Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Abiomed Impella LD Gebrauchsanweisung Seite 105

Circulatory support system
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Impella LD:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 17
5.
Als de patiënt op de cardiopulmonaire bypass (CPB) is aangesloten,
wordt het hart gevuld door de terugloop naar de bypassmachine te
beperken en CPB-flow op een minimaal niveau in te stellen, zolang
een acceptabele fysiologische systeemflow wordt behouden.
Opmerking: Een lage pulsatie kan leiden tot onbekende alarmen
over de katheterpositie in combinatie met CPB.
6.
Gebruik zodra de motorbehuizing zich in de aorta bevindt een ligatuur
om de voorste siliconenplug losjes aan de graft te bevestigen. De
siliconenplug moet zich in het meest proximale gedeelte van de graft
bevinden.
7.
Terwijl de katheter in de aorta wordt opgevoerd, is het initiële
positiesignaal vlak. Het inlaatgebied van de katheter heeft de
aortaklep niet gepasseerd. Voorkom dat de voorste plug voorbij de
basis van de graft wordt opgevoerd.
8.
Bespoedig het opvoeren van de katheter door de aortaklep door lichte
druk uit te oefenen op het achterste gedeelte van de aortaklep, zodat
een tijdelijke aorta-inefficiëntie ontstaat.
9.
Voer de katheter voorzichtig op totdat een pulsatiele golfvorm op het
positiesignaalscherm aanwezig is. Het signaal wordt gegenereerd
wanneer het inlaatgebied van de katheter de aortaklep kruist.
10. Bevestig dat de controller een pulsatiele golfvorm weergeeft en dat de
punt van het inlaatgebied van de Impella LD katheter zich 3,5 cm onder
de aortaklep bevindt. Bevestig de positie van de katheter met TEE.
Opmerking: Als de Impella katheter niet juist is geplaatst, wordt het
ventrikel niet effectief leeggepompt. De patiënt is mogelijk niet gebaat
bij de flowsnelheid die op de controller wordt weergegeven.
11. Druk op de schermtoets IMPELLA STARTEN om het menu van het
P-niveau te openen.
12. Draai aan de selectieknop om het P-niveau te verhogen van P-0 naar
P-2.
13. Druk op de selectieknop om het nieuwe P-niveau te selecteren.
Impella LD circulatieodersteunend systeem
14. Het pictogram voor de werking van de katheter linksonder in het
scherm begint te draaien wanneer de Impella LD katheter in werking
wordt gesteld.
15. Druk op de schermtoets FLOWREGELING om het P-niveau te verhogen
tot P-9 om de correcte en stabiele plaatsing te bevestigen. Controleer de
positie met behulp van TEE en het positiesignaalscherm. Positioneer de
katheter indien nodig opnieuw.
Opmerking: De Impella LD katheter heeft de neiging het ventrikel in te
worden gezogen als de flowsnelheid tot de maximale flow wordt
verhoogd. Controleer de positionering bij maximale flow om ervoor te
zorgen dat de plaatsing juist is over het gehele instelbereik van de
P-niveaus.
16. Plaats de voorste siliconenplug zo dicht mogelijk boven de aorta. Zet
de siliconenplug vast aan de graft met een penetrerende ligatuur met
hechtdraad. Opmerking: Zorg wanneer de siliconenplug aan de graft
wordt vastgezet dat de penetrerende hechtdraad NIET volledig door
de siliconenplug heen gaat en de Impella LD katheter in de plug
beschadigt.
Achterste siliconenplug
Ligatuur
Voorste siliconenplug
Penetrerende
ligatuur
Illustratie van transoesofageaal echocardiogram (TEE) waarop
de juiste plaatsing van Impella LD
®
-katheter wordt getoond
Inlaatgebied
Impella LD
®
-
katheter
RV
LV
Uitlaatgebied
Impella LD
®
-
katheter
Aortaklep
LA
103

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis