Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Productspecificaties; Inspectie Vóór Gebruik; Benodigde Apparatuur - Halyard COOLIEF Anweisung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

HALYARD* COOLIEF* gekoelde radiofrequente steriele slangenset
De COOLIEF* slangenset dient voor gebruik met een enkele sonde.
Voorzichtigheid is geboden om te zorgen dat alle luerfittingen goed
vastzitten om lekkage te voorkomen. De luerfittingen mogen niet
losgekoppeld worden terwijl de pomp werkt.
Stel de apparatuur zodanig op dat het risico dat iemand over de slang
struikelt tot een minimum wordt beperkt.
Er mogen GEEN gekoelde RF-laesie-ingrepen worden uitgevoerd als er geen
water door de slangenset circuleert, er water lekt of er luchtbellen in de
slangen te zien zijn. Staak de ingreep onmiddellijk en corrigeer de circulatie
alvorens de ingreep opnieuw te starten.
Knijp NIET in de slangen van de slangenset.
HALYARD* COOLIEF* gekoelde radiofrequente
vloeistoftoedieningsintroducer (FDI)
Ga voorzichtig te werk tijdens het hanteren van de COOLIEF* FDI. Bij
onzorgvuldige hantering kan de scherpe tip letsel aan de gebruiker
toebrengen.
Vanwege de elektrische stroom dient de FDI tijdens gebruik veilig te worden
gehanteerd.
Injecteer geen anestheticum of andere vloeistof via de
vloeistoftoedieningspoort terwijl het stilet op zijn plaats zit.
Verplaats de FDI niet als het stilet niet volledig is ingebracht.
Kies een FDI van de juiste maat.
Controleer of de dop of de sonde op de tegenovergelegen poort aangesloten
is terwijl er vloeistof wordt toegediend.
HALYARD* COOLIEF* gekoelde radiofrequente sonde
De slangenset mag nooit worden losgekoppeld van de sonde wanneer er
radiofrequente energie wordt afgegeven. Het lumen van de slangenset mag
tijdens de ingreep op geen enkele wijze worden geblokkeerd, omdat de
koeling van de sonde dan stopt.
Koppel de sonde los door aan de connector te trekken, niet aan de kabel.
Hanteer de sonde veilig tijdens gebruik vanwege de elektrische stroom en
de hete tip.
Controleer tijdens het inbrengen van de sonde via de FDI onder doorlichting
of de sonde niet omkrult. De sonde mag verder ingebracht worden als te zien
is dat hij omkrult of als zich aanzienlijke weerstand voordoet.
Verplaats de FDI niet wanneer de sonde zich erin bevindt. Als verplaatsing
noodzakelijk is, trekt u de sonde terug uit de FDI en verplaatst u de FDI met
het stilet daarin ingebracht.
Het bericht 'Cooled RF Temp' dat op de RF-generator verschijnt, heeft
betrekking op de temperatuur van de gekoelde elektrode, en niet op de
hoogste temperatuur van het weefsel.
Ongewenste voorvallen
Mogelijke complicaties die met het gebruik van dit hulpmiddel gepaard gaan zijn
onder meer: infectie, zenuwletsel, toegenomen pijn, letsel van de ingewanden,
falen van de techniek, verlamming en overlijden.

Productspecificaties

De COOLIEF* sonde bestaat uit een elektrisch geïsoleerde schacht met
een actieve tip die als elektrode voor afgifte van RF-energie fungeert, een
handgreep, slangen met luerlocks en een kabel met een 7-pens connector.
De COOLIEF*-vloeistoftoedieningsintroducer (FDI) heeft een geïsoleerde
roestvrijstalen canule, een stilet en een vloeistoftoedieningssysteem.
De COOLIEF* slangenset bestaat uit een buret en flexibele slangen die voorzien
zijn van luerlocks voor aansluiting op de sonde.
De COOLIEF*-sonde, de FDI en de slangenset zijn met ethyleenoxide
gesteriliseerd en zijn bij levering steriel. De hulpmiddelen moeten koel en droog
worden bewaard.
NB: Neem contact op met Halyard Health voor een lijst met alle modelnummers
en maten.
Inspectie vóór gebruik
De steriele verpakking moet vóór gebruik met het oog worden geïnspecteerd om
eventuele gebreken te ontdekken. Controleer of de verpakking niet geopend of
beschadigd is. Gebruik de apparatuur niet als de verpakking niet intact is.

Benodigde apparatuur

De ingrepen moeten worden uitgevoerd in een gespecialiseerde klinische
omgeving die uitgerust is met doorlichtingsapparatuur. De benodigde
apparatuur om RF-ingrepen uit te voeren bestaat uit:
• COOLIEF* gekoelde radiofrequente sonde
• COOLIEF* gekoelde radiofrequente vloeistoftoedieningsintroducer(s)
• COOLIEF* gekoelde radiofrequente peristaltische pomp met kabel
• COOLIEF* gekoelde radiofrequente steriele slangenset
• COOLIEF* gekoelde radiofrequente aansluitkabel (monopolair systeem) of
COOLIEF* Multi-Cooled radiofrequentiemodule (MCRF-module)
(CRX-BAY-MCRF)
• Referentie-elektrode
• Radiofrequente generator (PMG-ADVANCED)
• Injectiespuit met luerlock (voor het geval dat het gewenst is vloeistof te
injecteren)
Gebruiksaanwijzing
Monopolair systeem
(afb. 1a – 1e)
Leg alle benodigde apparatuur voor de ingreep bijeen. Stel de radiofrequente
generator (PMG-ADVANCED) en de COOLIEF*-pomp op volgens de aanwijzingen
in hun gebruiksaanwijzing. Sluit de gekoelde COOLIEF* RF-aansluitkabel aan op
de RF-generator volgens de beschrijving in de gebruiksaanwijzing.
Open de verpakking in het steriele veld met gebruikmaking van de juiste steriele
technieken. Inspecteer de hulpmiddelen met het oog op eventuele beschadiging.
De ingreep mag NIET worden uitgevoerd met beschadigde apparatuur.
HALYARD* gekoelde radiofrequente steriele slangenset (afb. 2)
1. Plaats de buret in de burethouder op de zijkant van de pomp. De zijde
van de buret met twee of drie poorten duidt de bovenkant van de buret
aan (afb. 3).
2. Vul de buret met steriel water op kamertemperatuur. Hanteer de
apparatuur op steriele wijze. Vul de buret tot de 70ml-markering. De
buret kan gevuld worden door steriel water via een poort in het deksel
te injecteren of door het deksel tijdelijk te verwijderen en steriel water
in de buret te gieten.
Waarschuwing: VUL DE BURET TOT DE 70ml-MARKERING.
Als de buret niet tot de 70ml-markering wordt gevuld, is er
onvoldoende water voor circulatie.
Gebruik UITSLUITEND steriel water op kamertemperatuur.
Zorg dat het deksel na het vullen weer op de buret wordt
aangedrukt (afb. 4-5).
Injecteer steriel water in de buret OF verwijder het deksel en giet steriel
water in de buret.
3. Plaats de dikwandige slang die uit de onderkant van de buret komt,
in de pompkop van de pomp. Plaats de slang in de kanalen van de
L-vormige steun zodat de slang niet wordt afgekneld bij het sluiten
van de pompkop. Sluit het deksel op de pompkop om de slang vast te
klemmen. (Afb. 6)
4. Verwijder de doppen van de mannelijke en vrouwelijke luerlocks. Sluit
de juiste luerlock aan op de overeenkomstige luerlock op de COOLIEF*-
sonde. Sluit hem niet al te vast aan.
Opgelet: Sluit één slangenset aan op één sonde. (afb. 7).
5. Na afloop van de ingreep werpt u de slangenset op gepaste wijze weg.
HALYARD* COOLIEF* gekoelde radiofrequente
vloeistoftoedieningsintroducer (FDI)
1. Terwijl het stilet zich in de COOLIEF* FDI bevindt, brengt u de FDI
behoedzaam onder doorlichting in de patiënt in om hem op de
gewenste locatie voor de laesie te plaatsen.
2. Wanneer de FDI zich in de juiste positie bevindt, verwijdert u het stilet
behoedzaam uit de FDI.
3. Herhaal stap 1–2 zo nodig met een tweede FDI.
4. Als het gewenst is tijdens de ingreep vloeistof in te brengen, kan gebruik
worden gemaakt van de zijpoort of de sondepoort van de FDI.
Opgelet: Injecteer geen anestheticum of andere vloeistof via de
vloeistoftoedieningspoort terwijl het stilet op zijn plaats zit.
A. Zijpoort met ingebrachte sonde. (Afb. 9)
1. Controleer of de sonde goed vastzit door aan de luerlock te
draaien. (Afb. 8)
2. Verwijder de dop op de zijpoort.
3. Sluit de vloeistof bevattende injectiespuit met luerlock aan op
de zijpoort.
4. Geef de gewenste vloeistof af.
5. Verwijder de injectiespuit.
6. Zet de dop weer op zijn plaats op de zijpoort.
B. Sondepoort met dop op de zijpoort. (Afb. 10)
1. Controleer of de dop aanwezig is op de zijpoort.
2. Sluit de vloeistof bevattende injectiespuit met luerlock aan op
de sondepoort.
53

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis