Profibus Dpv1-Communicatie; Instellung Slave-Adres - ABB Sensyflow FMT500-IG Inbetriebnahmeanleitung

7

PROFIBUS DPV1-communicatie

7.1

Instellung SLAVE-adres

In het PROFIBUS netwerk kunnen maximaal 127 deelnemers geadresseerd worden, waarbij in
een segment max. 32 deelnemers aangesloten mogen worden. Als meer dan n x 32
deelnemers in het netwerk worden gebruikt (n = 1,2,3,...) moeten zij via segmentkoppelingen
verbonden worden. In ieder PROFIBUS netwerk is er een Master-klasse 1, die voor cyclische
data-uitwisseling wordt toegepast. Zodoende staan 126 slave-adressen in het PROFIBUS
netwerk ter beschikking. Het slave-adres 0 moet niet voor slaves gebruikt worden, omdat het
vaak als standaard master-adres gebruikt wordt. Slave-adres 126 wordt als standaard slave-
adres gebruikt voor ingebruikname van slaves, de ene adres-instelling via de PROFIBUS
toelaten moet evenmin toegepast worden. Diagnose- of configuratie-apparaten master-klasse 2,
die permanent of tijdelijk in het PROFIBUS netwerk worden toegepast, hebben ook een
PROFIBUS adres nodig.
Sensyflow FMT500-IG met PROFIBUS aansluiting stelt twee mogelijkheden beschikbaar voor
de instelling van het PROFIBUS slave-adres.
Mogelijkheid 1:
Instellung via display per magneetstift in de bedieningsmodi SPEZIALIST / SERVICE. Hierbij
mag geen PROFIBUS communicatieverbinding tot een Master-klasse 1 of 2 bestaan. Bij een
bestaande verbinding is een wijziging van het slave-adres niet mogelijk. Na instelling van
nieuwe communicatieparameters (PROFIBUS adres, baudrate) moet een hardware-reset
uitgevoerd worden, om de overname van de nieuw ingevoerde gegevens door de master veilig
te stellen (zie hoofdstuk 10.1.2).
Mogelijkheid 2:
Instelling per SET-SLAVE adrestelegram, dat door Master-klasse 1 of 2 via het PROFIBUS
netwerk aan de slave verzonden wordt.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
PROFIBUS adressen mogen niet dubbel worden toegekend. PROFIBUS deelnemer met
hetzelfde adres kunnen geen data-uitwisseling met een master-klasse 1 of 2 opnemen. Ook
de slave-adresinstelling via PROFIBUS functioneert niet, als twee of meer deelnemers met het
standaard slave-adres 126 moeten worden gebruikt.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Het wijzigen van het slave-adres via het display per magneetstift in de bedieningsmodi
SPEZIALIST / SERVICE moet conform aan de ingestelde slave-adressen in het
procesmanagement systeem master-klasse 1 resp. diagnose- en configuratiesysteem master-
klasse 2 zijn.
CI/FMT500-IG-X1 Sensyflow FMT500-IG
PROFIBUS DPV1-communicatie
NL - 39
363