• Hellingen van 10° komen overeen met een verticale
stijging van 17,6 cm bij een horizontale lengte van
100 cm.
• Voorkom het starten en stoppen op hellingen.
• Gebruik het apparaat niet op plaatsen zoals hellin-
gen of greppels, waarop het apparaat kan omvallen
of wegglijden. Het gevaar op omvallen of wegglijden
wordt groter als de ondergrond los of vochtig is.
• Berijd hellingen altijd in de lengterichting. Bij dwars
rijden bestaat een verhoogd kantelgevaar.
• Bij rijden op hellingen mogen er geen abrupte snel-
heids- of richtingswijzigingen worden uitgevoerd.
Het werken in dergelijke situaties vereist een voor-
zichtige, rustige en gelijkmatige bediening van de
benzine zitmaaier.
• Vermijd richtingswijzigingen op hellingen. Keer
alleen op hellingen als dit onvermijdelijk is; indien
mogelijk, rijd langzaam en in grote bogen in neer-
waartse richting.
• Maai geen nat gras, in het specifiek niet op hellin-
gen, omdat de tractie op nat gras afneemt. De ben-
zine zitmaaier kan wegglijden en daarom niet meer
gecontroleerd worden door de gebruiker.
• Bij het berijden van hellingen mag de aandrijving
niet door middel van aandrijfvrijloop worden ont-
grendeld.
• Bij de bediening van aanbouwdelen op hellingen is
bijzondere voorzichtigheid geboden (gewijzigde ge-
wichtsverdeling op het apparaat).
• Als de wielen doordraaien of als het voertuig bij
het berijden van een helling in opwaartse richting
blijft steken, moet het maaimes resp. aanbouwdeel
worden losgekoppeld. Daarna moet de helling door
langzaam neerwaarts en rechtuit te rijden worden
verlaten.
• Probeer nooit de benzine zitmaaier door ondersteu-
nen met de voet op de ondergrond te stabiliseren.
• Het gewicht van de vangkorf verhoogt het kantelge-
vaar, vooral als deze gevuld is.
• Leeg of til de vangkorf nooit op een hellend vlak op.
11.7.4 Vangkorf legen tijdens het zitten (afb. 1 + 7)
Als het snoeimateriaal op de grond blijft liggen, is de
vangkorf vol en moet worden geleegd.
1.
Schakel de maaier (8) uit, door de hendel voor de
maaier (3) naar voren te schuiven en naar links te
drukken.
2.
Rijd naar de plaats, waar u de vangkorf (2) wilt
legen.
3.
Druk het rempedaal (13) in en activeer de blok-
keerrem (12).
4.
Stel de versnelling (17) in op Neutraal "N".
5.
Til met de greep de vangkorf (2) op, zodat deze
wordt geleegd.
6.
Laat de vangkorf (2) weer zakken.
Let op: Als de vangkorf (2) niet correct is vastgeklikt,
kan de maaier (8) niet worden ingeschakeld.
11.7.5 Vangkorf voor legen uithangen (afb. 7)
Als het snoeimateriaal op de grond blijft liggen, is de
vangkorf vol en moet worden geleegd.
m WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel!
Het ongewenst en onverwacht starten van het product
kan leiden tot letsel.
- Schakel de motor voor het legen uit.
1.
Druk het rempedaal (13) in en activeer de blok-
keerrem (12).
2.
Schakel de maaier (8) uit, door de hendel voor de
maaier (3) naar achter te schuiven en naar links
te drukken.
3.
Stel de versnelling (17) in op Neutraal "N".
4.
Schakel de motor uit, door de contactsleutel (18a)
in de positie "Stop" te zetten. Verwijder vervolgens
de contactsleutel (18a) uit het contactslot (18).
5.
Hang de vangkorf (2) uit en leeg deze.
6.
Hang de vangkorf (2) weer in.
7.
Als de vangkorf (2) niet correct is vastgeklikt, kan
de maaier (8) niet worden ingeschakeld.
11.8 Benzine zitmaaier parkeren
c WAARSCHUWING!
Gevaar voor verwondingen en brandwonden!
Een hete motor, uitlaat of aandrijving kan verbrandin-
gen veroorzaken.
- Raak geen hete delen van de benzine-zitmaaier aan.
- Let er bij het parkeren van de motor op, dat hete de-
len in de buurt van kwetsbare voorwerpen of materi-
alen niet kunnen ontsteken.
c WAARSCHUWING!
Gevaar voor verwondingen en kantelen!
De benzine zitmaaier kan kantelen, indien deze niet op
een effen ondergrond wordt geparkeerd.
- Het gevaar op omvallen of wegglijden wordt groter
als de ondergrond los of vochtig is.
- Let bij het stoppen op de naloop van het snijge-
reedschap, die tot de stilstand enkele seconden
bedraagt.
www.scheppach.com
NL | 141