Ossur DIRECT SOCKET TF Gebrauchsanweisung Seite 90

NB: Als u een kleine distale bevestiging gebruikt, mag u geen tape boven de distale verbinding aanbrengen.
OPMERKING: Breng de tape niet boven de proximale O-ring aan. Tape boven de proximale O-ring kan de
harsstroom stoppen. U kunt geen bruikbare koker maken als de hars niet vloeit en het vezelvlechtwerk verzadigt.
4. Knip met een schaar de siliconen isolatiesleeve op maat onder de tape-ring (af beelding 22).
5. Plaats de luchtuitlaatslang aan het proximale uiteinde lateraal tussen de eerste en tweede laag siliconen
isolatiesleeves. (Af beelding 23). Hierdoor kan lucht ontsnappen tijdens het injecteren van hars. Beide lagen
siliconen isolatiesleeves moeten het restledemaat en het vezelvlechtwerk volledig bedekken.
Gieten
Het harsinjectiegereedschap voorbereiden
1. Bedek het werkgebied en de vloer met beschermvellen.
2. Haal de onderdelen uit de verpakking.
3. Schud de harspatroon vóór gebruik.
4. Draai de dop voorzichtig van de harspatroon. De dop zal de groene veiligheidspin optillen.
5. Verwijder de metalen veiligheidsring van de groene veiligheidspin.
6. Verwijder de groene veiligheidspin en gooi die weg.
7. Plaats de dop op de statische mixer (af beelding 24).
8. Duw de statische mixer 1 cm (0,4 inch) diep in de injectiebuis (af beelding 25).
9. Draai de dop stevig vast om de statische mixer veilig op de harspatroon te bevestigen (af beelding 25).
10. Houd de harspatroon omhoog gericht en steek deze dan in het harsinjectiegereedschap.
11. Zet de harspatroon vast door lichtjes op de handgreep te drukken totdat die zachtjes de bodem van de patroon
raakt.
12. Houd het harsinjectiegereedschap met de patroon omhoog gericht vast en ga vóór de patiënt zitten.
13. De technicus bevestigt de injectiebuis volledig aan het injectieventiel (af beelding 26).
Harsinjectie
WAARSCHUWING: Zorg dat de injectieslang goed aan de statische mixer en het injectieventiel is bevestigd. Als de
buis niet goed vastzit, kan de hars tijdens het injecteren eruit barsten.
OPMERKING: De hars wordt geleidelijk geïnjecteerd en gelijkmatig naar het proximale uiteinde verspreid. Door te
veel hars aan het distale uiteinde te injecteren, kan de hars heet worden en sneller uitharden. Dit maakt het lastiger
om meer hars te injecteren.
1. Houd het harsinjectiegereedschap omhoog gericht, terwijl u de hars langzaam begint te injecteren
(af beelding 27).
2. Wanneer het distale gebied met hars is verzadigd, kan de injectiesnelheid worden verhoogd.
3. De technicus trekt de hars langzaam naar binnen en omhoog, waarbij tijdens de harsinjectie lucht naar buiten
wordt geduwd.
4. Controleer de harsstroom naar de achterkant van het restledemaat, terwijl u voor een langzame ophoping zorgt.
NB: zorg dat u het vlechtwerk uitspreidt en verzadigt voordat de hars begint uit te harden.
5. Gebruik het lanyardkoord om de hars rond de koker te duwen. Zorg ervoor dat u het vlechtwerk tot aan en
boven de verwachte snijlijn met hars verzadigt (af beelding 28).
6. Stop de harsstroom wanneer het vezelvlechtwerk verzadigd is. Druk op de drukontgrendelingshendel op de
greep van het harsinjectiegereedschap om te stoppen (af beelding 29).
7. Gebruik een tang voor krimpringen om de harsstroom in de injectieslang af te sluiten (af beelding 30).
8. Plaats de schaar tussen de twee krimpringen en knip de injectieslang door.
Hars uitharden
1. Instrueer de patiënt om het restledemaat langzaam te strekken als de hars nog warm is.
2. Littekens en spieraanhechtingen kunnen tijdens heupverlenging de vorm van het restledemaat veranderen. Rek
de buitenste laag siliconen isolatiesleeve naar boven uit wanneer u het distale uiteinde vormt om het
vezelvlechtwerk op zijn plaats te houden.
3. Voorkom harsophoping aan het distale uiteinde. Masseer, indien nodig, de hars van de koker wanneer deze
uithardt voor een correcte vorm.
90