KRAUSE ClimTec Bedienungsanleitung Seite 294

– De verbinding van steigers met gebouwen door middel van planken of dergelijke
is niet toegestaan. De steiger mag niet als toegangstoren worden gebruikt om op
andere constructies te komen.
3.3 Veiligheidsvoorschriften bij het verrijden van de steiger
– Bij het verplaatsen van de steiger mogen er zich daarop geen personen en materi-
aal bevinden.
– De steiger mag alleen met de hand en uitsluitend naar een stevig, egaal, obsta-
kelvrij opstelvlak worden gereden.
– Verplaatsing van de steiger met behulp van andere voertuigen van welke aard ook
is verboden.
– Bij het verplaatsen mag de normale loopsnelheid niet worden overschreden.
– Verplaatsing mag uitsluitend in lengte- of diagonale richting plaatsvinden.
– Het oppervlak waarop de steiger wordt verplaatst, moet het gewicht van de steiger
kunnen dragen.
– De steiger mag niet worden opgevijzeld/opgehesen en er mag niets aan worden
(op)gehangen.
– Verplaatsing van de steiger mag uitsluitend tot windkracht 6 (ca. 45 km per uur)
plaatsvinden.
– Vóór gebruik moet worden gewaarborgd dat alle noodzakelijke veiligheidsmaatre-
gelen tegen onbedoeld wegrijden zijn genomen, bijvoorbeeld door het om-
laagdrukken van de remmen.
3.4 Gedrag bij werkzaamheden aan elektrische installaties vanaf een steiger
Voordat u vanaf een rolsteiger werkzaamheden aan elektrische installaties uitvoert, moet
erop worden gelet dat
– de spanning van de installatie is uitgeschakeld
– de installatie beveiligd is tegen opnieuw inschakelen
– is vastgesteld dat er geen spanning meer op staat
– de installatie geaard en kortgesloten is
– naburige delen die onder spanning staan afgedekt of afgesloten zijn
3.5 Werkzaamheden in de buurt van bovengrondse elektrische leidingen
Bij werkzaamheden aan bovengrondse elektrische leidingen vanaf een steiger moeten
de onderstaande veiligheidsafstanden worden aangehouden. Deze zijn zo gekozen
dat slingerende kabels nergens tegenaan kunnen komen en de werker op het platform
genoeg bewegingsruimte heeft. Veiligheidsafstanden conform VDE 0105-100.
Veiligheidsafstand 1 m bij een nominale spanning van maximaal 1000 V
Veiligheidsafstand 3 m bij een nominale spanning van meer dan 1 kV tot 110 kV
Veiligheidsafstand 4 m bij een nominale spanning van meer dan 110 kV tot 220 kV
Veiligheidsafstand 5 m bij een nominale spanning van meer dan 200 kV tot 380 kV
Indien de veiligheidsafstanden niet kunnen worden aangehouden, moet de spanning
op bovengrondse kabels in overleg met de exploitanten of eigenaars worden uit-
geschakeld en tegen opnieuw inschakelen worden beveiligd.
583
3.6 Overige geldende veiligheidsvoorschriften (uitsluitend voor Duitsland)
Voor de opbouw, de controle en het gebruik van de hier beschreven steiger gelden
eveneens de bepalingen van
– BGI 5101; BGI 663; BGI 821 (BGI = informatie over de branche).
– Duitse wet inzake bedrijfsveiligheid (BetrSichV) met Technische regels voor be-
drijfsveiligheid (TRBS) 2121, deel 1.
Voor het gebruik van elektrische apparaten op de hier beschreven steiger gelden
de bepalingen van BGI 663 en BGI 594 'Gebruik van elektrische bedrijfsmiddelen bij
verhoogde elektrische risico's'.
4. Montage
4.1 Algemeen
De steiger mag pas worden gemonteerd wanneer de informatie over het product (pa-
ragraaf 2) en de veiligheidsvoorschriften (paragraaf 3) helemaal zijn doorgelezen. Voor
het opbouwen en afbreken van de steiger zijn ten minste 2 personen nodig. Vóór de
montage moet zijn gewaarborgd dat alle voor de montage noodzakelijke componenten
en gereedschappen aanwezig en de componenten niet beschadigd zijn. Er mogen uits-
luitend originele componenten volgens specificaties van de fabrikant worden gebruikt.
INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN DE MONTAGEHANDLEIDING
De montagehandleiding beschrijft de montage van de verschillende opbouwvarian-
ten. Lees vóór de opbouw de complete montagehandleiding en let op de verschillen
tussen de diverse opbouwvarianten.
De montagehandleiding is onderverdeeld in de volgende paragrafen:
4.2 Montage basissteiger zonder etage (slag)
4.3 Basissteiger met eerste etage (slag)
4.4 Basissteiger met eerste en tweede etage (slag)
4.5 Verzwaren van de steiger met ballastgewichten
4.6 Opbouwvariant met stabilisator
4.7 Bevestiging van de steiger aan de muur
4.8 Speciale accessoires: set zwenkwielen, set in hoogte verstelbare zwenkwielen
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Al naar gelang stahoogte van het bovenste platform zijn voor een betere stabiliteit
ballastgewichten of stabilisatoren nodig. Lees de desbetreffende voorschriften in
paragraaf 4.5, 4.6 en 4.7.
Alle steekverbindingen moeten
met borgpennen worden
geborgd.
584