Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Inbedrijfstelling; Elektrische Verbindingen; Elektrische Aansluitingen; Configuratie Van De Geïntegreerde Inverter - DAB e.sybox mini Bedienungs Und Wartungsanweisungen

Inhaltsverzeichnis

Werbung

NL
NEDERLANDS
zorg dat de openingen goed worden gesloten nadat de operatie voltooid is.
De hoeveelheid water die nodig is om het systeem te vullen is minstens 0,7
liter. Geadviseerd wordt een terugslagklep aan het uiteinde van de aan-
zuigleiding te monteren (bodemklep), zodat ook deze helemaal kan worden
gevuld bij de vulwerkzaamheden. In dit geval is de hoeveelheid water die
nodig is voor het vullen afhankelijk van de lengte van de aanzuigleiding
(0,7 liter + ...).
Installatie "onder waterniveau": als er tussen de watervoorraad en het sys-
teem geen afsluitkleppen aanwezig zijn (of als deze open zijn), wordt het
systeem automatisch gevuld zodra de opgesloten lucht naar buiten kan.
Door de vuldop (vlak F - afb. 1) dus open te draaien totdat de lucht naar
buiten stroomt, kan het systeem helemaal worden gevuld. Op het vullen
moet worden toegezien en de vulopening moet worden gesloten zodra
het water naar buiten komt (geadviseerd wordt om een afsluitklep aan
te brengen in de aanzuigleiding en deze te gebruiken om het vullen met
losgedraaide dop te besturen). Een andere mogelijkheid, in het geval dat
de aanzuigleiding is gesloten door een dichte klep, is om het vullen uit te
voeren zoals beschreven voor de installatie boven waterniveau.

3 - INBEDRIJFSTELLING

De aanzuigdiepte mag niet groter zijn dan 8.

3.1 - Elektrische aansluitingen

Om de immuniteit tegen mogelijk uitgestraald geluid naar andere ap-
paraten te verbeteren, wordt geadviseerd een aparte elektriciteitsleiding
te gebruiken voor de voeding van het product.
Let op: neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht!
De elektrische installatie moet worden uitgevoerd door een er-
varen erkende elektricien, die alle verantwoordelijkheid hiervoor
op zich neemt.
Geadviseerd wordt om de installatie correct en veilig te aarden,
zoals wordt vereist door de geldende normen op dit gebied.
De lijndruk kan veranderen bij het starten van de elektropomp.
De spanning op de lijn kan veranderingen ondergaan afhankeli-
156
jk van andere inrichtingen die met de lijn verbonden zijn en de
kwaliteit van de lijn zelf.
De aardlekschakelaar die de installatie beveiligt moet correct
gedimensioneerd zijn en moet van het type "Klasse A" zijn. De
automatische aardlekschakelaar moet gekenmerkt worden door
de twee volgende symbolen:
De magnetothermische veiligheidsschakelaar moet correct gedi-
mensioneerd zijn (zie Elektrische kenmerken)
3.2 Configuratie van de geïntegreerde inverter
Het systeem is door de fabrikant geconfigureerd om te voldoen aan de
meestvoorkomende installatiesituaties waarin wordt gewerkt met constan-
te druk. De belangrijkste parameters die in de fabriek zijn ingesteld zijn
als volgt:
• Set-Point (waarde van de gewenste constante druk): SP = 3,0 bar /
43.5 psi.
• Verlaging van de druk voor herstart RP = 0,3 bar / 4.3 psi.
• Anticyclingfunctie: Uitgeschakeld.
Deze en andere parameters kunnen echter voor elke installatie op zich
door de gebruiker worden ingesteld. Zie par. 4-5 voor de specificaties.
Voor de bepaling van de parameters SP en RP heeft de druk
waarbij het systeem start de volgende waarde:
Pstart = SP – RP
in de standaardconfiguratie.
Het systeem functioneert niet als het gebruikspunt zich op een grotere
hoogte bevindt dan het equivalent in meter-waterkolom van Pstart (neem
in aanmerking dat 1 bar = 10 mWk): voor de standaardconfiguratie geldt
dat als het gebruikspunt zich op minstens 27 m hoogte bevindt, het sys-
teem niet start.

3.3 - Vooraanzuiging

Met vooraanzuiging van een pomp wordt de fase bedoeld gedurende wel-
ke de machine probeert het huis en de aanzuigleiding te vullen met water.
Voorbeeld: 3,0 – 0,3 = 2,7 bar

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis