Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Telwin PLASMA 41 XT Bedienungsanleitung Seite 46

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 26
werkstuk, als retourgeleider van de snijstroom, kan gevaarlijk zijn voor
de veiligheid en slechte snijresultaten opleveren.
- Voer de aarde-aansluiting niet uit op het gedeelte van het werkstuk dat
moet worden afgesneden.
De toorts voor plasmasnijden aansluiten (Fig. H) (waar voorzien).
Breng de mannelijke klem van de toorts aan in de gecentraliseerde
aansluiting op het voorpaneel van de machine en laat daarbij de
polarisatiesleutel goed samenvallen. Schroef de borgring rechtsom
helemaal vast om ervoor te zorgen dat de lucht erdoor stroomt zonder
lekkage.
Bij sommige modellen is de toorts bij levering al aangesloten op de
stroombron.
BELANGRIJK!
Controleer voordat u met de snijwerkzaamheden begint of de
verbruiksmaterialen goed zijn gemonteerd door de kop van de toorts
te inspecteren zoals staat aangegeven in het hoofdstuk "ONDERHOUD
TOORTS".
OPGELET!
VEILIGHEID VAN HET PLASMASNIJSYSTEEM.
Alleen het voorziene toortsmodel en de combinatie daarvan met
de stroombron zoals staat aangegeven in TAB. 2 garandeert dat de
veiligheidssystemen die door de constructeur zijn voorzien goed
werken (blokkeringssysteem).
- GEBRUIK GEEN toortsen en bijbehorende verbruiksmaterialen van
andere merken.
- PROBEER NIET OM toortsen die zijn gebouwd voor andere snij- of
lasprocedures dan in deze instructies staan aangegeven AAN TE
SLUITEN OP DE STROOMBRON.
Als deze regels niet in acht worden genomen, kan er ernstig gevaar
voor de fysieke veiligheid van de gebruiker ontstaan en kan de
apparatuur beschadigd raken.
AANSLUITEN OP HET ELEKTRICITEITSNET
- Controleer voordat u elektrische aansluitingen uitvoert of de gegevens
op het serieplaatje van de stroombron overeenkomen met de
netspanning en -frequentie die op de installatieplaats aanwezig zijn.
- De stroombron mag uitsluitend worden aangesloten op een
voedingssysteem waarvan de nulgeleider is aangesloten op de aarde.
- Gebruik aardlekschakelaars van het volgende type om bescherming
tegen indirect contact te garanderen:
Type A (
) voor eenfasemachines;
- Teneinde te voldoen aan de vereisten van de Norm EN 61000-3-11
(Flicker) raadt men de verbinding aan van de stroombron met de
punten van interface van het voedingsnet die een impedantie lager
dan Zmax = 0.2 ohm hebben.
- Het plasmasnijsysteem valt niet onder de eisen van de norm IEC/EN
61000-3-12.
Als het wordt aangesloten op een openbaar voedingsnet, is het
de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker om
te controleren of het plasmasnijsysteem kan worden aangesloten
(raadpleeg indien nodig de beheerder van het netwerk).
Stekker en contact.
Sluit een standaardstekker ,(3P + A) met geschikt vermogen aan op
de voedingskabel en zorg voor een stopcontact dat is beveiligd met
zekeringen of automatische stroomonderbreker; de speciale aarde-
aansluiting moet worden aangesloten op de aardgeleider (geel-groen)
van de voedingslijn.
In tabel 1 (TAB. 1) staan de aanbevolen waarden in ampère van de
vertraagde lijnzekeringen, gekozen op basis van de maximale nominale
stroom die wordt afgegeven door de stroombron, en de nominale
voedingsspanning.
OPGELET! Als de bovengenoemde regels niet in acht
worden genomen, werkt het veiligheidssysteem van de
fabrikant (klasse I) niet meer goed. Dit heeft ernstige
risico's tot gevolg voor personen (bijv. elektrische schok) en voor
zaken (bijv. brand).
6. PLASMASNIJDEN: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE
De plasmaboog en zijn toepassing bij het plasmasnijden.
Plasma is een gas dat tot een extreem hoge temperatuur wordt verhit en
geïoniseerd zodat het elektrisch geleidend wordt.
Deze snijprocedure gebruikt plasma om de elektrische boog over te
brengen op het metalen werkstuk dat wordt gesmolten door de hitte en
daardoor wordt gescheiden.
De toorts gebruikt perslucht die afkomstig is van één voeding, zowel voor
het plasmagas als voor het koel- en beschermgas.
Ontsteking van de hulpboog.
De start van de cyclus wordt bepaald door een hulpboog die tussen
de elektrode (polariteit -) en het mondstuk van de toorts (polariteit +)
stroomt en de start van de luchtstroom die de kortsluiting tussen deze
twee elementen opent.
Door de toorts vervolgens naar het te snijden werkstuk toe te brengen,
dat is aangesloten op de polariteit (+) van de stroombron, wordt de
hulpboog overgebracht en ontstaat er een plasmaboog tussen elektrode
(-) en het werkstuk (snijboog). De hulpboog wordt opgeheven zodra de
snijboog is ontstaan tussen elektrode en werkstuk.
De onderhoudstijd van de hulpboog die in de fabriek is ingesteld, is 2 sec.
(4 sec. in de GOUGING-modus).
Als de boog niet binnen deze tijd op het werkstuk wordt overgebracht,
wordt de cyclus automatisch geblokkeerd, met uitzondering van de
koellucht.
Om de cyclus opnieuw te starten, moet de toets van de toorts worden
losgelaten en weer ingedrukt.
Voorbereidende werkzaamheden.
Controleer voordat u met de snijwerkzaamheden begint of de
verbruiksmaterialen goed zijn gemonteerd door de kop van de toorts
te inspecteren zoals staat aangegeven in de paragraaf "ONDERHOUD
TOORTS".
- Schakel de stroombron in en stel de snijstroom (Fig. C1-1 en C2-1) in op
basis van de dikte en het type metalen materiaal dat u wilt snijden.
- Druk op de luchttoets, waar voorzien, (Fig. C-2) om de lucht uit te laten
stromen.
- Regel de luchtdruk tot de vereiste drukwaarde op basis van de
gebruikte toorts (TAB. 2).
- De knop gebruiken: trek deze omhoog om te deblokkeren, draai eraan
om de druk te regelen op de waarde die staat aangegeven op de
TECHNISCHE GEGEVENS TOORTS.
- Lees de vereiste waarde af op de manometer; druk op de knop om de
regeling te blokkeren.
- Laat de luchtstroom uit zichzelf stoppen om het verwijderen
van eventuele condens die zich in de toorts heeft opgehoopt te
vergemakkelijken.
Als er geen luchtknop is wordt die regelfase uitgevoerd door de
toortstoets in te drukken en los te laten om zo de lucht te laten stromen.
Snijden (Fig. I).
- Houd de toorts loodrecht op het te snijden materiaal en breng de
mondstuk van de toorts in contact met het werkstuk.
- Druk de toortstoets in; na ongeveer 1 seconde wordt de hulpboog
ontstoken.
- Als de afstand juist is, wordt de hulpboog onmiddellijk overgebracht
op het werkstuk en wordt de snijboog ontstoken.
- Breng de toorts naar het oppervlak van het werkstuk langs de ideale
snijlijn met een regelmatig vooruitgaande beweging.
- Pas de snijsnelheid aan op basis van de dikte en de geselecteerde
stroom. Controleer of de boog die uit de onderkant van het werkstuk
komt een helling van ca. 15° verticaal krijgt in de richting die
tegenovergesteld is aan de snijrichting.
Gaten boren (Fig. L).
Als er gaten moeten worden geboord of als in het midden van het
werkstuk moet worden begonnen met snijden, ontsteek dan de boog
met gekantelde toorts en breng de toorts met een vloeiende beweging
in de verticale positie.
- Deze procedure voorkomt dat terugslag van de boog of van gesmolten
deeltjes het gat van het mondstuk beschadigen waardoor deze snel
niet meer goed functioneert.
- Gaten in werkstukken met een dikte tot 25% van het maximum van het
gebruiksbereik kunnen rechtstreeks worden uitgevoerd.
Snijden op raster (waar voorzien).
Om staalplaat met gaten of rasters te snijden, kan het nuttig zijn om deze
functie in te schakelen.
Selecteer met de "modusselectie"-toets (Fig. C-2) de rastersnijfunctie.
Door de toortstoets ingedrukt te houden, wordt aan het einde van de
snede de hulpboog automatisch weer ontstoken.
Gebruik deze functie alleen als het nodig is, om onnodige slijtage van de
elektrode en het mondstuk te voorkomen.
OPGELET! In deze modus wordt het gebruik van elektroden
en mondstukken met standaardafmetingen aangeraden.
In bijzondere omstandigheden kan het gebruik van
verlengde elektroden en mondstukken de onderbreking van de
snijboog tot gevolg hebben.
- 46 -

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis