Werbung
Neuswiel:
• Net als bij de sturing van het landingsgestel moet ook
de stuurdraad van het neuswiel (1) absoluut licht lopen
in de Bowdenkabel.
Schuur daartoe de draad met schuurpapier blank en
buig hem op de vereiste plaats overeenkomstig het
verloop van de kabel enigszins na.
• Hang daarna de stuurkabel voor het neuswiel (2) zoals
afgebeeld aan het omgebogen uiteinde van de draad,
en schuif de draad door de Bowdenkabel.
Eventueel buigt u de draad in de buurt van de
stuurhefboom (3) en in de buurt van de zijroer-servo
(4) ietwat bij.
Belangrijk:
Let er op, dat de besturing van het neuswiel, net als die
van het landingsgestel, absoluut licht lopen. Alleen zo
kan het model op de grond licht worden gecontroleerd
en is er tijdens het vliegen geen onnodig groot
stroomverbruik door de zijroer-servo.
• Eventueel kleeft u de Bowdenkabel in de buurt van de
zijroer-servo vast aan de rompspant (6).
• Als de besturing licht loopt, schuift u het neuswiel (1) in
het lagerblok (2).
• Om de juiste hoogte van het neuswiel te bepalen, plaatst
u het model op een vlakke plaat op het landingsgestel
en verschuift u het neuswiel zo ver, tot de voor- en de
achterzijde van de hoogtebesturing dezelfde afstand
(A) vertonen tot de tafelplaat.
• Richt aanlsuitend de stuurkabel van het neuswiel zo
uit, dat er naar rechts en naar links gelijke wieluitslagen
kunnen worden bereikt. De as van het wiel moet daarbij
een hoek van exact 90° maken met de vlieg-/rijrichting.
• Met een 1,5 mm inbussleutel worden daarna de
schroeven op de hefboom van het landingsgesteI (3)
en op de servo-hefboom (zie afb. 17, pos.5) vast
aangedraaid.
106
g) Montage der Leitwerkanlenkung
Die Höhenruderanlenkung:
• Hängen Sie den Servo-Hebel (2) am abgekröpften Ende
des Drahtes entsprechend der Abbildung ein und schie-
ben den Anlenkdraht von vorne in die Bowdenzughülle
(3) ein.
Tipp aus der Praxis:
Bevor Sie den Bowdenzugdraht (1) der Höhenruder-
anlenkung fest montieren, sollten Sie ihn aus der Hülle
entnehmen und mit einem Stück feinen Schleifpapier
von eventuell vorhandenen Belägen reinigen. Dadurch
ergibt sich eine leichtgängige und exakte Anlenkung.
• Am hinteren Ende muss der Draht durch den Steh-
bolzen (4) am Höhenruderhebel (5) geführt werden.
Wichtig!
Bevor Sie den Anlenkdraht fest montieren, prüfen Sie
die Leichtgängigkeit der Anlenkung.
Bei Bedarf winkeln Sie den Draht im Bereich des Servo-
Hebels (6) bzw. des Ruderhorns (7) leicht ab.
Afb. 17
Tipp aus der Praxis:
Nehmen Sie die Fernsteueranlage in Betrieb und überprüfen Sie die korrekte Stellung des Servo-Hebels. Wenn der
Steuerknüppel und die Trimmung für die Höhenruderfunktion in der Mittelstellung stehen, müssen der Arm des Servo-
Hebels im 90°-Winkel zum Servo bzw. zum Anlenkdraht ausgerichtet sein.
Bei groben Fehlstellungen versetzen Sie den Servo-Hebel um einen „Zacken". Leichte Fehlstellungen können mit der
Trimmfunktion am Sender korrigiert werden. Anschließend wird der Servo-Hebel fest angeschraubt.
Vorsicht!
Bevor Sie Montagearbeiten am Servo durchführen, schalten Sie den Empfänger aus, um das Servo
vor Überlastung zu schützen.
Afb. 18
Bild 11
15
Werbung
Kapitel
