Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Meervoudige Groepen; Inleiding Op Systemen Met Meerdere Pompen; Realisatie Van Een Systeem Met Meerdere Pompen; Draadloze Communicatie - DAB e.sybox Bedienungs- Und Wartungsanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für e.sybox:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 114

11.4 Meervoudige Groepen

11.4.1 Inleiding op systemen met meerdere pompen

Met een systeem met meerdere pompen wordt een pompgroep bedoeld die bestaat uit een samenstel van pompen waarvan de persgedeelten
samenkomen op een gemeenschappelijk spruitstuk. De apparaten communiceren onderling via de hiervoor bestemde (draadloze) verbinding.
Het maximale aantal apparaten waaruit de groep kan bestaan is 4.
Een systeem met meerdere pompen wordt voornamelijk gebruikt om:
– de hydraulische prestaties te verhogen in vergelijking met één enkel apparaat.
– de bedrijfscontinuïteit te verzekeren in het geval van een defect in een apparaat.
– het maximale vermogen te fractioneren.

11.4.2 Realisatie van een systeem met meerdere pompen

De hydraulische installatie moet zo symmetrisch mogelijk worden gerealiseerd, om een hydraulische belasting te krijgen die gelijkmatig verdeeld wordt
over alle pompen. De pompen moeten allemaal verbonden worden met één persspruitstuk.
Voor de goede werking van de drukvormingsgroep moeten de volgende aspecten voor elk apparaat gelijk zijn:
– de hydraulische aansluitingen
– de maximale snelheid (parameter RM)
De firmware moet in alle verbonden e.sybox-apparaten gelijk zijn. Nadat de hydraulische installatie is gerealiseerd, moet de pompgroep worden
aangemaakt door een draadloze koppeling van de apparaten (zie par 9.5).

11.4.3 Draadloze communicatie

De apparaten communiceren onderling en verbreiden de stromings- en druksignalen verder via draadloze communicatie.

11.4.4 Verbinding en instelling van de ingangen

De ingangen van de besturingseenheid dienen om de functies Vlotter, Hulpsetpoint, Deactivering van het systeem, Lage druk op aanzuiging te kunnen
activeren. De functies worden respectievelijk gesignaleerd door de vlottersymbolen (F1), Px, F3, F4. Als de functie Paux geactiveerd is, realiseert zij
een drukopbouw van de installatie op de ingestelde druk, zie par 9.6 - Instelling ingangsfunctie 'Hulpsetpoint'. De functies F1, F3, F4 veroorzaken om
3 verschillende redenen een stopzetting van de pomp, zie par 9.6, 9.6, 9.6. De instellingsparameters van de ingangen I1, I2, I3, I4 maken deel uit van
de gevoelige parameters, dus de instelling van een hiervan op een willekeurig apparaat heeft automatische overeenstemming op alle apparaten tot
gevolg. Parameters die gebonden zijn aan de werking met meerdere pompen
De parameters die weergegeven kunnen worden in menu's, voor wat betreft systemen met meerdere pompen, worden als volgt geclassificeerd:
– Alleen-lezen parameters.
– Parameters met lokale betekenis
– Configuratie van een systeem met meerdere pompen die op hun beurt onderverdeeld kunnen worden in: Gevoelige parameters / Parameters met
facultatieve uitlijning

11.4.5 Relevante parameters voor systemen met meerdere pompen

Parameters met lokale betekenis
Dit zijn parameters die verschillend kunnen zijn voor de verschillende
apparaten; in sommige gevallen is het zelfs noodzakelijk dat ze
verschillend zijn. Voor deze parameters is het niet toegestaan om de
configuratie automatisch af te stemmen onder de verschillende
apparaten. Bijvoorbeeld bij handmatige toewijzing van de adressen is
het verplicht dat deze van elkaar verschillen.
Gevoelige parameters
Dit zijn parameters die beslist afgestemd moeten zijn op de hele keten,
met het oog op de regeling.
Lijst van gevoelige parameters:
SP
Setpointdruk
P1
Hulpsetpoint ingang 1
P2
Hulpsetpoint ingang 2
P3
Hulpsetpoint ingang 3
P4
Hulpsetpoint ingang 4
RP
Drukverlaging voor herstart
ET
Wisseltijd
AY
Anticycling
NA
Aantal actieve apparaten
Automatische uitlijning van gevoelige parameters
Wanneer er een systeem met meerdere pompen wordt gedetecteerd, wordt er een controle verricht op de congruentie van de ingestelde parameters.
Als de gevoelige parameters niet met elkaar overeenkomen op alle apparaten, verschijnt op het display van elk apparaat een bericht waarin wordt
gevraagd of de configuratie van dat bepaalde apparaat moet worden verbreid over het hele systeem. Door te accepteren worden de gevoelige
parameters van het apparaat van waaraf de vraag beantwoord is doorgegeven aan alle apparaten van de keten. In gevallen waarin de configuraties
incompatibel zijn met het systeem, wordt de verbreiding van de configuratie vanaf deze apparaten niet toegestaan. Tijdens de normale werking houdt
de wijziging van een gevoelige parameter op één apparaat automatisch de uitlijning van de parameter op alle andere apparaten in, zonder dat hiervoor
toestemming wordt gevraagd.
NEDERLANDS
Lijst van parameters met lokale betekenis voor het apparaat:
CT
Contrast
BK
Helderheid
TK
Inschakeltijd achterverlichting
RI
Toeren/min in handbediening
AD
Configuratie adres
IC
Configuratie reserve
RF
Reset storingen en waarschuwingen
NC
Aantal gelijktijdige apparaten
TB
Drooglooptijd
T1
Uitschakeltijd na signaal van lage druk
T2
Uitschakeltijd
GI
Integrerende versterking
GP
Proportionele versterking
I1
Instelling ingang 1
I2
Instelling ingang 2
I3
Instelling ingang 3
I4
Instelling ingang 4
OD
Type installatie
PR
Remote druksensor
PW
Wijziging wachtwoord
179

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis