Werbung
• Wenn der Servo-Hebel (siehe Bild 11, Pos. 2) richtig
steht, wird das Höhenruder (1) entsprechend dem
Höhenleitwerksprofil mittig ausgerichtet und die Maden-
schraube (2) am Stehbolzen mit einem 1,5 mm Innen-
sechskantschlüssel fest angezogen.
Tipp aus der Praxis:
Die korrekte Stellung des Höhenruder erkennen Sie am
besten, wenn Sie das Modell aus einigem Abstand von
hinten betrachten.
• Der überstehende Draht (3) kann zum Schluss bis auf
einen Rest von ca. 5 mm abgeschnitten werden.
Die Seitenruderanlenkung:
• Bei der Anlenkung des Seitenruders wird nach dem sel-
ben Schema vorgegangen, wie bei der Anlenkung des
Höhenruders.
Der einzige Unterschied liegt im Servo-Hebel (1), da
mit dem Seitenruder-Servo später auch noch das Bug-
fahrwerk angelenkt wird. Aus diesem Grund verfügt der
Servo-Hebel über einen zusätzlichen Stehbolzen (2).
• Um später einen reichlich bemessenen Seitenruderaus-
schlag nutzen zu können, wird das Anlenkgestänge
leicht abgewinkelt und am äußeren Ende (3) des Servo-
Hebels eingehängt.
Achten Sie auch bei der Seitenruder-Anlenkung dar-
auf, dass der Anlenkdraht sich leichtgängig bewegen
lässt und gerade durch die Stehbolzen (4) läuft.
16
i) Montage van het onderstel
Hoofdlandingsgestel:
• Snijd met een cuttermes aan de onderzijde van het
model de strijkfolie boven de gleuf voor het
hoofdlandingsgestel (1) in en strijk de foliezijden vast.
• Aansluitend steekt u telkens de beide over een hoek
van
90°
gebogen
landingsgesteldraden (2) in de daartoe voorziene
boringen (3) in de romp. Eventueel bewerkt u de
boorgaten met een sleutelvijltje even na.
Bild 12
• Zodra de beide draden perfect zitten, tekent u de
boorgaten voor de houdplaten (4) af en boort u de
schroefgaten voor met een boortje van 2 mm. De
afstand van de boorgaten tot de zijwand van de romp
moet daarbij zowat 18 mm bedragen.
• De bevestiging van de houdplaten gebeurt met behulp
van vier 12 x 3 mm plaatschroeven.
Bild 13
uiteinden
van
de
Afb. 16
105
Werbung
Kapitel
