Werbung
g) Montage van de stuurbediening
De hoogteroersturing:
• Hang de servohefboom (2) in het omgeplooide uiteinde
van de draad zoals afgebeeld en schuif de stuurdraad
van voor in de Bowdenkabel (3).
Praktische tips voor het vliegen:
Voor u de Bowdenkabel (1) van de hoogtebesturing vast
monteert, moet u hem uit de omhulling nemen en met
een stukje schuurpapier reinigen van alle eventuele
onzuiverheden. Op deze manier ontstaat een
lichtlopende en exacte besturing.
• Op het achterste uiteinde moet de draad door de bout
(4) van de hefboom van het hoogteroer (5) worden
geleid.
Belangrijk!
Controleer voor u de stuurdraad vast monteert het licht
lopen van de besturing.
Plooi als dat nodig is het draad in de omgeving van de
servo-hefboom (6) resp. de roerhoorn (7) licht om.
Praktische tips voor het vliegen:
Neem de afstandsbediening in gebruik en controleer de juiste stand van de servo-hefboom. Als de stuurknuppel en de
trimming voor de hoogteroerfunctie in de middelste stand staan, dan moet de arm van de servo-hefboom onder een
hoek van 90° t.o.v. de servo resp. de stuurdraad zijn uitgericht.
Bij grotere fouten verplaatst u de servo-hefboom over een "nok". Een kleine verkeerde stand kan met de trimfunctie op
de zender worden gecorrigeerd. Aansluitend wordt de servohefboom vastgeschroefd.
Opgelet!
Voor u de montagewerkzaamheden aan de servo doorvoert, schakelt u de ontvanger uit, om de servo
te beschermen tegen overbelasting.
102
Bugfahrwerk:
• Wie bei der Leitwerksanlenkung, muss auch der An-
lenkdraht des Bugfahrwerkes (1) absolut leichtgängig
in der Bowdenzughülle laufen.
Schleifen Sie dazu den Draht mit Schleifpapier blank
und biegen ihn an den erforderlichen Stellen entspre-
chend dem Verlauf der Hülle etwas nach.
• Hängen Sie danach den Bugfahrwerk-Anlenkhebel (2)
entsprechend der Abbildung am abgekröpften Ende des
Drahtes ein und schieben den Draht in die Bowdenzug-
hülle.
Bei Bedarf biegen Sie den Draht im Bereich des An-
lenkhebels (3) und im Bereich des Seitenruder-Servos
(4) ebenfalls nach.
Wichtig:
Achten Sie darauf, dass die Bugfahrwerk-Anlenkung,
ebenso wie die Leitwerksanlenkung, absolut leichtgän-
gig läuft. Nur so ist das Modell am Boden leicht zu kon-
trollieren und hat beim Fliegen keinen unnötig hohen
Stromverbrauch durch das Seitenruder-Servo.
• Bei Bedarf kleben Sie die Bowdenzughülle im Bereich
des Seitenruder-Servos am Rumpfspant (6) fest.
Afb. 11
• Wenn die Anlenkung leichtgängig arbeitet, schieben Sie
das Bugfahrwerk (1) in den Lagerblock (2) ein.
• Um die genaue Höhe des Bugfahrwerks zu ermitteln,
stellen Sie das Modell auf eine gerade Tischplatte auf
das Fahrwerk und verschieben das Bugfahrwerk so-
weit, bis die Vorder- und Hinterkante des Höhen-
leitwerkes den gleichen Abstand (A) zur Tischplatte
aufweisen.
• Richten Sie anschließend den Bugfahrwerk-Anlenk-
hebel so aus, dass nach rechts und links gleiche
Radausschläge erreicht werden können. Die Radachse
muss dabei exakt im 90°-Winkel zur Flug-/Fahrrichtung
stehen.
• Mit einem 1,5 mm Innensechskantschlüssel werden da-
nach die Madenschrauben am Fahrwerkshebel (3) und
am Servo-Hebel (siehe Bild 17, Pos.5) fest angezogen.
Bild 17
Bild 18
19
Werbung
Kapitel
