de vooraanzuigprocedure niet wil laten starten. Het alarm op het product blijft aanwezig.
Werking: Nadat de elektropomp vooraangezogen is, begint het systeem normaal te werken volgens de geconfigureerde parameters: hij start
automatisch wanneer de kraan wordt geopend, levert water met de ingestelde druk (SP), houdt de druk ook constant wanneer er andere kranen
worden geopend, en stopt automatisch na de tijd T2 nadat de uitschakelomstandigheden zijn bereikt (T2 kan worden ingesteld door de gebruiker,
fabriekswaarde 10 sec).

6. VEILIGHEIDSSYSTEMEN

Het apparaat is voorzien van veiligheidssystemen die erop gericht zijn de pomp, motor, voedingslijn en inverter te beschermen. Als er één of meer
beveiligingen worden geactiveerd, wordt de beveiliging met de hoogste prioriteit onmiddellijk gesignaleerd op het display. Afhankelijk van het type fout
kan de motor stoppen, maar wanneer de normale omstandigheden zijn hersteld, kan de foutstatus onmiddellijke automatisch worden opgeheven, of
na een bepaalde tijd na een automatische terugstelling. In het geval van blokkering door watergebrek (BL), blokkering door overstroom van de motor
(OC), blokkering door directe kortsluiting tussen de motorfasen (SC), kan worden geprobeerd de foutconditie handmatig te verlaten door tegelijkertijd
op de toetsen "+" en "-" te drukken en hen los te laten. Als de foutconditie aanhoudt, moet de oorzaak van de storing worden opgeheven.
Bij een blokkering vanwege een van de interne fouten E18, E19, E20, E21 moet 15 minuten worden gewacht terwijl het apparaat wordt gevoed, zodat
de geblokkeerde toestand automatisch kan worden opgelost.
Indicatie op display
PD
FA
Min. afstand tussen de contacten van de voedingsschakelaar
Min. afstand [mm]
RP = 0.3 bar
Uitgeschakeld
Alarm in de storingengeschiedenis
Beschrijving
Onjuiste uitschakeling
Problemen in het koelsysteem
NEDERLANDS
>3
159
Tabel 2
Tabel 3: Alarmen

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis