Herunterladen Diese Seite drucken

D) Einbau Des Empfängers Und Der Antenne - Reely Hotlander Bedienungsanleitung

Werbung

e)
a
r
anwijzingen voor het
ijden
Rijd met het model altijd met zo hoog mogelijke toerentallen!
Vermijd korte, heftige gasstoten als u langzaam wilt rijden!
Vermijd het vaak langzaam rijden met slepende koppeling!
Gevolgen van de manier van rijden voor de verschillende bouwdelen
Motor
De 2,76 ccm gloeiontstekermotor van het buggy- en Monster-Truck-chassis is luchtgekoeld. Dat betekent dat tijdens het rijden de rijwind de
koeling van de motor moet overnemen (rijwindkoeling).
Vermijd daarom indien mogelijk dat het voertuig met frequente, heftige lastwissels (door korte gasstoten in het lag toerentalbereik en het
schokachtig verlagen van het toerental) versneld wordt.
De kortstondige hoge toerentallen verhitten de motor sterk zonder dat voldoende koeling door de rijwind gegarandeerd is, zoals hij bij het
traditioneel rijden met hoog toerental (hoge snelheid) het geval is. Als gevolg van oververhitting van de motor kan de zuiger in de loopbus
blijven steken (zuigerstekker) en de aandrijving ineens blokkeren. Hierbij kan schade aan het volledige aandrijfblok optreden.
Rij met gedeeltelijke belasting met een voor de gewenste snelheid gepast toerental.
Maar: Bij continu langzaam rijden is weliswaar de koeling van de motor door de rijwind nog voorhanden, maar er kan schade aan de koppeling
(slijtage, oververhitting door slepende koppeling) optreden.
Koppeling
Het vermogen van de motor wordt via de centrifugaalkoppeling op het aandrijfblok overgedragen.
Bij stationair toerental grijpt de koppeling nog niet, het model blijft met draaiende motor stilstaan.
Bij een langzame verhoging van het toerental "sleept" de koppeling, het voertuig trekt op of rijdt langzaam.
Zoals bij een bemande personenauto kan het langer laten slepen van de koppeling tot het "verroken" resp. "afbranden"
van de koppelingsbekleding leiden.
Pas bij hoge motortoerentallen "grijpt" de koppeling, het motortoerental wordt zonder slip op het aandrijfblok overgedragen. De slijtage
aan de koppelingsbekledingen is nu het geringst.
Frequente, heftige lastwissels door korte gasstoten en het schokachtig verlagen van het toerental verkorten eveneens de levensduur van de
koppelingsbekledingen. Met korte gasstoten net zoals bij het laten slepen van de koppeling bereikt u een langzame rijsnelheid, maar ten laste
van de koppeling.
Lager
Een oververhitting van de motor en/of de koppeling heeft ook zijn effect op de lagers van de koppelingsklok. Het uitlopen en verharden van
het lagervet (drooglopen van het lager) alsook verschillende uitzetting van de kogels en van de loopkooi bij overmatige verhitting leiden tot het
vastzetten van de kogels. Als de kogels niet meer vrij kunnen draaien, is er wrijvingsverlies en dus een bijkomende verhitting van de motoras.
F)
w
artung
Regelmatig moeten onderhoudswerkzaamheden en functiecontroles uitgevoerd worden, waardoor een storingvrij gebruik en een lange
levensduur gegarandeerd is.
Controles na de inlooptijd (en voor elk gebruik)
Door motortrillingen en schokken tijdens het rijden kunnen delen en schroefverbindingen loskomen.
Controleer daarom na een inlooptijd van ca. 15 minuten (en voor elk gebruik):
de vastheid van de wielmoeren
alle schroefverbindingen
de servobedieningshendel op de servoas
Reiniging
Reinig het hele voertuig na het rijden en verwijder stof en vuil.
Let vooral op de lagers. Verwijder ook na de smering van de lagers evt. lekkende olie en vet, omdat hier anders het stof zich bijzonder
makkelijk kan aanzetten.
Reinig de koelribben van de koelkop regelmatig met een tandenborstel om een optimale warmteafvoer te garanderen.
Zorg ervoor dat vervuiling niet in de tank of de carburator en met de brandstof in de motor kan terechtkomen. Dergelijke vervuilingen
kunnen ontstekingsweigering onder last resp. een slechte leegloopinstellingen tot gevolg hebben. In het slechtste geval zorgt een vreemd
element tussen loopbus en zuiger ervoor dat de zuiger geklemd raakt.
Monteer voor de veiligheid een brandstoffilter (tankpendelfilter) tussen tank en carburateur om eventueel voorhanden
zwevende deeltjes uit de brandstof te filteren.
Luchtfilter
De luchtfilter moet het indringen van vervuiling via de aanzuiglucht in de motor verhinderen. Vreemde stoffen die via de aanzuiglucht tussen
loopbus en zuiger terechtkomen, veroorzaken dezelfde schade als vuil dat uit de brandstof dat hierin terechtkomt.
Zuigerstekkers of zuigerklemmers kunnen de motor kapot maken en schade in het aandrijfblok veroorzaken.
Rijd nooit zonder luchtfilter!
58
D) e
e
a
inBau des
Mpfängers und der
ntenne
Nach der Funktionskontrolle und dem Einbau der Servos können der Empfänger, der EIN/AUS-Schalter, der Akkuhalter und die Antenne dauerhaft
in die Empfängerbox auf dem Chassis eingesetzt werden.
Schrauben Sie die Abdeckung mit Bezeichnung der Schalterposition
vom EIN/AUS-Schalter ab.
Führen Sie den EIN/AUS-Schalter von innen durch die Aussparung
im Deckel der Empfängerbox.
Setzen Sie die Abdeckung von außen wieder über den Schalter und
verschrauben Sie die Abdeckung durch den Deckel mit dem Schalter.
Achten Sie darauf, daß die Beschriftung der Abdeckung "ON" bzw.
"OFF" der Schalterstellung bei dem tatsächlichen Schaltzustand
entspricht, bei "ON" also die Spannungsversorgung eingeschaltet
bzw. bei "OFF" ausgeschaltet ist.
Verbinden Sie die Anschlüsse des Schalterkabels mit dem Akkuhalter
und dem Empfänger.
Legen Sie den mit vier Akkus Größe AA bestückten Akkuhalter
waagrecht hinten in die Empfänger-Box.
Verbinden Sie die Servos mit dem Empfänger.
Achten Sie bei der Verlegung der Kabel darauf, daß sie möglichst
straff verlaufen und nicht in Kontakt mit rotierenden Teilen
kommen können. Verstauen Sie Überlängen in der Empfänger-
Box.
Der Empfänger findet auf die Schmalseite hochkant gestellt vorne in
der Empfänger-Box Platz.
Führen Sie die Antennenlitze des Empfängers von innen durch
die Bohrung im Deckel der Box und anschließend durch das
Antennenführungsrohr.
Stecken Sie das Antennenführungsrohr in die Halterung außen auf
dem Deckel und
sichern Sie die Antennenlitze oben am Führungsrohr, durch
Umwickeln mit Klebeband oder durch Überziehen mit einem Stück
Schrumpfschlauch.
Stellen Sie sicher, dass sich der Deckel zum Akkuwechsel nach
dem Fixieren der Antennenlitze noch gut öffnen lässt (Litze nicht
zu weit herausziehen).
11

Werbung

Kapitel

loading