Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Telwin PLASMA 41 XT Bedienungsanleitung Seite 45

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 26
De machine-uitgang is niet bekrachtigd in de volgende gevallen:
- met toortstoets NIET geactiveerd (stand-by toestand met laag
energieverbruik);
- tijdens de koelingsfase "POST-LUCHT";
- als de hulpboog niet wordt overgedragen op het werkstuk binnen
de maximale tijd van 2 seconden;
- als de snijboog wordt onderbroken door een te grote afstand
tussen toorts en werkstuk;
- door overmatige slijtage van de elektrode of geforceerde
verwijdering van de toorts van het werkstuk;
- als er een BEVEILIGINGSsysteem of een ALARM in werking treedt.
5 -
Groene led voor signalering van aanwezigheid netspanning en
hulpcircuits gevoed.
De stuur- en servicecircuits zijn gevoed.
BEDIENINGSPANEEL (Fig. C2)
1 - Regelknop:
Met de regelknop kan in alle modi de stroom doorlopend worden
geregeld.
2 -
Gele led voor signalering van een algemeen alarm of
waarschuwing voor de verbruiksmaterialen.
Wanneer deze led brandt, geeft dit een oververhitting aan van één
van de componenten van het stroomcircuit, of een storing van de
ingangsvoedingsspanning (over- of onderspanning).
OVER- of ONDERSPANNING: blokkeert de machine als de
voedingsspanning +/- 15% afwijkt van de waarde op het serieplaatje.
Het herstel is automatisch (de gele led gaat uit) nadat een van de
hierboven genoemde storingen terugkeert binnen de toegestane
limieten.
Als de led knippert, geeft dit aan dat er verbruiksmaterialen slecht
functioneren en dat de oorzaken kunnen zijn:
- slijtage van de verbruiksmaterialen;
- verbruiksmaterialen verkeerd of niet aangebracht;
- toorts defect;
- luchtdruk te laag of geen lucht in de toorts;
De signalering verdwijnt na een correcte snijcyclus.
3 -
Gele led voor signalering van een luchtstoring of afwezigheid
van lucht.
Als deze led brandt, geeft dit een storing aan in het persluchtcircuit.
Die situatie wordt niet noodzakelijkerwijs veroorzaakt door interne
afdichtingsproblemen, maar kan ook de aansluiting of de bron
betreffen.
4 -
Gele led voor signalering van aanwezigheid spanning in de
toorts.
Als deze led brandt, geeft dit aan dat het snijcircuit is geactiveerd
(uitgang machine bekrachtigd):
Hulpboog of snijboog "AAN".
De uitgang wordt bekrachtigd wanneer de toortstoets wordt
ingedrukt en er geen alarmconditie is.
De machine-uitgang is niet bekrachtigd in de volgende gevallen:
- met toortstoets NIET geactiveerd (stand-by toestand met laag
energieverbruik);
- tijdens de koelingsfase "POST-LUCHT";
- als de hulpboog niet wordt overgedragen op het werkstuk binnen
de maximale tijd van 2 seconden;
- als de snijboog wordt onderbroken door een te grote afstand
tussen toorts en werkstuk;
- overmatige slijtage van de elektrode of geforceerde verwijdering
van de toorts van het werkstuk;
- als er een BEVEILIGINGSsysteem of een ALARM in werking treedt.
5 -
Groene led voor signalering van aanwezigheid netspanning en
hulpcircuits gevoed.
De stuur- en servicecircuits zijn gevoed.
6 - MODUSselectieknop
Hiermee kunnen de volgende werkingsmodi worden geselecteerd:
Doorlopende snijmodus metaal.
Snijmodus waarbij de boog ook in stand wordt gehouden
wanneer deze niet op het werkstuk wordt overgedragen (snijden van
rasters of onderbroken metaalplaten).
Gutsmodus, geschikt voor gebruik met toorts met
GOUGING-verbruiksmaterialen (verwijderen, vormgeven van het
metaal door smelten).
7 - Leds voor weergave van de luchtdruk op de digitale manometer
Geeft in real time de gemeten druk weer (groene leds in
het midden optimale druk, gele leds te weinig of te veel druk).
8 - LUCHT-toets
Door op deze toets te drukken blijft de lucht uit de toorts
stromen gedurende een vastgestelde tijd van ongeveer 20 seconden
(daardoor kan de toorts afkoelen en/of kan de lucht binnen het
optimale bereik worden gebracht).
ACHTERPANEEL (Fig. D)
1 - Voedingskabel.
2 - Hoofdschakelaar O - I
I (ON) Generator klaar voor werking.
3 - Drukregelaar, (perslucht plasma), handmatig met manometer, waar
voorzien.
4 - Knop van de drukverlager (waar voorzien).
5 - Bevestiging voor aansluiting op bron perslucht (waar voorzien).
5. INSTALLATIE
OPGELET! VOER ALLE INSTALLATIEWERKZAAMHEDEN UIT
MET
HET
UITGESCHAKELD EN AFGESLOTEN VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOGEN UITSLUITEND WORDEN
UITGEVOERD DOOR ERVAREN OF DESKUNDIG PERSONEEL.
VOORBEREIDING
Pak de machine uit, monteer de losse onderdelen die in de verpakking
zitten.
Montage retourkabel-aardeklem (Fig. E)
HEFWIJZE VAN DE MACHINE
Alle machines die in deze handleiding worden beschreven moeten
opgeheven worden gehouden met de handgreep of de bijgeleverde
riem, als dat voorzien is voor het model.
Montage riem (FIG. F).
PLAATSING VAN DE MACHINE
Bepaal de installatieplaats van de machine zo, dat er geen obstakels zijn
bij de ingangs- en uitgangsopeningen van de koellucht; controleer ook of
er geen geleidend stof, corrosieve damp, vocht, enz. wordt opgezogen.
Houd minstens 250 mm vrije ruimte rondom de machine.
OPGELET! Plaats de machine op een vlakke ondergrond die
het gewicht kan dragen om te voorkomen dat de generator
omvalt of gevaarlijk verschuift.
AANSLUITINGEN VAN HET SNIJCIRCUIT
Zorg voor een distributieleiding van perslucht met de minimumdruk en
het minimumdebiet die staan aangegeven in tabel 2 (TAB. 2).
Montage, aansluiting drukverlager (Fig. G).
BELANGRIJK!
De maximale ingangsdruk van 8 bar niet overschrijden. Lucht met
een aanzienlijke hoeveelheid vocht of olie kan overmatige slijtage
veroorzaken van de verbruiksmaterialen of de toorts beschadigen.
Als er twijfel bestaat over de kwaliteit van de perslucht die voorradig
is, wordt het gebruik van een luchtdroger aangeraden, die na het
ingangsfilter moet worden geïnstalleerd. Sluit met een flexibele leiding
de persluchtleiding aan op de machine, met
de bijgeleverde verbinding die op het ingangsluchtfilter moet worden
gemonteerd.
Aansluiting retourkabel snijstroom.
In Tabel 1 (TAB. 1) staan de aanbevolen waarden voor de retourkabel (in
mm
) op basis van de maximale stroom die wordt afgegeven door de
2
machine.
Sluit de retourkabel van de snijstroom aan op het te snijden werkstuk of
op de
metalen steunbank, met de volgende voorzorgsmaatregelen:
- Controleer of er een goed elektrisch contact wordt gemaakt, met name
als er metaalplaten worden gesneden met isolerende of oxiderende
bekleding enz.
- Voer de aarde-aansluiting zo dicht mogelijk bij de snijzone uit.
- Het gebruik van metalen constructies die geen deel uitmaken van het
- 45 -
PLASMASNIJSYSTEEM
ABSOLUUT

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis