Werken Met De Hogedrukreiniger (Optie Af Fabriek) - Kärcher MC 130 Bedienungsanleitung

7.1.7 Rijprogramma
1 Stuurwiel
2 Hendel voor rijrichting
Met de rijrichtingshendel kunnen de volgende functies ge-
selecteerd worden, de geselecteerde programma's wor-
den op het display weergegeven.
7.1.7.1 Neutrale stand
Breng de rijrichtingshendel in de middelste stand.

7.1.7.2 Rijrichting vooruit
Duw de rijrichtingshendel naar boven en naar voren.

7.1.7.3 Rijrichting achteruit
Trek de rijrichtingshendel naar boven en naar achter.

7.1.7.4 Transport-/rijsnelheid
De transportsnelheid kan gekozen worden tussen 20 km/h
(symbool schildpad) en 40 km/h (symbool haas). De sym-
bolen worden op het display weergegeven.
LET OP
Om de rijsnelheden te wijzigen, moet het voertuig stilstaan
en moet de rijrichtingshendel in de NEUTRALE STAND
staan.
Verkeerde bediening: Als de rijstand bij het veranderen
van de rijsnelheid op vooruit of achteruit staat, verandert
weliswaar het symbool Schildpad/Haas op het display,
maar de omschakeling vindt niet plaats.
Duw de rijrichtingshendel in de richting van de as en

kies de transportsnelheid.
Regel de rijsnelheid met de gaspedaal.

7.1.8 Tempomaat
De tempomaat werkt enkel in de werkmodus.
7.1.8.1 Tempomaat activeren
Selecteer de gewenste werksnelheid met het gaspe-

daal.
Druk, als het voertuig met de gewenste werksnelheid

rijdt, de functietoets F8 op het display (Tempomaat set)
in. De tempomaat is geactiveerd.
7.1.8.2 Tempomaat deactiveren
Bedien de rempedaal of druk de functietoets F8 op het

display opnieuw in om de tempomaat te deactiveren.
Door F9 (Tempomaat resume) in te drukken, wordt de

eerder ingestelde snelheid geactiveerd.
7.1.9 Rijden
WAARSCHUWING
Ongevalgevaar!

Rijden met opgetild vuilreservoir is verboden!

Als het rijpedaal wordt losgelaten, vertraagt de snelheid
anders dan bij auto´s.
In de transportmodus is de remvertraging bij het losla-
ten van het rijpedaal kleiner dan in de werkmodus.
LET OP

Laat de motor voor het vertrekken of belasten van het
voertuig voldoende warmdraaien.
Schakel de PTO uit.

Langzaam op het gaspedaal drukken.

Rijrichting met het stuurwiel regelen.

7.1.10 Stoppen
Laat het gaspedaal los, het apparaat remt zelfstandig

en blijft staan.
Bedien het rempedaal voor een sterkere remwerking of

in geval van nood.
7.1.11 Over hindernissen heen rijden
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar!

Vergewis u ervan dat het voertuig de grond niet raakt.
Hindernissen tot een hoogte van 150 mm:
Langzaam en voorzichtig in een hoek van 45° voor-

waarts over hindernis rijden.
Hindernissen van meer dan 150 mm hoogte:
Er mag alleen over hindernissen heen gereden worden

met een geschikte oprijdrempel.
7.1.12 Rijden op de openbare weg
WAARSCHUWING
Ongevalgevaar!

Rijden met opgetild vuilreservoir is verboden!

Bij het rijden op openbare wegen voor transportdoel-
einden (niet bij de reiniging van de openbare weg),
moet de hydrauliek uitgeschakeld worden en het vuilre-
servoir neergelaten zijn.
Schakel de PTO uit.

Regel de rijsnelheid met de gaspedaal.

7.2 Werken met de hogedrukreiniger (optie
af fabriek)
7.2.1 Reglementair gebruik
Deze hogedrukreiniger uitsluitend gebruiken
voor reinigen met hogedrukstraal zonder reinigingsmid-
–
del (bv. reinigen van gevels, tuinbanken, tuinpaden).
Deze hogedrukreiniger is slechts voorzien en gecontro-
leerd voor gebruik met veeg-/zuigmachine MC 130.
De hogedrukreiniger mag enkel met de meegeleverde
vlakstraalsproeier gebruikt worden.
21
-
NL 225