EDELRIDe VECTOR CHEST X Bedienungsanleitung Seite 35

EN 12277-D: Sportgordels zijn bedoeld voor bergbe-
klimmen. De borstgordel (type D) nooit zonder zitgordel
(type C) gebruiken. Het gebruik van een borstgordel
zonder zitgordel kan leiden tot ernstig letsel of zelfs de
dood. Alleen de hiervoor bestemde Foras karabiner mag
worden gebruikt, samen met de antitwist, voor verbin-
ding met het voorste bevestigingspunt van de zitgordel.
Voor het rechtstreeks vastknopen in de bindlus van de
borstgordel wordt een achtknoop aanbevolen. Door ijs-
vorming kan de sterkte afnemen.
De volgende punten verwijzen naar de afbeeldingen:
1. AANDUIDING VAN DE ONDERDELEN
A) Bevestigingspunt voor valbeveiligingssysteem volgens
EN 361 (Vector X: ook EN 12277-D). B1) Zijdelingse be-
vestigingspunten volgens EN 358. B2) Achterste bevesti-
gingspunt ter hoogte van de taille volgens EN 358.
C) Voorste bevestigingselement volgens EN 813. D) Ma-
teriaaldraaglus voor voorwerpen tot 25 kg. E) Materiaal-
draaglus voor gereedschapstassen tot 50 kg. F) Lus voor
het bevestigen van een zitplank. G) RFID-chip. H) Opberg-
plaats voor valbeveiligingsuitrusting. I) Verwijderbare
touwklem. L) Parkeerpositie voor veiligheidslijn. M) Mar-
kering.
2. VOORBEREIDEN VAN DE BORSTRIEM
a) Bevestiging voorzijde. De karabiner van de borstgordel
verbinden met de textiellus van het voorste bevestigings-
element (C).
Voorzichtig: Alleen de Foras karabiner met de verdraai-
beveiliging gebruiken en deze regelmatig controleren.
b) Bevestigingspunt aan de achterzijde (alleen bij Y-
borstgordel). De riem door de gesp aan de achterzijde
van de zitgordel rijgen en vervolgens door de gesp van de
borstgordel. De bekleding moet vervolgens weer worden
aangebracht.
c) WAARSCHUWING: Alleen bevestigen aan het daar-
voor bestemde bevestigingspunt.
3. VASTMAKEN VAN DE RIEM
a) X-borstgordel. De karabiner van de borstgordel vast-
haken in de textiellus op het voorste bevestigingsele-
ment en de gordel van onderaf vastmaken. b) Y-borstgor-
del. De gordel van onderaf vastmaken en de karabiner
van de borstgordel vasthaken aan de textiellus op het
voorste bevestigingselement c) Combinatie van TreeRex
zitgordel en X-borstgordel volgens EN 361. De X-borst-
gordel met behulp van de karabiner verbinden met de
voor een EN 813 configuratie gespecificeerde voorste
bevestigingselement alleen van de SRT-brug. Wij raden u
aan om de bijgevoegde afdekking aan de SRT-brug (aan
beide zijden van de veiligheidslus) aan te brengen.
De gordel moet strak maar toch comfortabel zitten. Er
moet voor worden gezorgd dat overtollige riem netjes in
de opbergklep wordt ondergebracht (plat gevouwen).
4. GEBRUIK VAN DE GESPEN
a) SlideBlock-gesp. b) DoubleLock-gesp. c) SlideBlock-
Schnalle. d) TripleLock-gesp. Alles sluiten en instelele-
menten regelmatig controleren.
5. INSTELLEN VAN DE BORSTRIEM
a) X-borstgordel. b) Y-borstgordel.
De achterste bekleding moet ter hoogte van de schou-
ders liggen.
6. TEST NA HET INSTELLEN VAN DE MAAT
Na het instellen en voor gebruik van de riem moet u op
een veilige plaats een hangtest van minimaal 5 minuten
uitvoeren in de beoogde gebruikspositie. De gordel moet
comfortabel zitten bij het dragen. Als de riem de juiste
maat en instelling heeft, mag de hangtest de ademhaling
niet belemmeren en/of pijn veroorzaken. Wanneer de
gordel is vastgemaakt, het positioneren van beslagdelen
in het genitale gebied en onder de oksels vermijden. Het
vrij hangen in het harnas mag geen overmatige holle rug,
overstrekken of druk op de genitaliën, lenden en oksels
veroorzaken. Bij vrouwen moeten de lymfevaten van de
borst zoveel mogelijk worden ontlast.
7. AFKEURCRITERIA
SLIJTAGE-INDICATOR. Als er rode vezels zichtbaar wor-
den op riemen, moet de gordel worden afgedankt.
8. AANBRENGEN VAN EEN TOUWKLEM
De gordel kan voor het stijgen langs een lijn met een
touwklem volgens EN 12841-B worden uitgerust. De
verdraaibeveiliging van de karabiner losschroeven en
karabiner verwijderen. De touwklem volledig inrijgen. De