Overige Inspecties & Smering; Werking Van Koppeling - Honda CRF450R Fahrerhandbuch Und Wettbewerbsanleitung

Versteller op kabeluiteinde
Geringe aanpassingen doet u via de versteller op het
uiteinde van de koppelingkabel.
Door de versteller op het kabeluiteinde (1) richting
(+) te draaien neemt de vrije slag toe, bij draaien in
richting (–) neemt de vrije slag af.
(–)
(+)
(1)
(1) versteller op kabeluiteinde
(+) meer vrije slag
(–) minder vrije slag
Als de versteller bijna losloopt uit de schroefdraad of
de vrije slag niet correct instelbaar is, draait u de
versteller helemaal in en dan één slag terug. Maak
de instelling vervolgens met de integrale versteller
in de kabel zelf.
Integrale kabelversteller
U gebruikt de integrale kabelversteller als de
versteller op het uiteinde van de kabel bijna uit de
schroefdraad loopt — of als de vrije slag niet correct
instelbaar is.
1. Draai de versteller op het kabeluiteinde richting
(+) totdat deze iets stuit en draai dan vijf slagen
uitwaarts.
2. Draai de borgmoer (1) los.
3. Draai de integrale kabelversteller (2) tot de
voorgeschreven vrije slag is verkregen.
4. Draai de borgmoer vast. Controleer de vrije slag.
(1)
(–)
(+)
(2)
(1) borgmoer (+) meer vrije slag
(2) integrale kabelversteller (–) minder vrije slag
5. Start de motor, trek de koppelingshendel in en
schakel in de versnelling. De motor mag niet
afslaan en de motorfiets mag niet kruipen.
Laat de koppelingshendel geleidelijk los en geef
gas. Uw CRF moet soepel in beweging komen en
geleidelijk optrekken.
Als een goede verstelling niet mogelijk is of de
koppeling niet correct werkt, is de kabel mogelijk
geknikt of versleten of zijn de koppelingsschijven
versleten.
Inspecteer de koppelingsschijven en -platen (pagina
69).
Koppelingssysteem
Overige inspecties & smering
• Controleer of de koppelingshendeleenheid de
juiste positie heeft (het uiteinde van de houder
(1) moet in lijn zijn met het gelakte merkteken
(2) op het stuur) en of de bevestigingsbouten
stevig vastzitten.
(2)
(1) houder (2) gelakt merkteken
• Controleer of de koppelingkabel knikken of
andere merkbare slijtage heeft. Vervang de
kabel zo nodig.
• Smeer de koppelingskabel met een in de handel
verkrijgbaar kabelsmeermiddel om voortijdige
slijtage en corrosie te voorkomen.

Werking van koppeling

1. Controleer of de koppelingshendel soepel werkt.
Smeer zo nodig het glijoppervlak van de bout van
het koppelingshendeldraaipunt met vet en/of de
koppelingskabel met een in de handel
verkrijgbaar kabelsmeermiddel.
2. Controleer de koppelingskabel op verwering,
knikken of andere merkbare slijtage.
Onderhoud aan uw Honda
(1)
67