3. Trek de extractor ongeveer 5 cm terug in de katheter door de borgschroef
en het stugge uiteinde van de blootliggende draad vast te pakken en
voorzichtig naar achteren te trekken. Let op de positie van de borgschroef
in relatie tot de klep. Handhaaf deze positie om ervoor te zorgen dat de
tip van de extractor niet bloot komt te liggen aan het distale uiteinde van
de katheter wanneer deze bij de patiënt wordt ingebracht.
4. Draai de Tuohy-Borst-adapter voorzichtig aan om ervoor te zorgen dat er
geen spoelvloeistof uitloopt en om de draadextractor te stabiliseren voor
inbrenging. Draai de Tuohy-Borst-adapter niet te strak op de draad vast.
5. Spoel het kathetersysteem via de zijarmadapter door met steriel
fysiologisch zout om eventuele luchtbellen te verwijderen.
6. Laad het geheel in een vooraf gepositioneerde van open tip voorziene
klem voor laparoscopische cholangiografie-instrumenten die klaar is
voor gebruik.
Toegang en cholangiografie
1. Verkrijg op de gebruikelijke wijze toegang voor de laparoscopie met een
poort bij de navel en drie subcostale poorten.
2. Let bij dissectie van de ductus cysticus op de grootte van de ductus
en dissecteer dichter bij de ductus hepaticus communis om de valvula
spiralis te ontwijken. (Afb. 2)
3. Maak gebruik van een cholangiografiekatheter van de geschikte grootte
met open uiteinde en observeer onder doorlichting hoe de ductus
cysticus in de ductus choledochus komt (direct, in de rechter ductus
hepaticus of zeer laag bij de papil). Observeer ook de diameter van
de ductus choledochus, evenals de grootte, de vorm en het aantal
galwegstenen. NB: De vaststelling dat er proximaal ten opzichte van de
ingang van de ductus cysticus stenen aanwezig zijn in de galwegen, kan
de keuze doen vallen op choledochotomie of verwijdering door middel
van ERCP.
4. Bij onzekerheid over de interpretatie van de beelden kan het helpen het
contrastmiddel uit te spoelen met fysiologisch zout en het cholangiogram
opnieuw uit te voeren. Beeldvorming tijdens de uitspoelfase kan nuttig
zijn, net als tijdens de doorgang van contrastmiddel, om details van de
stenen te laten zien.
Verwijdering van stenen via de ductus cysticus
1. Wanneer de aanwezigheid van galwegstenen is bevestigd en zij geschikt
zijn bevonden voor extractie via de ductus cysticus, vervangt u de
cholangiografiekatheter in situ door de vooraf klaargemaakte Nathanson
5,5 Fr katheter met voorgeladen extractor, die in een geschikte klem
voor laparoscopische cholangiografie-instrumenten is geladen. Zie het
gedeelte 'Klaarmaken voor gebruik' van deze gebruiksaanwijzing voor
informatie over het klaarmaken van de katheter.
2. Pas nadat de katheter voorbij de steen is draait u de Tuohy-Borst-adapter
los en voert u de extractor op om de steen in te vangen.
3. Voer de kathetertip onder doorlichting op tot net voorbij de eerste steen,
en voer vervolgens de extractor door de katheter op totdat de tip ervan
tevoorschijn komt. (Afb. 3)
4. Zorg dat de positie van de extractor stabiel blijft en trek de katheter
en de Tuohy-Borst-adapter terug totdat de adapter de handgreep van
de extractor raakt. Hierdoor kan de extractor zich rondom de steen
ontplooien. (Afb. 4)
5. Sluit de extractordraden rond de steen door ze met de extractorhandgreep
te manipuleren. Nadat de steen is ingevangen trekt u de extractor en de
katheter langzaam als één geheel uit de ductus cysticus terug. (Afb. 5)
6. Plaats de steen in een geschikt deel van de buikholte om hem later
samen met de galblaas te verwijderen. NB: Het is mogelijk dat calculi na
verwijdering fragmenteren. Verdere visuele inspectie met een flexibele
choledochoscoop van klein kaliber kan helpen bevestigen dat de steen
volledig is verwijderd.
7. Na verwijdering van de steen kan de doorgankelijkheid van de ductus
choledochus worden gecontroleerd door via de zijarm van de adapter
contrastmiddel door de katheter in de ductus choledochus te injecteren.
8. Herhaal bij meerdere stenen het proces in volgorde en werk naar
beneden naar de papil toe. LET OP: Ontplooi de extractor niet in de papil
van de distale ductus choledochus, omdat de mucosa van de ductus
in de draden van de extractor verstrikt kan raken, wat mogelijk acute
pancreatitis teweegbrengt of op lange termijn tot littekenvorming op
de papil leidt. Vroege weerstand bij het terugtrekken van de extractor
en omstulping van de papil en de distale ductus choledochus onder
doorlichting zijn tekenen van verstrikking. (Afb. 7) Als dit optreedt, staak
dan het terugtrekken van de katheter en maak de papilmucosa los uit de
draden van de extractor door de extractor en de tip van de katheter in
het duodenum te duwen. (Afb. 8) Trek de extractor terug in de katheter
en trek de katheter terug in de galgang.
WIJZE VAN LEVERING
Wordt steriel (gesteriliseerd met ethyleenoxide) geleverd in gemakkelijk open
te trekken verpakkingen. Bestemd voor eenmalig gebruik. Steriel indien de
verpakking ongeopend en onbeschadigd is. Gebruik het product niet als
er twijfel bestaat over de steriliteit van het product. Donker, droog en koel
bewaren. Vermijd langdurige blootstelling aan licht. Inspecteer het product
30