Ottobock 3R80 Gebrauchsanweisung Seite 93

+ = verplaatsing naar voren / – = verplaatsing naar achteren (ten opzichte van de belastingslijn)
Pos. zie afb. 6
prothesevoet (met schoen) op de krachtmeetplaat (voldoende belasten: > 35 % van het
•
lichaamsgewicht);
• andere voet (met schoen) op de hoogtecompensatieplaat;
• neuzen van de schoenen op één lijn;
Optimaliseer de statische opbouw uitsluitend door de plantairflexie aan te passen. Justeer nu met
behulp van de anterieure en posterieure stelbouten van de buisadapter aan de prothesevoet.
a – p-positionering van het opbouwreferentiepunt
opzichte van de belastingslijn:
-35 mm
5.5 Dynamische afstelling tijdens het passen
VOORZICHTIG
Instellingen aanpassen
Vallen door onjuiste of ongewone instellingen
► Pas de instellingen altijd langzaam aan de patiënt aan.
► Geef de patiënt uitleg over de gevolgen van de aanpassingen op het gebruik van de prothe­
se.
Tijdens het passen voor dynamische afstelling worden de opbouw en instellingen van de prothese
gecontroleerd en aangepast aan de behoeften en vermogens van de patiënt voor een optimale
loopbeweging.
De patiënt moet door intensief oefenen leren hoe hij of zij de prothese veilig gebruikt.
In de volgende subhoofdstukken wordt beschreven hoe het product op de patiënt ingesteld kan
worden.
De onderstaande tabel verschaft een overzicht over de volgorde waarin de subhoofdstukken moe­
ten worden afgehandeld:
• Fabrieksinstellingen controleren
• Flexiedemping instellen
• Extensiedemping instellen
• Standfasedemping instellen
• Reactiedrempel standfasedemping instellen
In de erbij geleverde Quickstart is de aanpassing grafisch weergegeven.
5.5.1 Afdekkingen openen
Benodigd gereedschap:
>
sleufschroevendraaier
1) Open de afdekkingen van de extensiedemping en de flexiedemping (zie afb. 11).
2) Open de afdekking van de standfasedemping (zie afb. 12).
5.5.2 Fabrieksinstellingen controleren
Functie
Flexiedemping
Extensiedemping
Standfasedemping
Schematisch overzicht van de statische opbouw
Instelwerktuig
Stelventiel "F"
(zie afb. 13)
Stelventiel "E"
(zie afb. 14)
Stelring "S"
(zie afb. 15)
(rotatieas van het prothesekniescharnier) ten
Standaardinstelling
Aanslag "–"
Aanslag "–"
Aanslag "+"
Betekenis
Minimale demping
Minimale demping
Maximale demping
Ottobock | 93