Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Abiomed Impella LD Gebrauchsanweisung Seite 107

Circulatory support system
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Impella LD:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 17
PATIËNT ONTWENNEN
Het ontwennen van de patiënt van de Impella LD katheter staat ter
beoordeling van de arts. U dient de Impella katheter voorzichtig te verwijderen
om beschadiging van de katheter te voorkomen. Probeer de Impella katheter
NIET te verwijderen via de repositioneringshuls. De Impella katheter kan niet
door de repositioneringshuls heen worden verwijderd.
De volgende protocollen voor ontwenning zijn uitsluitend vermeld
als richtlijn.
SNELLE ONTWENNING
1.
U begint de snelle ontwenning door het P-niveau van de katheter in
stappen van twee niveaus met tussenpozen van enkele minuten te
verlagen (bijvoorbeeld P-6 naar P-4 naar P-2). Verlaag het P-niveau
NIET tot minder dan P-2. Dit doet u alleen vlak voordat u de katheter
uit het ventrikel verwijdert.
2.
Als het P-niveau is verlaagd tot P-2, houdt u de patiënt gedurende
minimaal 10 minuten op P-2-ondersteuning voordat u de
circulatieondersteuning staakt.
3.
Als de hemodynamische activiteit van de patiënt stabiel blijft, volgt u
de instructies voor het verwijderen van de Impella LD katheter in het
volgende gedeelte.
LANGZAME ONTWENNING
1.
U begint de langzame ontwenning door het P-niveau van de katheter
in stappen van twee niveaus met tussenpozen die afhankelijk zijn
van de hartfunctie te verlagen (bijvoorbeeld P-6 naar P-4 naar P-2).
Verlaag het P-niveau NIET tot minder dan P-2. Dit doet u alleen vlak
voordat u de katheter uit het ventrikel verwijdert.
2.
Als het P-niveau is verlaagd tot P-2, houdt u de patiënt op P-2-
ondersteuning totdat de hemodynamische activiteit van de patiënt
stabiel blijft voordat u de circulatieondersteuning staakt.
3.
Als de hemodynamische activiteit van de patiënt stabiel blijft, volgt u
de instructies voor het verwijderen van de Impella LD katheter in het
volgende gedeelte.
DE IMPELLA LD
KATHETER
®
VERWIJDEREN
VOORBEREIDEN OP VERWIJDEREN
1.
De inbrengplaats op de aorta ascendens, de Dacron
en de plaatsen waar de siliconenplugs vastzitten, moeten worden
blootgelegd en moeten goed toegankelijk te zijn.
2.
Voltooi de ontwenningsprocedure op P-niveau P-2 zoals eerder
beschreven.
3.
Maak de penetrerende hechting op de voorste siliconenplug
ongedaan en verwijder de gehele hechtdraad.
4.
Verwijder de ligatuur van de achterste siliconenplug en verwijder de
plug van het uiteinde van de vasculaire graft.
5.
Terwijl u digitaal distale controle behoudt, verwijdert u de laatste
omtrekligatuur van de voorste siliconenplug.
6.
Sta gecontroleerd terugbloeden door de graft toe om eventuele
achtergebleven trombus uit het lumen van de graft te verwijderen.
DE IMPELLA LD KATHETER IN DE AORTA ASCENDENS
TREKKEN
Voer de volgende stappen uit onder begeleiding van transoesofageale
echocardiografie (TEE).
1.
Verlaag het P-niveau naar P-1 vlak voordat de Impella LD katheter
door de aortaklep wordt getrokken.
2.
Trek de Impella LD katheter voorzichtig terug door de aortaklep en in
de aorta ascendens. Afhankelijk van het niveau van de ingangsplaats,
kan een deel van de katheter door de incisie van de aorta en in de
vasculaire graft worden getrokken.
Impella LD circulatieodersteunend systeem
3.
Verlaag het P-niveau onmiddellijk naar P-0 nadat de Impella LD
katheter de aortaklep heeft gepasseerd en de aorta ascendens
binnengaat. De Impella LD katheter dient uitsluitend te worden
verwijderd wanneer het P-niveau op P-0 is ingesteld.
4.
Trek de Impella LD katheter voorzichtig volledig terug door de incisie
van de aorta de vasculaire graft in.
5.
Sluit de graft.
DE VASCULAIRE GRAFT SLUITEN
Neem bij het sluiten van de vasculaire graft afzonderlijke
patiënteigenschappen in acht en kies een strategie die het meest consistent
is met een optimaal klinisch resultaat. Indien geïndiceerd kan de gehele
vasculaire graft worden verwijderd, maar dit is niet verplicht. Opties voor het
sluiten van de graft omvatten:
• De vasculaire graft amputeren en het kleine terminolaterale restant
met de hand sluiten
• De graft dichtbij het oppervlak van de aorta sluiten met een
vasculaire stapler
• De volledige graft verwijderen met lokale patchsluiting, indien nodig
DRIFT VAN DRUKSENSOR EN
POSITIESIGNAAL NIET BETROUWBAAR
DE DIFFERENTIËLE DRUKSENSOR HANDMATIG OP NUL
INSTELLEN
Het door de differentiële druksensor geproduceerde elektrische signaal
kan in de loop van de tijd afwijken. Deze drift is normaal gedrag en wordt
gekenmerkt door een opwaartse of neerwaartse verschuiving in het
positiesignaal op het display van de controller. De amplitude (piek-tot-dal,
of maximum tot minimum) van de golfvorm zal niet veranderen. Bovendien
is het mogelijk dat de weergegeven flowsnelheid niet overeenkomt met het
P-niveau wanneer er sprake is van een sensordrift.
Als u ziet dat de positiegolfvorm omhoog of omlaag is verschoven op de
weergave, of de verwachte flow komt niet overeen met de huidige instelling
van het P-niveau, stel de differentiële druksensor dan op nul in door de
volgende stappen uit te voeren:
1.
Druk op de toets MENU en selecteer 'Handmatig op nul instellen'.
2.
Druk op OK om flowniveau aan te passen.
3.
De controller geeft 'Wacht tot het nieuwe flowniveau is bereikt' weer
en vervolgens 'Berekening van afwijking wordt uitgevoerd'.
4.
Selecteer OK om de nieuwe instelling te accepteren wanneer de
controller het bericht 'Aanpassing afwijking positiesignaal afgerond'
vasculaire graft
®
weergeeft.
5.
De Impella
NULSTELLING VAN DE DIFFERENTIËLE DRUKSENSOR
TERWIJL DE IMPELLA LD
De controllersoftware bevat een gegevenstabel met de verwachte
differentiële druk voor een gegeven motorstroom wanneer de motorsnelheid
is ingesteld op een specifieke waarde. De software stelt de motorsnelheid
in en meet de motorstroom om de differentiële druksensor op nul te stellen
terwijl de Impella LD katheter in bedrijf is. Op basis van de gegevenstabel
stelt de software vast wat de gemeten differentiële druk zou moeten zijn,
en past vervolgens het signaal van de differentiële druksensor aan zodat het
overeenkomt met de verwachte waarde.
POSITIESIGNAAL NIET BETROUWBAAR EN EFFECTEN OP DE
STROMINGSBEREKENINGEN
Als de druksensor uitvalt, kan de controller de flowsnelheid niet meer
berekenen. De controller toont het alarm 'Positiesignaal onbetrouwbaar'.
Het positiescherm toont een tabel met de geschatte flowwaarden
en overeenkomende gemiddelde slagaderlijke bloeddrukken in de
linkerbenedenhoek van het scherm. Het Home-scherm toont een geel
vraagteken over het hartpictogram en 'Placementbewaking opgeschort'. Om
dit alarm te dempen, gaat u naar MENU en selecteert u INSTELLINGEN/
SERVICE.
®
wordt automatisch teruggezet naar het vorige P-niveau.
KATHETER IN BEDRIJF IS
®
105

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis