Kiezen Van Een Normaal Steekpatroon; Selecteren Van Andere Nuttige Steekpatronen; Instellen (Spiegelen/Omkeren, Verlengen); Come Selezionare I Punti Utili - Singer 9980 Bedienungsanleitung

KIEZEN VAN EEN NORMAAL
STEEKPATROON
Normale steken worden in de patronentabel
aangegeven die aan de binnenkant van de
bovenklep aangebracht is.
Wanneer u de machine inschakelt, worden rechte
steken (nr. 1) automatisch geselecteerd.
Selecteer het normale stekenpatroon als volgt.
A. SELECTEREN VAN ANDERE NUTTIGE
STEEKPATRONEN
1. Druk op de toets voor nuttige steken. Afbeelding A1.
De eerste 5 patronen worden op het LCD-scherm getoond.
2. Druk op de scrolltoets naar beneden om de
volgende 5 patronen te laten verschijnen.
Afbeelding A2.
Door naar beneden of naar boven te scrollen,
krijgt u steeds 5 nieuwe patronen te zien.
(U kunt ook naar beneden scrollen door op de
nuttige steken-toets te drukken.)
3. Om een patroon te kiezen, drukt u op de
functietoets direct onder het gewenste patroon.
Afbeelding A3.
4. Wanneer een patroon geselecteerd is, wordt er
op het LCD-scherm informatie over het
geselecteerde patroon weergegeven. Afbeelding
A4 (functie steekinformatie)
a.Steeknummer en patroon
b.Geschikte persvoet
c. Instelling (Spiegelen/omkeren, Verlengen)
Als het symbool voor Spiegelen/omkeren of
Verlengen hier niet verschijnt, dan kan het
patroon niet gewijzigd worden.
d.Functie van de functietoets
F2 Rijgsteek (zie pagina 39)
F3 Instelling
F4 Steekbreedte en -lengte
F5 Draadspanning (zie voorgaande pagina)
B. INSTELLEN (Spiegelen/omkeren,
Verlengen)
1. U kunt de instellingen wijzigen door op de
functietoets (F3) direct onder het pictogram
Instellingen te drukken.
2. Op het LCD-scherm wordt nu de functie
instellingen getoond.
i. Spiegelen/omkeren
ii. Verlengen
iii. Dubbele naald (zie pagina 87)
i. Spiegelen/omkeren
U kunt kiezen uit een gespiegelde steek, omgekeerde
steek of een gespiegelde/omgekeerde steek.
Druk op de functietoets (F4) direct onder het
pictogram Spiegelen/omkeren. De steek zal nu van
links naar rechts gaan of van voor naar achter.
Het pictogram op het LCD-scherm geeft de
geselecteerde steek als volgt aan:
a.Gewone steek (normale steek)
b.Gespiegelde steek (links en rechts verwisseld)
c. Omgekeerde steek (voor en achter verwisseld)
d.Gespiegelde en Omgekeerde steek
COME SELEZIONARE I
PUNTI UTILI
I punti utili sono indicati nella tabella riportata
all'interno del coperchio della macchina.
Quando si accende l'interruttore, la macchina si
posiziona automaticamente sul punto diritto.
Per la selezione degli altri punti utili si proceda
come di seguito descritto.
A. SELEZIONE DEI PUNTI UTILI
1. Premete il tasto punti utili. Figura A1.
Sul display LCD appaiono i primi 5 punti.
2. Premendo il tasto di scorrimento in giù,
appariranno i 5 punti successivi. Figura A2.
Premendo i tasti di scorrimento su e giù, potete
scorrere la serie dei punti a cinque alla volta.
(Potete scorrere i punti anche premendo
ripetutamente il tasto punti utili)
3. Per selezionare un punto, premete il tasto funzione che
si trova sotto al punto che vi interessa. Figura A3.
4. Quando viene selezionato un punto, l'LCD
mostra le informazioni relative a quel punto.
Figura A4.
(modalità "informazioni sui punti")
a.Numero del punto ed effetto visivo
b.Piedino adatto al punto.
c. Modifiche (rovesciato a specchio/invertito,
allungato)
Se in questa area non appare il segno
Rovesciato a specchio/invertito o allungato significa
che quel dato punto non può essere modificato.
d.Funzioni del tasto Funzione
F2 Travetta (vedi pag. 39)
F3 Modifiche
F4 Larghezza e lunghezza del punto.
F5 Tensione del filo (vedi pagina precedente)
B. MODIFICHE (Rovesciato a specchio/
invertito, Allungato)
1. E' possibile modificare le impostazioni
premendo il tasto funzione (F3) direttamente
sotto l'icona desiderata.
2. L'LCD passa alla modalità impostazioni.
i. Rovesciato a specchio/invertito (fig B i)
ii. Allungamento (Fig B ii)
iii.Ago doppio (Fig B iii)
i Punto rovesciato a specchio / invertito
E' possibile impostare un punto rovesciato a
specchio, un punto invertito o un punto
rovesciato e invertito allo stesso tempo.
Premendo il tasto funzione (F4) in corrispondenza
dell'icona rovesciato a specchio/invertito, il punto
ruoterà in orizzontale e in verticale.
L'icona sull'LCD rappresenterà il punto
selezionato nel modo seguente:
a.Punto regolare (normale)
b.Punto a specchio (rovesciato in orizzontale)
c. Punto invertito (rovesciato in verticale
d.Punto rovesciato e invertito al tempo stesso.
45